Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa)

NMa blikt terug op resultaten eerste half jaar

11-07-2008

De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft in het eerste half jaar van 2008 zes (on)aangekondigde bedrijfsbezoeken afgelegd bij awbz-instellingen in de zorgsector, ondernemingen in de food- en agrisector, de cosmeticabranche en de bouwsector. Daarnaast heeft de toezichthouder twee rapporten opgemaakt tegen ondernemingen actief in de thuiszorg wegens een vermoeden van een overtreding van de Mededingingswet. Het betreft voorlopige bevindingen. In een volgende fase van de procedure worden de betrokken ondernemingen gehoord.

Het ontduiken van een boete die de NMa heeft opgelegd, loont niet. Dit blijkt uit een rechtszaak die de NMa had aangespannen tegen een bouwbedrijf dat aangaf de boete die de NMa had opgelegd wegens deelname aan een bouwkartel, niet te kunnen betalen. De rechter achtte dit niet bewezen en was het met de NMa eens dat er sprake was van betalingsonwil. Hij veroordeelde de directeur de boete, plus alle aan het proces verbonden kosten met rente volledig te betalen. Wat wel kan lonen, is het doen van een clementieverzoek. Dit blijkt uit een speciale voorlichtingsfilm over de clementieregeling die de NMa sinds april op haar website beschikbaar stelt. Deelnemers aan een kartel kunnen boetevermindering of zelfs volledige kwijtschelding krijgen, indien zij hun betrokkenheid tijdig aan de NMa opbiechten en informatie verstrekken waarmee dit kartel kan worden opgespoord. Doel van de film is de bekendheid van deze regeling te vergroten, zowel bij professionals, ondernemers als bij een groter publiek. De NMa ontving in het eerste en tweede kwartaal in totaal negen clementieverzoeken.

Op het vlak van het toetsen van voorgenomen fusies en overnames, ontving de NMa het eerste half jaar 63 meldingen, nam zij 61 goedkeuringsbesluiten na een eerste onderzoek en stelde zij aan de overname van Gouden Gids (onderdeel van Truvo Nederland) door De Telefoongids (onderdeel van European Directories) een vergunningseis, hetgeen inhoudt dat de NMa met het oog op mogelijke concurrentiebelemmeringen nader onderzoek wil doen. Deze partijen hebben inmiddels een vergunning aangevraagd. Ook heeft de NMa eisen gesteld aan de fusie tussen Evean Groep, Philadelphia Zorg en Woonzorg Nederland. De oorspronkelijke fusieplannen stuitten op mededingingsbezwaren. Na wijziging van de gemelde concentratie, waarbij Woonzorg zich verplichtte 11 verpleeg- en/of verzorgingshuizen af te stoten, ging de NMa akkoord met de fusie. Partijen vormden na de goedkeuring een personele unie die als concentratie is aan te merken en waarvoor goedkeuring van de NMa nodig is. Minister Vogelaar van Wonen, Wijken en Integratie (WWI) heeft eind juni een verdere integratie van woonzorg Nederland met de zorginstellingen tegengehouden omdat dit strijdig is met de huidige regelgeving. Het is nadrukkelijk niet toegestaan dat woningcorporaties ook zorgtaken op zich nemen, aldus de Minister. Ook heeft de NMa eisen gesteld aan de Stichting Amsterdam Thuiszorg voordat zij kan fuseren met de Stichting Cordaan Groep. Nadat Amsterdam Thuiszorg een kwart van haar activiteiten op het gebied van huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging en verpleging en begeleiding heeft afgestoten, is de NMa akkoord gegaan met de voorgenomen fusie. Door deze beslissing van de NMa zal het marktaandeel van Cordaan en Amsterdam Thuiszorg samen kleiner zijn dan het marktaandeel van Amsterdam Thuiszorg was vóór de fusie. De nieuwe combinatie ondervindt bovendien concurrentiedruk van de andere spelers op de Amsterdamse zorgmarkt.
De fusie van Cordares Holding N.V. door APG Groep N.V., dochter van Stichting Pensioenfonds ABP, ontving een akkoord. In augustus 2007 heeft de NMa aangegeven het samengaan van Stichting AMC de Meren en Stichting JellinekMentrum nader te willen onderzoeken. Na uitgebreid onderzoek in de vergunningsfase heeft de NMa in april haar goedkeuring verleend aan deze fusie in de sector van de geestelijke gezondheidszorg.

