Ministerraad


Gemeenten krijgen één bedrag om inburgering, werk en scholing te stimuleren

Persbericht | 11-07-2008

Gemeenten krijgen één bedrag om mensen te stimuleren deel te nemen aan inburgering, werk of school: het participatiebudget. Ze kunnen met de bundeling van de drie bestaande budgetten voor reïntegratie en scholing middelen effectiever inzetten om mensen te helpen. De ministerraad heeft hiermee ingestemd op voorstel van staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mede namens minister Vogelaar voor Wonen, Wijken en Integratie en staatssecretaris Van Bijsterveldt van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Het participatiebudget bundelt het zogenoemde 'werkdeel' van de Wet werk en bijstand (geld om bijstandsgerechtigden en herintreders aan werk te helpen), de inburgeringsbudgetten (waarmee gemeenten onder meer taallessen inkopen voor inburgeraars) en het geld voor volwasseneneducatie. Bij elkaar gaat het om ongeveer 2 miljard euro.

Nu gelden voor de verschillende budgetten afzonderlijke regels. Het participatiebudget maakt aan die verschillende regels een einde. Gemeenten worden hiermee vrijer om te bepalen wie welke voorziening of opleiding nodig heeft om aan het werk te komen of op een andere manier deel te nemen aan de maatschappij. Het geld kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor (combinaties van) scholing, loonkostensubsidie, sociale activering, stimuleringspremies, schuldhulpverlening, bijscholing van vrijwilligers, stages, cursussen voor laaggeletterden of inburgeringscursussen.

Het participatiebudget levert gemeenten bovendien minder administratieve rompslomp op. De regels zijn eenvoudiger, ze hoeven nog maar één administratie bij te houden en één keer aan het Rijk verantwoording af te leggen hoe het geld is uitgegeven. Beoogde invoeringsdatum is 1 januari 2009.

De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.