Vlaamse Overheid

kwaliteitszorg en gloednieuw onderwijsniveau versterken kwaliteit van onderwijs en werk

Heldere kwalificatiestructuur, vernieuwde kwaliteitszorg en gloednieuw onderwijsniveau versterken kwaliteit van onderwijs en werk

Persmededeling van de Vlaamse Regering

vrijdag 18 juli 2008

Kwalificatiestructuur ordent en ondersteunt onderwijs, opleiding en elders verworven competenties en de vele bruggen met de werkvloer

De Vlaamse Regering gaf vandaag groen licht voor de introductie van een Vlaamse kwalificatiestructuur. In de toekomst zullen alle kwalificaties (diploma's, certificaten, ervaringsbewijzen, enz.) in één en dezelfde heldere structuur geordend worden, waar iemand ze ook verwerft. Die kwalificaties zullen bouwstenen worden in de loopbanen van levenslang leren. De kwalificatiestructuur zal de transparantie van kwalificaties en de daarop gebaseerde opleidingen verhogen en de communicatie tussen leerlingen, opleiders, werknemers en werkgevers eenvoudiger maken. Leerlingen en werknemers krijgen zo de kans om hun competenties zichtbaarder te maken en haalbare leertrajecten uit te tekenen. Opleiders kunnen helderder formuleren welke competenties nodig zijn om met een bepaalde opleiding te starten. Nieuwe opleidingen zullen ontstaan op basis van de competenties die voor beroepen worden uitgetekend. Ook nieuwe opleiders kunnen hun kwalificaties laten inschalen. Werkgevers zullen er beter in slagen de vereisten voor een vacature te definiëren en kandidaten naar waarde te schatten. Kortom, door zowel opleidingen als beroepen te verbinden met kwalificatieniveaus zal er een gemeenschappelijke taal ontstaan die onderwijs en werk dichter bij elkaar brengt.

Minister VANDENBROUCKE: "Met de nieuwe kwalificatiestructuur geven we talentontwikkeling alle kansen. We erkennen hiermee de competenties van mensen, ongeacht de manier waarop ze deze competenties hebben verworven en geven hen een impuls om hun loopbaan verder uit te bouwen en bij te leren. Een nieuw op te richten agentschap zal garant staan voor de kwaliteit van dit instrument. Dit is waarlijk een cruciale stap in het verbinden van leren en werken, van arbeidsmarktbeleid en onderwijsbeleid." Het gaat dus ook om kwalificaties die mensen buiten het onderwijs verwierven maar waarvoor ze bv. een ervaringsbewijs behaalden, of waarvoor ze een opleiding bij Syntra of VDAB volgden. De Vlaamse kwalificatiestructuur pakt dit probleem aan en draagt zo bij tot het (h)erkennen, ontwikkelen en inzetten van competenties van mensen.

De Vlaamse kwalificatiestructuur is ingebed in een ruimer Europees raamwerk voor levenslang leren (European Qualifications Framework). Dit raamwerk reikt een gemeenschappelijke terminologie aan om kwalificaties te beschrijven en aan elke kwalificatie een niveau toe te kennen. Hierdoor wordt het mogelijk om kwalificaties uit verschillende onderwijs- en opleidingssystemen in de Europese Unie met elkaar te vergelijken. Het EQF omvat 8 niveaus waaraan het Vlaamse raamwerk gekoppeld wordt. Vanaf 2012 zullen alle certificaten en diploma's een verwijzing bevatten naar het overeenstemmende EQF-niveau.

In het raamwerk worden de kwalificaties op een eenduidige manier beschreven aan de hand van de vereiste competenties. Vervolgens verbindt men de kwalificaties met één van de acht kwalificatieniveaus. Zo wordt hun onderlinge verhouding en samenhang duidelijk. De kwalificatiestructuur verheldert dus welke competenties vereist zijn om te starten in een bepaald beroep of om door te stromen naar een bepaalde opleiding. Omdat zowel het onderwijs- en opleidingsveld (bv. VDAB, Syntra, secundaire scholen, CVO's, ...) als het werkveld (bv. werkgevers, vakbonden, vrijwilligersorganisaties, ...) dit instrument zal gebruiken, bevordert dit de communicatie tussen de twee domeinen.