De NMa consulteerde bedrijfsleven, advocatuur en andere belanghebbenden over de uitvaartbranche en SEPA, de invoering van de Single Euro Payments Area dat voorziet in één Europese betaalmarkt. Pieter Kalbfleisch, voorzitter van de Raad van Bestuur van de NMa over SEPA: Ik maak mij zorgen over uitingen van banken dat er in SEPA geen toekomst zou zijn voor PIN. Als banken gezamenlijk speculeren over de afschaffing van PIN, creëren zij een situatie waarin de concurrentiepositie van PIN op voorhand wordt verzwakt ten opzichte van andere betaalproducten. Een belangrijke conclusie uit de marktscan van de uitvaartbranche is dat bijbetalingen als het grootste probleem in de sector ervaren wordt. Nabestaanden moeten vaak onverwacht nog grote bedragen bijbetalen, hoewel ze dachten dat de hele uitvaart door de verzekeraar zou worden vergoed. Mogelijk zijn een gebrek aan transparantie en communicatie, alsmede verschillende interpretaties van polisvoorwaarden de oorzaken van onverwacht hoge bijbetalingen voor een uitvaart. Meer transparantie in de markt kan gerealiseerd worden als uitvaartverzekeraars duidelijker naar consumenten communiceren waarvoor ze precies verzekerd zijn en voor welke voorzieningen klanten extra moeten bijbetalen. De NMa heeft de sector opgeroepen om deze transparantie te realiseren.

Eind juni maakte de NMa bekend dat ouders in Amsterdam mogelijk in hun keuzemogelijkheden werden beperkt doordat vijf Amsterdamse kinderopvangorganisaties afspraken maakten over het al dan niet toetreden tot elkaars werkgebied. De kinderopvangorganisaties zegden de NMa toe per direct hun gedrag aantoonbaar te wijzigen waardoor zij een mogelijke boete van de toezichthouder ontlopen. De NMa houdt de naleving van deze toezegging scherp in de gaten. Indien een onderneming de toezegging niet nakomt, dan kan de NMa een boete opleggen van ten hoogste tien procent van de jaaromzet. Kalbfleisch vertelt dat het de eerste keer is dat de NMa een zogenaamd toezeggingsbesluit neemt. Ondernemingen kunnen sinds 1 oktober 2007 bij de NMa een toezegging indienen. Kortgezegd betekent dit dat zij hun gedrag, dat mogelijk in strijd is met de Mededingingswet, aantoonbaar staken of niet (meer) vertonen, zo licht de bestuursvoorzitter toe.

Per 1 juni kent de NMa een directie Mededinging, die is ontstaan uit de samenvoeging van de directies Concurrentietoezicht en Concentratiecontrole. Door een bundeling van de kennis van de verschillende markten vanuit het concurrentie- en fusietoezicht kan de NMa haar taken als toezichthouder beter vervullen in de toekomst. Tevens is de naam van een sectorspecifieke toezichthouder binnen de NMa, de Directie Toezicht Energie (DTe), gewijzigd in Energiekamer waardoor één lijn getrokken wordt in de benaming van de onderdelen binnen de NMa die toezien op specifieke sectoren binnen onze economie.

Belangrijk voor de regulerende taak van de Energiekamer van de NMa was de bekendmaking in februari van het methodebesluit 2008-2010 en de hoogte van de efficiencykortingen op basis waarvan de transporttarieven voor de regionale gasnetbeheerders worden berekend. Vervolgens hebben de netbeheerders op basis hiervan voorstellen gedaan voor de tarieven in 2008. De NMa heeft deze tarieven voor negen netbeheerders op 20 juni en voor de overige drie beheerders op 1 juli bekendgemaakt. De reden van de latere vaststelling is dat de drie netbeheerders een spoedprocedure bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBb) hadden aangespannen tegen het methodebesluit, op basis waarvan de NMa de tarieven vaststelt. Het CBb heeft het verzoek van deze netbeheerders om het methodebesluit te schorsen afgewezen en heeft ook voor deze bedrijven de tarieven vastgesteld. Gemiddeld gaan huishoudens in 2008 acht euro per jaar minder betalen aan de levering van gas.

