Stichting Wakker Dier

RSS Feeds

EU subsidieert bloedarmoede
(24 juli 2008)
Wakker Dier dient vandaag een klacht in bij de Europese Commissie tegen een nieuwe subsidie aan de bio-industrie: de Nederlandse kalfsvleessector krijgt 2,8 miljoen euro voor promotie. Nederland is nu al het `kalfdichtste' land ter wereld. Wakker Dier is met stomheid geslagen: "Straks krijgt iedereen met eigen belastinggeld betaalde spotjes te horen waarin kálfsvlees ineens het meest veelzijdige stukje vlees is. Dit is een subsidie op bloedarmoede!" Kalfsvlees is blank vanwege de bloedarmoede die de kalveren opzettelijk wordt toegebracht.

Veel Nederlanders eten geen kalfsvlees vanwege het dierenleed: de gemiddelde Nederlander 1,3 kilo per jaar tegenover 41 kilo varkensvlees. In de nota Dierenwelzijn geeft ook de minister aan dat ingrijpen nodig is. Nederland is de grootste exporteur van blank kalfsvlees ter wereld en het meest kalfdichte land ter wereld. Jaarlijks worden 700.000 pasgeboren kalveren uit ondermeer Polen en Ierland naar Nederland op veetransport gezet. De kalveren worden hier de eerste acht weken in hun eentje in boxen gezet. De laatste vier maanden staan ze in kale hokken zonder stro of uitloop. Ze worden op een dieet van kunstmelk gezet, waardoor ze bloedarmoede krijgen en het vlees blanker wordt.
Het kabinet riep onlangs op om minder vlees te consumeren. Dat streven staat haaks op een subsidie voor de kalversector. Wakker Dier vindt dat de EU, die haar mond vol heeft over dierenwelzijn, moet stoppen met het subsidiëren van dierenleed.
Wakker Dier vreest voor een platte promotie-campagne zoals 'Kip, het meest veelzijdige stukje vlees' van de kippensector. Ook deze campagne kreeg onlangs 2,8 miljoen van de EU. Ook hier was het geld bedoeld voor voorlichting over huisvestingsystemen en voedselveiligheid, maar wat de burger kreeg waren radiospots en kiprecepten. De subsidie voor de kalversector is voor voorlichting in Nederland, Duitsland en Italië over kwaliteitssystemen in de sector.

Kalfjes zijn veelal het 'bijproduct' van de melksector. Koeien moeten jaarlijks een kalf krijgen om de melkproductie hoog te houden. Een deel van de kalveren wordt melkkoe, maar de meesten worden vleeskalf. Behalve dat kalfjes van eigen bodem hier worden vetgemest , haalt Nederland pasgeboren kalveren uit vrijwel alle EU-landen om hier vet te mesten. Deze dieren gaan urenlang op transport, terwijl ze nog geen maand oud zijn.
De kalveren worden bij de geboorte bij de moeder weggehaald en vetgemest met kunstmelk. De eerste acht weken staan ze alleen in een hok. Na acht weken worden vijf tot tien kalveren samen in een hok geplaatst. Bij driekwart van de 1,3 miljoen kalveren die jaarlijks in Nederland worden vetgemest, wordt ijzerarme kunstmelk gegeven waardoor de dieren bloedarmoede krijgen en het vlees blank wordt. Terwijl een kalf normaal een hemoglobinewaarde heeft van 7.5, heeft een kalf in de bio-industrie slechts 4.5. Het vlees gaat voornamelijk naar het buitenland. Vorig jaar besloten diverse Engelse supermarkten en bedrijven hun eigen kalveren te gaan vetmesten vanwege het enorme dierenleed onder kalveren in Nederland.
De subsidie voor het kalfsvleesprogramma is ingediend door de Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) voor voorlichting over kwaliteitssystemen in de kalfsvleessector. De campagne zal zich richten op Nederland, Duitsland en Italië. Deze laatsten zijn grote afnemers van Hollands kalfsvlees.