Opleidingen kunnen leiden tot één of meerdere beroeps- of onderwijskwalificaties. Zo zal iemand een bewijs dat gekoppeld is aan een beroepskwalificatie op de arbeidsmarkt kunnen inzetten. Een bewijs dat verbonden is met een onderwijskwalificatie geeft naast mogelijkheden op de arbeidsmarkt ook zicht op verder studeren.

Daarnaast speelt de kwalificatiestructuur een belangrijke rol in het verhaal van het erkennen van Eerder Verworven Competenties (EVC). Tot nu toe waren deze procedures vrij versnipperd. De kwalificatiestructuur kan de EVC-procedures helder en coherent maken. Om het even bij welke organisatie iemand EVC's aanvraagt, de competenties zullen op dezelfde basis beoordeeld worden. Bovendien garandeert de kwalificatiestructuur dat de opgenomen kwalificaties aan een aantal kwaliteitseisen voldoen. Zo kan het vertrouwen groeien in de EVC-procedures.

Hoger Beroepsonderwijs (HBO) dicht kloof tussen secundair en hoger onderwijs

De niveaus 4 en 5 van de kwalificatiestructuur worden in Vlaanderen ingevuld met het Hoger Beroepsonderwijs. Ook dat decreet keurde de Vlaamse Regering vandaag principieel goed. Het HBO is een belangrijke proef in de tienkamp van minister Vandenbroucke (zie www.vandenbroucke.com). Deze nieuwe trede op de onderwijsladder tussen het secundair en het hoger onderwijs komt er in de eerste plaats voor leerlingen die na het secundair onderwijs via korte opleidingen een beroepskwalificatie willen verwerven. Het HBO omvat bestaande opleidingen die duidelijk gericht zijn op de arbeidsmarkt zoals opleidingen van het hoger onderwijs voor sociale promotie (HOSP), het zevende jaar TSO en de vierde graad beroepssecundair onderwijs. Tot nu toe hadden deze opleidingen een onduidelijke plaats in het onderwijslandschap. Daarnaast zullen ook nieuwe opleidingen onderdak vinden in het HBO. Deze opleidingen zullen in nauwe samenwerking met het werkveld tot stand komen, veel stage of werkplekleren omvatten en duidelijk inspelen op noden van de arbeidsmarkt. Het hoger beroepsonderwijs gaat officieel van start op 1 september 2009. Volgend schooljaar lopen er al een aantal proefprojecten in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad (VlOR).

De opleidingen van het hoger beroepsonderwijs hebben niet alleen onmiddellijke inzetbaarheid op de arbeidsmarkt voor ogen. Het HBO wil ook een opstap zijn naar een professionele bachelor. De talenten van sommige jongeren gaan nu verloren omwille van een misgelopen schoolloopbaan in het secundair of door een verkeerde studiekeuze. Een tussenniveau, zoals het hoger beroepsonderwijs, kan hen helpen om toch de onderwijsladder verder op te klimmen.

Naast jongeren die willen verder studeren, biedt het hoger beroepsonderwijs ook kwalificatiemogelijkheden aan werkenden en werkzoekenden. Het HBO maakt het mogelijk korte en flexibele trajecten te volgen. Mensen met relevante ervaring zullen het traject sneller kunnen doorlopen. Cursisten zullen tussentijdse deelcertificaten kunnen verwerven. Duale trajecten zullen toelaten dat werkenden bepaalde competenties op de werkplek kunnen verwerven.

Frank Vandenbroucke: "In mijn tienkamp voor gelijke kansen is de uitbouw van hoger beroepsonderwijs essentieel. Met het hoger beroepsonderwijs bouwen we een stevige sport bij aan de onderwijsladder. Zowel jongeren die zich verder willen kwalificeren, werkenden die een nieuwe uitdaging willen of moeten opnemen en werkzoekenden die hun arbeidskansen willen vergroten, kunnen er terecht. Door deze opleidingen toegankelijk te maken voor zowel jongeren als volwassenen, op verschillende momenten in hun studie- en arbeidsloopbaan, willen we de participatie aan levenslang leren bevorderen."

