Opiniebijdrage:

Buitenring is verworden tot prestigeproject

Gedeputeerde Staten van Limburg maken in hun Bestuurlijk Standpunt over de Buitenring een bijzonder discutabele keuze. Inmiddels is de discussie in Kerkrade hierover vol opgelaaid. Brunssum zal waarschijnlijk nog het langste proberen vast te houden aan het voorstel. Zij krijgen de meeste km weg voor het minste geld. G.S. zijn namelijk voorstander van een autoweg met twee keer twee rijstroken ten noorden van Brunssum. Deze keuze is louter op basis van een economische ontwikkelingsvisie en veronachtzaamt daarmee een reeks van belangen en te beschermen en zelfs te bevorderen waarden. De bestuurlijke keuze is contrair aan de Meest Milieuvriendelijke Alternatieven voor zowel Natuur & omgeving als Woon- & leefomgeving. G.S. hebben weliswaar wel onderzoek gedaan naar de diverse effecten van de Buitenring, maar de resultaten daarvan zijn gewoon ter zijde geschoven. Daarom mag ook worden verwacht dat de Commissie voor de MER deze keuze zwaar zal bekritiseren en G.S. zal dwingen om alternatieve keuzes te maken in plaats van het nu voorliggende plan.

Uit het gehele proces tot nu toe kan worden geconcludeerd dat G.S. zeer vasthoudend is en zijn standpunt amper laat beïnvloeden door de inspraak en overige signalen van buitenaf. Sterker nog, als er goede verkeerskundige argumenten worden aangedragen die het plan ontkrachten, dan zoeken G.S. weer andere voor henzelf doorslaggevende argumenten, bijvoorbeeld in de ontsluiting van de natuur of de volkomen ongewisse ontwikkeling van economische activiteiten in het oosten van Parkstad Limburg. Hiermee dreigt de aanleg van de buitenring te verworden tot een prestigeproject dat niet gebaseerd is op argumenten van optimaal nut en noodzaak. Daarom zouden G.S. ook de plannen drastisch moeten aan te passen en ze daarmee meer in overeenstemming te brengen met het oplossen van verkeerskundige knelpunten en het daadwerkelijk verbeteren van het leefklimaat in onze regio.

Van G.S. wordt een ingrijpende koerswijziging en ook meer creativiteit en bestuurlijke visie gevraagd. G.S. dienen, zoals men zich ook in het bedrijfsleven al meer en meer realiseert, People & Planet voorop te stellen, en Profit daaraan ondersteunend te maken. Niet langer dient het beleid te worden gestoeld op het faciliteren van meer (vracht)automobiliteit en meer economische activiteiten die dat genereren. Het beleid moet een duurzaam antwoord zijn op de algemene ontwikkelingen die Parkstad Limburg kent. Het is een illusie te veronderstellen dat de Buitenring bijvoorbeeld demografische ontwikkelingen kan keren of zelfs significant kan beïnvloeden. Ruimtelijke ordening en nog te nemen verkeerskundige maatregelen dienen volgens mij aan te sluiten op deze algemene maatschappelijke ontwikkelingen en er niet tegengesteld aan te zijn.

Nu richten G.S. zich vooral op een ruimtelijke en/of economische ontwikkeling in de oostflank van Parkstad Limburg. Veel plannen zijn echter nog onzeker. Een voorbeeld van een dergelijke ontwikkeling op de verkeerde plek is de Euregio bazaar op de Bouwberg. Het is uit oogpunt van ruimtelijke ordening en mobiliteit beter om dergelijke ontwikkelingen te laten plaatsvinden bij de huidige hoofdwegenstructuur (A76, Antwerpse- en Keulseweg) en de openbaar vervoerknooppunten. Dit houdt wel een meer sturende ruimtelijke ordening in en geen bijzondere voorkeurspositie voor de gemeente Brunssum.

G.S. kiezen voor een ramkoers door bij voorbaat te kiezen voor een brede weg met twee keer twee rijstroken met grote bochtstralen en kruisingen die enorm veel ruimte kosten (om de mensen volgens Dirk Sijmons het "ringgevoel" te geven op een Parkway te rijden). Grote oppervlakten waardevol landschap worden door de weg zelf vernietigd en de doorsnijding van het landschap is eveneens een enorme aantasting. Het open landschap is voor recreatie en toerisme het grootste basiskapitaal dat Zuid-Limburg bezit. Deze Buitenring, die mede bedoeld is om recreatie en toerisme te bevorderen, vreet voor een deel zijn eigen bestaansgrond op. De studie Omgevingsvisie Buitenring Parkstad Limburg van de heer Dirk Sijmons moet ik karakteriseren als een oppervlakkige poging tot letterlijk mooi praten van de Buitenring die de werkelijkheid tracht te verbloemen.

Niet alleen de demografische ontwikkelingen zullen het mobiliteitspatroon van Parkstad Limburg veranderen. Ook zijn veranderingen nodig vanwege duurzaamheid en leefmilieu. Er dient daarom een geleidelijke verschuiving plaats te vinden van automobiliteit naar openbaar vervoer en langzaam verkeer. De hiervoor nodige voorzieningen kunnen nog sterk worden verbeterd en hiervoor zijn nog aanzienlijke investeringen door de verschillende overheden nodig. In dit perspectief bezien is de Buitenring een verkeerde keuze omdat deze automobiliteit zal bevorderen en veel schaarse overheidsmiddelen zal opslokken.

Er wordt absoluut onvoldoende inzicht gegeven of de Buitenring wel voldoende oplossing biedt aan de geschetste verkeerskundige problemen van Parkstad Limburg en in het bijzonder voldoende invloed heeft op de verkeersstromen nabij de knelpunten waar capaciteitsgebrek optreedt. Naar mijn mening dient de Buitenring op de eerste plaats hier een antwoord op te bieden. Nu zijn secundaire belangen doorslaggevend. Daarbij wordt het toekomstig verkeersaanbod sterk overschat. Een wegvariant met twee rijstroken had volwaardig moeten zijn uitgewerkt.
Vooral ter ontlasting van de Emmaweg, het noordelijke deel van de Randweg, de Patersweg en de Trichterweg is een nieuwe weg met 2x1-rijstrook nodig. Deze volgt zo lang mogelijk het bestaande tracé van de Randweg en buigt pas af noord van de Algemene begraafplaats. Deze weg eindigt bij de streekweg N276 (Doenrade Brunssum). Voor het tracé Randweg vanaf de Naanhof tot de Pastoorskuilenweg kan de buitenring de bestaande weg volgen, maar wel met een effectieve geluidwerende voorziening voor de bebouwing van Mariagewanden.

Het lijkt overtuigend als bestuurders keer op keer herhalen: "De Buitenring komt er hoe dan ook". Maar om wethouder Richard de Boer van Brunssum tegen te spreken: "Die buitenring zoals die nu is voorgesteld, die komt er nooit".

Harrie Winteraeken