Ingezonden persbericht


beantwoording SV nr. 65 inzake Vastgoedmonitor: leegstand panden in Utrecht.

2008
65
SCHRIFTELIJKE VRAGEN
Vragen van mevrouw K.E.M. Monnink
(ingekomen 24 juni 2008
en antwoorden door het college verzonden op 22 juli 2008)

"Al geruime tijd pleit de PVDA voor het gebruiken van leegstaande panden door startende en kleine ondernemers. Dit geeft de mogelijkheid om twee vliegen in één klap te slaan: Vastgoedeigenaren hebben hun pand niet langer leegstaan en startende ondernemers hebben een goedkoop onderkomen. Op diverse plekken in Nederland zijn hier al goede ervaring mee opgedaan. Bedrijven en andere organisaties nemen tegen zeer lage huren of servicekosten tijdelijk hun intrek in een gebouw.

In de Volkskrant van 24 juni jl. staat dat de gemeenten in Nederland geen idee hebben hoeveel panden er leegstaan. Deze stelling baart de PvdA zorgen. Het is zonde van de ruimte en de locatie die nu onbenut blijft, maar ook worden de kansen die het pand biedt voor een startende ondernemer niet benut. De gemeente Utrecht brengt jaarlijks aan de hand van de Vastgoedmonitor de leegstand van panden in kaart.

Naar aanleiding van het bovenstaande hebben wij de volgende vragen:


1. Hoe komt de Vastgoedmonitor tot stand? Klopt het dat de leegstand zoals beschreven in de Vastgoedmonitor voor een belangrijk deel wordt gebaseerd op gegevens van makelaars?

De Vastgoedmonitor biedt inzicht in het vastgoed dat te huur staat.

De Vastgoedmonitor komt tot stand door combinatie van gegevens die beschikbaar zijn binnen de Gemeente Utrecht, DTZ Zadelhoff Research, gesprekken met marktpartijen (makelaars, beleggers, ontwikkelaars), eigen onderzoek van de afdeling Bestuurinformatie en aanvullende literatuur.

Voor het opstellen van de Vastgoedmonitor maakt de afdeling Bestuursinformatie o.a. gebruik van het makelaarrapport van DTZ Zadelhoff Research, maar daarnaast vele andere bronnen.


2. Zijn de gegevens van makelaars dekkend? Immers leegstaande panden van beleggers zijn vaak niet bij makelaars bekend. Hoe vangt de gemeente dit op?

De gegevens van makelaars (DTZ) zijn dekkend vanaf een bepaalde m2-ondergrens.

Toelichting:

Voor kantoorruimte ligt deze grens op minimaal 500 m2 en gaat het om panden die op de vrije markt te huur wordt aangeboden. Panden die in eigendom zijn van de gebruiker zitten er dus niet in, maar dat is bij kantoorruimte maar een fractie van de markt. Panden die via andere makelaars worden aangeboden of van huurder wisselen zijn wel in de gegevens opgenomen. Dit geldt dus ook voor panden die in handen zijn van beleggers (dit betreft overigens een groot deel van de panden) en ruimte op de vrije markt te huur aanbieden.

Voor bedrijfsruimte geldt een ondergrens van 750 m2. Kleinere ruimtes zijn niet in de aanbod- en opnamecijfers opgenomen. Ook hier gaat het alleen om ruimte die op de vrije markt wordt aangeboden. Een groot deel van de bedrijfsruimte is in handen van een eigenaargebruiker en vallen daarmee buiten de marktcijfers. De leegstand in dit segment is echter (per definitie) nihil.


3. Is het College bereid om in beeld te brengen hoeveel bedrijfspanden er daadwerkelijk in de praktijk leegstaan? En wil het College daarbij aangeven welke bestemmingen de leegstaande panden hebben en hoe lang ze reeds leeg staan?"

Nee.

De leegstand van kantoren in Utrecht is dusdanig laag dat je kan spreken van een gezonde leegstandsituatie. De markt lost deze leegstand zelf op, door herontwikkeling van verouderde kantoren tot courante kantoren en door herontwikkeling van kantoren naar andere functies zoals zorgvoorzieningen of woningen. Op moment van in beeld brengen van de leegstand is dit alweer achterhaald.

De leegstand van bedrijfsruimtes is wat groter. Het zijn vooral de panden met 50% kantoren en 50% bedrijfsruimte die minder goed in de markt liggen. Alle beschikbare informatie kan iedereen zelf halen van de websites Realnext en Funda. DTZ heeft onlangs de leegstand van bedrijfspanden in Overvecht in beeld gebracht door middel van een inventarisatie uit genoemde websites. Voor Lage Weide wordt dit najaar door de provincie op dezelfde wijze de leegstand in beeld gebracht. Het overzicht van Overvecht is desgewenst beschikbaar, en ook van Lage Weide kunt u te zijner tijd het overzicht ontvangen.

Overigens is het aanbod van panden van eigenaar-gebruiker niet meegenomen, evenals gedeeltelijk leegstaande panden. Dit laatste omdat de eigenaar dit blijkbaar niet wil verhuren of omdat het onverhuurbaar is (bovenetages boven bedrijven).


---- --