Federale regering Belgie


Dienstencheques

Meer personen met een handicap kunnen genieten van 2.000 dienstencheques per jaar en de controle op dienstecheques wordt strenger

De ministerraad heeft op voorstel van minister van Werk Joëlle Milquet een ontwerp van koninklijk besluit goedgekeurd dat het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques wijzigt.

Het ontwerp verruimt de definitie van personen en kinderen met een handicap opgenomen in het koninklijk besluit van 12 december 2001. Het koninklijk besluit van 30 april 2008 voerde een maximum in van 750 dienstencheques per gebruiker en per kalenderjaar. Om degenen die absoluut nood hebben aan externe hulp in hun dagelijkse leven niet te straffen, voorzag het besluit de mogelijkheid om een afwijking te vragen op deze limiet, beperkt tot 2.000 dienstencheques per jaar.

Ter herinnering, drie categorieën personen kunnen deze aanvraag indienen:


1) personen met een handicap of de ouders van minderjarige kinderen erkend als personen met een handicap,

2) de ouderen die een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) genieten,

3) de alleenstaande ouders met kinderen ten laste.

In de aanvankelijke versie van het koninklijk besluit betreffende de dienstencheques hield de definitie van personen met een handicap slechts rekening met de personen met een handicap als dusdanig erkend door de gewest- of gemeenschapsinstellingen (Vlaams Agentschap voor Personen met een handicap, Agence wallonne pour l'intégration des Personnes handicapées, enz.). Dit ontwerp breidt de definitie van personen met een handicap uit tot:

* de personen met een handicap erkend door de directie-generaal Personen met een handicap van de FOD Sociale Zekerheid,
* de kinderen die genieten van verhoogde kinderbijslag voor kinderen met een handicap of een ernstige ziekte,

* de kinderen met een handicap erkend door de directie-generaal Personen met een handicap.

De uitbreiding zal elke betrokkene toelaten zonder al te veel bijkomende administratieve stappen een aanvraag in te dienen tot afwijking van het plafond van 750 dienstencheques per gebruiker per kalenderjaar.

Verder versterkt het ontwerp van koninklijk besluit de rol van de dienstencheque-ondernemingen alsook de strijd tegen eventuele 'carrousel-problemen. Het wijzigt immers de procedure voor schorsing en intrekking van de dienstencheque-erkenning en een procedure voor intrekking met uitstel en voor onmiddellijke intrekking.

In de praktijk heeft de schorsing geen zin omdat de geschorste ondernemingen tijdens de schorsingsperiode het bewijs niet kunnen leveren van de naleving van de erkenningsvoorwaarden. De nieuwe procedure voor intrekking met uitstel kent de ondernemingen een regularisatietermijn toe. Het ontwerp omvat ook een mogelijkheid tot onmiddellijke intrekking, waarvoor de wettelijke basis verleend wordt door de programmawet van 8 juni 2008.