Gemeente Sittard-Geleen

PERSBERICHT

WMO- Proef rond vrijwilligers en mantelzorgers in Zuid limburg levert belangrijke resultaten op

Sittard-Geleen, juli 2008 - De staatssecretaris van het ministerie van VWS heeft de regio Zuid Limburg in 2006 gevraagd om met voorstellen te komen om het vrijwilligerswerk en de mantelzorg te versterken. 'Ontwikkel een aantal voorstellen die ten goede komen aan het vrijwilligerswerk en de mantelzorg in ons hele land.' Onder leiding van de gemeenten Sittard-Geleen, Heerlen en Maastricht zijn een dertiental projecten uitgevoerd met financiële ondersteuning van het ministerie en de provincie Limburg. De 13 proefprojecten in Zuid-Limburg hebben een goede basis gelegd voor het ondersteunen van mantelzorg en vrijwilligerswerk in Zuid-Limburg. De kansen en uitdagingen op de diverse terreinen zijn in beeld gebracht. 'De proefprojecten hebben laten zien hoe je de informele zorg kunt versterken, de samenhang tussen de professionele en informele zorg kunt vergroten en hoe je mensen die langdurig een uitkering krijgen kunt prikkelen om te participeren in de samenleving', aldus wethouder Berry van Rijswijk (voorzitter van de stuurgroep).

Deputé Odile Wolfs: 'We moeten nu inzetten op het verbeteren van de samenwerking tussen de professionele beroepskrachten, mantelzorgers en vrijwilligers. Een goede afstemming leidt tot meerwaarde voor de zorgdrager'.

De provincie en de gemeenten van tripool Zuid-Limburg en tal van partnerorganisaties hebben de 13 proeftuinprojecten om kansen te creëren om het vrijwilligerswerk en de mantelzorg verder te versterken, problemen op te zoeken en op te lossen en innoverende ideeën afgerond. Deze zijn beschreven in een eindrapportage die naar alle gemeenten en betrokken instellingen in ons land is gestuurd. De 13 geselecteerde projecten zijn niet allen even succesvol verlopen. Wel hebben ze twee belangrijke resultaten opgeleverd. De mantelzorg en het vrijwilligerswerk waren al stevig verankerd in de WMO-plannen van de gemeenten, worden met deze resultaten verder aangescherpt en staan nu duidelijk op het netvlies van de bestuurders en de politiek. Verder hebben de proefprojecten vooral als een katalysator gewerkt voor de samenwerking tussen de verschillende partijen in Zuid limburg. Dit geldt zowel op uitvoerend vlak als op beleidsniveau. Ook na deze projecten zullen de partijen elkaar blijven opzoeken en ervaringen uitwisselen.

Zuid-Limburg heeft met de resultaten van deze 13 proefprojecten een voorsprong opgebouwd op de rest van het land. Verder is duidelijkheid geschapen in de problematiek van de mantelzorgers en vrijwilliger. Er is inzicht ontstaan op welke wijze de partijen in de uitvoering van de Wet maatschappelijk ondersteuning (WMO) elkaar kunnen ondersteunen. Zonder vrijwilligers zou het grootste deel van het sociale, culturele en sportieve maatschappelijke leven, zoniet onmogelijk dan toch wel onbetaalbaar worden. De gemeenten en de provincie Limburg erkennen het belang van het vrijwilligerswerk en streven niet alleen het behoud van het vrijwilligerswerk na, maar hebben zich ook ten doel gesteld het vrijwilligerswerk verder te stimuleren. Een vitaal verenigingsleven is van levensbelang voor een leefbare wijk en een op maat gesneden en goed functionerend ondersteuningsnetwerk is van groot belang voor het voortbestaan van het vrijwilligerswerk.

De 13 proefprojecten die in de eindrapportage zijn beschreven zijn:

Make a Difference Day (Madd): dit project is opgezet om de samenleving waaronder het bedrijfsleven nog meer bij het vrijwilligerswerk te betrekken en de vrijwilligers in het zonnetje te zetten. Jaarlijks worden nu structureel hiervoor activiteiten georganiseerd.

Jonge mantelzorgers: in kaart gebracht de omvang van de mantelzorgtaak thuis van jongeren en er zijn voorstellen gedaan om hierop in te spelen.

Ondersteuning allochtone mantelzorgers: vormen van een team allochtone intermediairs die de verleende mantelzorg binnen hun eigen netwerk in kaart brengen en kijken naar de specifieke wensen en problemen.

Preventie op maat voor GGZ-mantelzorgers: de vroegtijdige signalen van overbelasting bij deze specifieke mantelzorgers herkennen, opsporen en gericht ondersteunen om die overbelasting te voorkomen.

Versterking zorgnetwerk 1e lijn : voorkomen van overbelasting van mantelzorgers. En mocht dat onverhoopt gebeuren de positie van overbelaste mantelzorgers versterken door snelle herkenning door zorgverleners uit de 1e lijn waaronder met name huisartsen.

Allochtoon voorlichtingsteam vrijwilligers: een groep van circa tien ervaringsdeskundigen zijn getraind om voorlichting te geven om met name ook allochtone vrijwilligers inzetbaar te maken voor de samenleving.

Talentenbank: via internet een digitale talentenbank ontwikkeld waarbij vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties elkaar op basis van hun talenten moeten vinden en met elkaar in contact komen.

Vrijwilligerswerk en deregulering: minder regeldruk op het vrijwilligerswerk door vrijwilligers weer primair bezig te laten zijn met vrijwilligerswerk in plaats van uitvoeren van vele regels die opgelegd zijn door derden. Via deze pilot is dit in beeld gebracht.

Ondersteuning in het kader van de WMO: uitgewerkt een sociale kaart van vrijwilligers organisaties en zichtbaar gemaakt wie waar welk werk doet. Daarna het netwerk uitbouwen en verbreden van de deskundigheid van de vrijwilligersorganisaties en tevens instandhouden van de steunstructuur.

Vrijwilligerswerk en de Wet Werk en Bijstand: betreft drie projecten waarbij er veertig gesubsidieerde banen bij vrijwilligersorganisaties zijn gecreëerd. Tevens is samen met Partners in Welzijn een klussenbedrijf opgericht voor ouderen en mensen met een beperking. Eveneens binnen dit project in een jaar tijd 50 uitkeringsgerechtigden als vrijwilligers toegeleid naar een vrijwilligersorganisatie.

Take Care: vermaatschappelijking van de zorg is in een serie Tv-uitzendingen in in Limburg beeld gebracht.

De 13 projecten, die kleinschalig in diverse gemeenten in Zuid Limburg zijn weggezet en uitgevoerd, hebben allen belangrijke resultaten opgeleverd. Naast het structureel leggen van een goed fundament voor regionale samenwerking tussen gemeenten en organisaties is de politiek nu aan zet om tot concretisering van de resultaten over te gaan.