In april namen toezichthouders, netwerkbeheerders en marktpartijen uit de Noordwest-Europese landen die lid zijn bij het Gas Regional Initiative North West (GRI NW) een routekaart aan voor de periode 2008-2012. Dit gebeurde op een gezamenlijke bijeenkomst in het West-Indisch Huis te Amsterdam waar afgevaardigden uit België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Zweden, Nederland en Noorwegen bij aanwezig waren. Het doel van deze roadmap is om de voltooiing van de interne Europese gasmarkt, met als tussenstap een regionale Noordwest-Europese markt, dichterbij te brengen. De routekaart geeft weer hoe de partijen binnen het GRI NW door samenwerking een stap kunnen zetten in de goede richting om op de langere termijn een volledige liberale gasmarkt in heel Europa te bereiken. Daarbij moeten zoveel mogelijk obstakels die het handelen op de Europese gasmarkt nu nog in de weg staan, aangepakt worden.

Verder publiceerde de NMa begin mei een onderzoek naar websites van energiebedrijven waaruit bleek dat consumenten nu meer dan voorheen kunnen vertrouwen op de informatie over prijs en voorwaarden op deze sites. Aanleiding voor dit onderzoek vormde het feit dat deze sites tot voor kort niet voldoende vergelijkbare informatie boden voor consumenten. Met de juiste informatie is het voor consumenten eenvoudiger om energiebedrijven goed met elkaar te vergelijken en makkelijker over te stappen. Daartoe heeft de NMa op www.ConsuWijzer.nl een Informatiepakket over energie geplaatst. Dit pakket bestaat uit 5 informatieve bladen met concrete tips over de belangrijkste energieonderwerpen, zoals het vergelijken van energiebedrijven, overstappen, aandachtspunten bij klantenwerving en de energierekening.

De NMa heeft in oktober 2007 de technische voorwaarden vastgesteld voor flexibiliteitsdiensten. Flexibiliteitsdiensten stellen leveranciers van gas in staat om voorspelbare en onvoorspelbare schommelingen in de gasafname op te vangen, bijvoorbeeld wanneer er sterke temperatuurverschillen optreden. Dit besluit zou in werking treden op 1 juli 2008, maar de NMa heeft in juni, na bezwaren over de haalbaarheid van deze termijn door marktpartijen, besloten deze datum uit te stellen naar 1 januari 2009. Alle overige bezwaren tegen de technische voorwaarden zijn afgewezen. In juni heeft de NMa tevens geoordeeld dat de elektriciteitsnetwerken van recreatieparken gekwalificeerd moeten worden als een net wanneer de recreatiewoningen die op dit netwerk zijn aangesloten in het bezit zijn van derden. Dit houdt ondermeer in dat voor deze elektriciteitsnetwerken een netbeheerder verantwoordelijk is. Een netbeheerder is een onafhankelijk nutsbedrijf dat een transportnetwerk voor energie beheert. Indien de woningen eigendom zijn van de eigenaar van een recreatiepark, dan hoeft voor het beheer van het netwerk geen aparte netbeheerder aangewezen te worden en is de eigenaar verantwoordelijk voor het beheer ervan. Deze vraag kwam aan de orde in een zaak aangespannen door eigenaren van recreatiewoningen op Park Emslandermeer.

De NMa heeft eind juni vijf leveranciers van verkeersregeltoestellen en verkeersregelinstallaties beboet voor ruim EUR 400.000 wegens het maken van kartelafspraken vanaf januari 1998 tot en met december 2003. Dit is de laatste zaak waarbij de NMa bouwondernemingen naar aanleiding van de zogeheten bouwfraudeaffaire de mogelijkheid geboden heeft deel te nemen aan de versnelde sanctieprocedure om de bedrijven in staat te stellen snel schoon schip te maken. Deze procedure hield onder meer in dat de bedrijven niet individueel werden gehoord, maar hun zienswijze op het rapport collectief naar voren hebben gebracht via een vertegenwoordiger. Alle kartelzaken tegen bouwondernemingen die aan deze regeling hebben deelgenomen, heeft de NMa inmiddels afgerond.