Kwaliteitszorg op punt gesteld, met aandacht voor beleidskracht van scholen en passende begeleidingsmaatregelen

Ten slotte komt er een nieuw regelgevend kader voor de kwaliteitszorg in het onderwijs. Kwaliteitszorg in scholen en de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB) bestaat uit ondersteuning door nascholing en pedagogische begeleiding, die nauwer op elkaar zullen inspelen, de interne kwaliteitszorg en het externe toezicht op de gerealiseerde kwaliteit door de inspectie.

Het kwaliteitsdecreet stuurt de regelgeving rond inspectie en pedagogische begeleiding vrij ingrijpend bij. De onderwijsinspectie zal bv. aan de hand van een vooronderzoek en databanken nagaan welke aspecten van de school van nabij moeten worden bekeken. Het toezicht op de kwaliteit zal strikter verlopen als daar reden toe is. Als scholen niet voldoen, zullen ze zich moeten laten begeleiden, bv. door de pedagogische begeleidingsdiensten. Beleid rond zorg, talen, oriëntering van leerlingen zijn, naast andere aspecten, bijzondere aandachtspunten. Als de inspectie tekorten vaststelt, zal zij voortaan ook kunnen nagaan of die tekorten niet te wijten zijn aan gebrek aan beleidsvoerend vermogen.

Voor de onderwijsinspectie en de onderwijsadviseurs komt er ook een bijsturing van hun werking, organisatie en personeelsstatuut. Zo wordt afgestapt van inspecteurs basis- en secundair onderwijs. Minister Vandenbroucke is ervan overtuigd dat het nuttig is dat een inspecteur die het basisonderwijs zeer goed kent ook een secundaire school inspecteert voor de 1^ste graad (en omgekeerd). Bovendien komt er ruimte voor inspecteurs zonder een achtergrond in het leerplichtonderwijs, bv. voor experten uit het bedrijfsleven of het hoger onderwijs.

Een extern selectiebureau zal voortaan de generieke competenties van kandidaat-inspecteurs testen. In een tweede fase worden kandidaten uit de wervingsreserve opgeroepen op basis van een concrete functiebeschrijving. Er komt een basisverloning met een bonus voor wie een masterdiploma heeft en een bonus voor wie acht jaar beleidservaring kan voorleggen.

Bij de pedagogische begeleiders verandert er weinig: voortaan heeft een begeleidingsdienst recht op één halftijdse pedagogische adviseur per 350 betrekkingen (i.p.v. per 425). Inspectie en begeleiding gaan wel nauwer overleggen. Er wordt extra geïnvesteerd in meer werkingsmiddelen voor de begeleidingsdiensten, wat hun professionalisering moet versterken.

In het najaar wordt een Agentschap Kwaliteitszorg opgericht waarin tal van zaken die met kwaliteit in onderwijs te maken hebben worden gebundeld. De onderwijsinspectie, onderwijsontwikkeling (de eindtermenmakers), de centrale examencommissie, de gelijkwaardigheidsverklaring van buitenlandse diploma's en andere diensten zullen eronder ressorteren. Het Agentschap Kwaliteitszorg heeft op meer betrekking dan op onderwijs alleen. Ook de uitvoeringsaspecten van het decreet over de kwalificatiestructuur krijgen een plaats binnen het Agentschap Kwaliteitszorg. Voor die aspecten komt er ook een gemeenschappelijk beheersorgaan met het beleidsdomein Werk.

Voor meer persinformatie kunt u terecht bij:

Leen Muys, persmedewerker kabinet Vandenbroucke (Onderwijs) Tel: 02 552 68 50
GSM: 0479 42 44 23
Email: persdienst.vandenbroucke@vlaanderen.be