over het bericht dat thuiszorginstellingen zwaar in de problemen zitten door de aanbesteding

Antwoorden vragen Kamerlid Agema (PVV) over het bericht dat thuiszorginstellingen zwaar in de problemen zitten door de aanbesteding

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DLZ-K-U-2861740

23 juli 2008

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Agema (PVV) over het bericht dat thuiszorginstellingen zwaar in de problemen zitten door de aanbesteding (2070824120).

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

mw. dr. J. Bussemaker


1. Bent u bekend met het bericht "Aanbesteding thuiszorg drijft sector in de rode cijfers"? 1)

Ja


2. Deelt u de mening dat het te gek voor woorden is dat door de aanbesteding in de thuiszorg 36 van de 71 instellingen verlies lijden? Zo neen, waarom niet?

Al enige jaren is het beeld dat een deel van de instellingen in de thuiszorg verlies leidt en een ander deel een positief resultaat realiseert. In 2007 is dit niet anders. Wel is door de komst van de Wmo een verandering gaande in de thuiszorg. Van belang is dat de vermogenspositie van de instellingen niet teveel wordt aangetast. Ultimo 2007 is sprake van een budgetratio van 11,6%. Dit biedt een voldoende basis voor adequate zorgverlening.


3. Deelt u de mening dat faillissementen in de thuiszorg onherroepelijk een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van zorg? Zo neen, waarom niet?

Het is sterk afhankelijk van het marktaandeel van de organisatie en de huidige kwaliteit van de geleverde zorg of een faillissement de kwaliteit van de zorg zal beïnvloeden. Indien deze aanbieder een klein marktaandeel heeft dan zal de zorgverlening zonder veel problemen kunnen worden overgenomen door andere zorgaanbieders zonder kwaliteitsverlies. Indien het een zorgaanbieder is met een groot marktaandeel dan zullen grote aanpassingen noodzakelijk zijn. Door de aard van thuiszorginstellingen, weinig infrastructuur op het gebied van onroerend goed, kunnen thuiszorginstellingen wanneer zij failliet gaan gemakkelijk worden overgenomen door andere aanbieders. De cliënten zullen daar in de regel weinig van merken en de kwaliteit zal er niet minder op worden. Sterker door het beëindigen van de werkzaamheden van een zorgaanbieder worden nieuwe kansen geboden aan nieuwe instellingen. Deze bieden goede en soms betere kwaliteit. Zoals bijvoorbeeld in de situatie van thuiszorg Amsterdam. Daar is gezocht naar overname van de zorg aan cliënten door andere thuiszorgorganisaties, zodat geen negatieve invloed uitgaat op de kwaliteit van de zorgverlening. Dat heeft er toe geleid dat (een deel van) de zorg zal worden uitgevoerd door Evean, Zonnehuisgroep Amstelland en Cordaan.
Alleen als er sprake is van een dreigend faillissement van een instelling die in een regio de enige aanbieder is of zo groot dat andere aanbieders de zorg niet kunnen overnemen kan er een situatie ontstaan die een gevaar vormt voor de continuïteit en de kwaliteit van de zorg. Instellingen kunnen dan contact opnemen met de NZa, die zal bezien of er aanleiding is over te gaan tot steunverlening.


4. Bent u voornemens maatregelen te nemen om de in aantocht zijnde faillissementen te voorkomen? Zo ja, welke?

De nu gepresenteerde cijfers geven mij geen aanleiding om te verwachten dat er faillissementen in aantocht zijn. Mocht een instelling toch in de financiële problemen komen dan kan deze instelling, na overleg met het zorgkantoor, contact opnemen met de NZa. De NZa zal beoordelen of er aanleiding is om eventueel over te gaan tot steunverlening.


5. Wat is uw reactie op het feit dat het aantal interim-medewerkers en uitzendkrachten in 2007 met 20% is gestegen?

Het personeelsbeleid is primair de verantwoordelijkheid van de zorginstellingen. Zoals ik in mijn brief van 8 juli jl (DLZ/SFI/2859714) heb aangegeven zal ik wel in algemene zin in overleg treden met Actiz, om te vernemen hoe de sector omgaat met de veranderingen in de thuiszorgmarkt.


1) 'Zorginstellingen zitten zwaar in de problemen', Financieel Dagblad, 26 juni 2008

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Leijten (SP), ingezonden 30 juni 2008 (vraagnummer 2070824110)