De NMa heeft eind juni eveneens boetes aan ProRail opgelegd voor in totaal 826.000 en een last onder dwangsom wegens overtredingen van de Spoorwegwet. ProRail, de beheerder van het Nederlandse spoorwegnet heeft zich niet gehouden aan de regels van de Spoorwegwet die moeten waarborgen dat spoorwegondernemingen op een goede en eerlijke manier gebruik kunnen maken van de hoofdspoorweginfrastructuur. Uit ons onderzoek blijkt dat ProRail de spoorwegondernemingen niet alleen onjuist, maar ook onvolledig geïnformeerd heeft. Daarnaast heeft ProRail na de verdeling van capaciteit ten behoeve van de jaardienst 2007 toch nog capaciteit aan haar eigen onderneming verdeeld, die ten koste ging van de reeds verdeelde capaciteit aan de spoorwegondernemingen, aldus Kalbfleisch. Het is van groot belang dat de regels, die de toegang tot het spoor waarborgen, eerlijk en non-discriminatoir worden toegepast. Alleen dan zijn de spoorwegondernemingen in staat een goed product te bieden aan hun klanten, de reizigers en verladers, namelijk een trein die op tijd rijdt.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBb) heeft in juni uitspraak gedaan in een zaak die sinds 1999 speelde over een bergingsregeling voor gestrande autos (het systeem van Incidentmanagement). Deze regeling wordt uitgevoerd door de Stichting Incident Management Nederland (SIMN), die acht alarmcentrales vertegenwoordigt. De NMa heeft ontheffing verleend voor dit samenwerkingverband omdat het bergen van gestrande voertuigen zo efficiënt kan verlopen op de rijkswegen (hoofdwegennet). De Vereniging Bergers Belangen vertegenwoordigt een groep bergers die zich door middel van verschillende procedures hebben verzet tegen de invoering van het systeem van Incidentmanagement en de ontheffing die de NMa voor dit systeem heeft verleend. De rechter heeft het beroep van de bergers ongegrond verklaard omdat de VBB geen argumenten heeft aangedragen waarom de ontheffing voor het hoofdwegennet moet worden ingetrokken.

De Vervoerkamer van de NMa heeft vijf klachten afgehandeld van spoorwegondernemingen over het optreden van ProRail, de beheerder van het spoorwegnet. De geschillen hadden betrekking op de wijze waarop ProRail de onderhoudswerkzaamheden op het spoor had ingepland gedurende de jaardienstregeling 2008. ProRail is als beheerder van het spoor verantwoordelijk voor de verdeling van capaciteit. ProRail had teveel capaciteit verdeeld aan zichzelf. Een vergelijkbaar geschil dat NS aanhangig heeft gemaakt heeft de NMa nog in behandeling. Een klacht ingediend door Rover over hetzelfde onderwerp heeft de NMa niet ontvankelijk verklaard, omdat deze geen klachten van reizigers(organisaties) in behandeling kan nemen. De NMa heeft op basis van de Wet personenvervoer 2000 het protocol vastgesteld waarin aanbieders van gemeentelijk openbaar vervoer (bus, tram, metro) verklaren een gescheiden boekhouding te zullen hanteren. De NMa controleert of de verklaring juist is opgesteld en bekend gemaakt. Voor de derde NMa Spoormonitor heeft de NMa partijen die actief zijn op de spoorvervoermarkt geconsulteerd, waaronder de meeste spoorwegondernemingen en ProRail. Doel van de spoormonitor is om inzicht te krijgen in hoe partijen aankijken tegen de uitvoering van de Spoorwegwet in het kader van de relatie beheerder - vervoerder. De NMa heeft de partijen ook geconsulteerd over het toezicht en de prioritering van de Vervoerkamer.
De NMa heeft de Weighed Average Cost of Capital (WACC) als methode tot berekening van de vermogenskostenvoet vastgesteld voor het Loodswezen. Het berekenen van de vermogenskosten is van belang bij het bepalen van de maximale inkomsten uit de tarieven voor het loodsen van zeeschepen. De Nederlandse Loodsencorporatie, die de maximale tariefinkomsten bepaalt, dient rekening te houden met de door de NMa vastgestelde WACC.

Het afgelopen half jaar wisten ruim 6200 consumenten de NMa via www.ConsuWijzer.nl te vinden. Het bedrijvenloket van de NMa telde zon 1800 contacten.