Angst in de Gazastrook
21 juli 2008, Den Haag - "Voor het eerst van mijn leven heb ik ervaren hoe het voelt om écht bang te zijn," zegt Frédérique Timmer. De medewerkster van Unicef Nederland was begin juli op uitnodiging van het plaatselijke Unicef-kantoor in de bezette Palestijnse gebieden. Om de Gazastrook te bezoeken moest ze - net als iedereen die hiervoor toestemming krijgt - langs het Erez Crossing Point. Momenteel de enige in- en uitgang van Gaza.

Van links naar rechts: Frédérique Timmer van Unicef Nederland, Esraa Jamal Hassan Salameh (15 jaar), vrijwilliger bij een jeugdcentrum in Jenin en Marixie Mercado van het Unicef-kantoor in de bezette Palestijnse gebieden.
Van links naar rechts: Frédérique Timmer van Unicef Nederland, Esraa Jamal Hassan Salameh (15 jaar), vrijwilliger bij een jeugdcentrum in Jenin en Marixie Mercado van het Unicef-kantoor in de bezette Palestijnse gebieden.

"Palestijnen kunnen dit Crossing Point alleen passeren als ze een speciale vergunning hebben. Bijvoorbeeld voor een ernstig ziek kind dat naar een gespecialiseerd ziekenhuis moet. Hulpverleners hebben ook beperkt toegang. Maar voor bijna alle inwoners van de Gazastrook (dat zijn er 1,4 miljoen) is hun land letterlijk een gevangenis. Ze mogen er niet in of uit en worden bijna dagelijks geconfronteerd met geweld," vertelt Frédérique. Kinderen in de bezette Palestijnse gebieden leven temidden van extreem en continu geweld. Ze hebben vaak familieleden opgepakt zien worden, familieleden zien sterven, huizen, scholen en ziekenhuizen verwoest zien worden. Dit heeft op hen een vernietigende uitwerking.

Resten van geweld in Gaza. Resten van geweld in Gaza.

Frédérique ervoer de tocht langs het Crossing Point, de doorgang naar de bufferzone tussen de Gazastrook en Israël, als zeer vernederend. "In een enorm gebouw werd je in een soort labyrint van poort naar poort gedirigeerd. Ik moest mijn paspoort inleveren en werd gefouilleerd. En we moesten vreselijk lang wachten."

Eenmaal in de bufferzone, die te voet moet worden overgestoken, zag Frédérique de sporen van jarenlang geweld. De grond zat vol gaten van mortiergranaten en van huizen en gebouwen was niet veel meer over. "Ik liep over de meest beschoten plek van Gaza. Ik was ontzettend bang."

Uitgelaten jongens na een sessie 'hoe ga je om met conflicten?' in het Al Maghazi-centrum.
Uitgelaten jongens na een sessie 'hoe ga je om met conflicten?' in het Al Maghazi-centrum.

Ook voorbij de bufferzone maakte de Gazastrook een lege en doodse indruk. "Dat kan ook niet anders. De bevolking is er totaal afgesloten van de buitenwereld. Ze hebben geen geld en geen werk, het leven is hier op een laag pitje gezet," zegt Frédérique. Toch zag ze geen verbitterd volk. "Op het Unicef-kantoor werken tien mensen, voornamelijk Palestijnen. Ik vond hun houding heel positief en hoopvol, getuige de uitspraak van Unicef-medewerker Reem Tarazi: 'Ik weet dat het ongelooflijk klinkt, maar in Gaza is er nog steeds hoop. Wij moeten die hoop voeden en in leven houden.' Niets doen is voor hen gewoonweg geen optie. Ook andere Palestijnen die ik heb ontmoet, zijn niet van plan het hoofd in de schoot te leggen."

Een Palestijnse hulporganisatie organiseert een dagje plezier voor kinderen in Hebron op de Westelijke Jordaanoever. Een Palestijnse hulporganisatie organiseert een dagje plezier voor kinderen in Hebron op de Westelijke Jordaanoever.

Dat bleek ook wel toen Frédérique over de drempel stapte van het Al Maghazi-centrum. Unicef zorgt er samen met partners voor dat in dit soort centra in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever kinderen en tieners kunnen meedoen aan activiteiten op het gebied van onderwijs, cultuur en sport. Frédérique: "De sfeer is hier zo totaal anders dan buiten. Je voelde de vreugde en ontspanning. Ook als kinderen getuige zijn geweest van een aanslag of ander geweld, biedt Unicef hulp. Er zijn meteen hulpverleners ter plekke. Ze bellen aan bij huizen in het getroffen gebied en bezoeken ziekenhuizen om kinderen te helpen. Ik heb sessies bijgewoond en met eigen ogen gezien dat Unicef een verschil gemaakt in het leven van kinderen. Spelenderwijs leren ze het geweld een plek te geven in hun kwetsbare leven."

Recht op gezondheidszorg, recht op bescherming, recht op spelen: ze zijn allemaal vastgelegd in het Verdrag voor de Rechten van het Kind, maar erover praten is moeilijk, merkte Frédérique. "Elke uitspraak die je doet, zelfs uitspraken over rechten van kinderen, kan politiek worden uitgelegd. Maar rechten van kinderen moeten worden beschermd, ongeacht de politieke situatie waarin ze toevallig leven."

Hebron: Jasmin (links) wil later dokter worden, tweelingzusje Faten (rechts) wiskundelerares. Asma (midden) wil ingenieur worden. Hebron: Jasmin (links) wil later dokter worden, tweelingzusje Faten (rechts) wiskundelerares. Asma (midden) wil ingenieur worden.

Frédérique mocht de openluchtgevangenis weer uit, maar zal haar reis naar de bezette Palestijnse gebieden niet snel vergeten. De tocht van de Gazastrook terug naar Israël, door de bufferzone, was nog indrukwekkender dan de heenreis. "We liepen samen op met een jonge vrouw, die een ogenschijnlijk doodziek kind in haar armen had. Ze moest met haar naar het ziekenhuis en had een vergunning om de oversteek te maken. Samen doorkruisten we het Erez Crossing Point en ze had een doodsbange blik in haar ogen. Ondanks haar vergunning verkeerde ze tot het laatste moment in onzekerheid of ze mocht passeren. Uiteindelijk liepen we samen naar buiten, maar toch was dit voor die vrouw en haar kind een afschuwelijke gebeurtenis."

"Er zijn verhalen van vrouwen op de Westelijke Jordaanoever die bij zogenaamde Check Points hebben moeten bevallen, omdat ze er niet door mochten. Dat dit gebeurt, is gewoon ontoelaatbaar!"