SGP


18 - 07 - 08 | SGP wil stappen tegen Turken

Het is nog steeds bar slecht gesteld met de godsdienstvrijheid in Turkije. Dat blijkt uit het laatste rapport van de mensenrechtenorganisatie Jubilee Campaign. De SGP wil dat de Nederlandse regering de slechte situatie van religieuze minderheden in Turkije (internationaal) aan de orde stelt. Met name Joden en christenen krijgen nog vaak te maken met geweld en bedreigingen. De Turkse overheid faalt op dit punt volledig terwijl ook de Turkse media bijdragen aan een sfeer van intimidatie. SGP-kamerlid Van der Staaij heeft over deze kwestie schriftelijke vragen gesteld aan minister Verhagen van Buitenlandse Zaken. De SGP vindt dat als de situatie niet verbetert dit gevolgen moet hebben voor de toetreding van Turkije tot de EU.


________________________________________

Schriftelijke vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de minister van Buitenlandse zaken over de godsdienstvrijheid in Turkije en de falende rol van de Turkse overheid ter zake

18 juli 2008


1. Heeft u kennisgenomen van het laatste rapport van de mensenrechtenorganisatie Jubilee Campaign ten aanzien van de godsdienstvrijheid in Turkije? Hoe beoordeelt u de inhoud van dit rapport, met name voor zover die betrekking heeft op de falende rol van de Turkse overheid ten aanzien van het beschermen van de godsdienstvrijheid?

2. Deelt u de belangrijkste conclusie uit het rapport dat het afgelopen jaar géén werkelijke verbeteringen zijn opgetreden in de situatie van de godsdienstvrijheid in Turkije?

3. Is de analyse juist dat in het bijzonder de Joodse en christelijke gemeenschappen in Turkije thans het meest met bedreigingen en geweld te kampen hebben? Hoe verklaart u deze trend?

4. Deelt u de conclusie, dat in het bijzonder de Turkse media een heel negatieve rol spelen bij de beïnvloeding van de publieke opinie ten aanzien van religieuze minderheden?

5. Deelt u de constatering van het genoemde rapport, dat â ondanks een groeiende trend van haat en geweld jegens bepaalde religieuze minderheden in Turkije â de Turkse overheid officieel nog geen enkel beleid heeft gestart om deze trend te bestrijden? Is het tevens juist, dat de Turkse overheid geen serieuze inspanning verricht om bijvoorbeeld bedreigde voorgangers of individuele leden van minderheden bescherming te bieden, indien daarom wordt verzocht?
6. Welke conclusies verbindt u aan de bevindingen van dit rapport ten aanzien van de slechte ontwikkelingen rond godsdienstvrijheid in Turkije en de falende c.q. onverschillige rol van de Turkse overheid daarbij?

7. Welke consequenties moet deze ontwikkeling in uw ogen hebben voor de mogelijke toetreding van Turkije tot de Europese Unie?
8. Bent u bereid â waar mogelijk in internationaal verband - om de slechte positie van religieuze minderheden in Turkije aan de orde te stellen en de Turkse overheid daarop serieus aan te spreken? Op welke wijze? Bent u tevens bereid de Turkse overheid aan te spreken op de kwalijke rol die de Turkse media spelen ten aanzien van bepaalde godsdienstige minderheden?

9. In hoeverre is er zicht op âna de uitspraak van het EHRM inzake het weeshuis op het Prinsesseneiland van Buyukade (8-7-2008)â dat religieuze minderheden in Turkije juridisch als rechtspersoon kunnen worden erkend? Bent u bereid om dit concreet te bevorderen en de toepassing van deze genoemde uitspraak in Turkije nauwgezet te volgen?


________________________________________