Kamerlid Agema over het gedogen van een lichte vorm van meisjesbesnijdenis

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Agema over het gedogen van een lichte vorm van meisjesbesnijdenis

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DMO-K-U-2854230

29 juli 2008

Hierbij zend ik u mede namens de minister van Justitie de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Agema (PVV) over het gedogen van een lichte vorm van meisjesbesnijdenis (ingezonden 27 mei 2008).

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

mw. dr. J. Bussemaker

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Agema over het gedogen van een lichte vorm van meisjesbesnijdenis (2070821100).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht `Een druppeltje bloed'? 1)

Antwoord 1

Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV) is in Nederland verboden. Ook een "lichte vorm" van besnijdenis - zoals de heer Mulder voorstelt - is in strijd met de wet én een schending van vrouwen- en kinderrechten. De medische beroepsorganisaties, waaronder de KNMG, hebben hierover ook een duidelijk standpunt geformuleerd: aan geen enkele vorm van vrouwenbesnijdenis mag worden meegewerkt.

Vraag 2

Deelt u de mening dat kleine meisjes in ons land beschermd dienen te worden tegen de barbaarsheid van meisjesbesnijdenis, en dat op geen enkele manier deze verminking gedoogd mag worden? Zo ja, hoe gaat u bewerkstelligen dat dit ook gebeurt?

Antwoord 2

Het verbod op VGV gaat uit van de bescherming van het kind. Meisjes moeten beschermd worden tegen deze vorm van verminking en de schending van hun lichaam. Mijn beleidsbrief Beschermd en Weerbaar (kamerstukken II, 2007-2008, 28345, nr. 51) bevat diverse maatregelen die ik neem om VGV aan te pakken.

Vraag 3

Bent u bereid een hartig woordje met deze arts over deze kwestie te wisselen en daarover verslag uit te brengen aan de Kamer? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 3

Nee, de heer Mulder heeft recht op zijn eigen mening. Hij is overigens niet praktiserend arts. Elke vorm van VGV is in strijd met de wet. De KNMG heeft zich ook duidelijk uitgesproken tegen elke vorm van VGV. Artsen kunnen, bij overtreding van de wet in dit kader, strafrechtelijk worden vervolgd en zij zijn onderworpen aan tuchtrechtspraak.

Vraag 4

Deelt u de mening dat er in ons land helemaal geen sprake is van een zero tolerance-beleid ten aanzien van vrouwenbesnijdenis, omdat er nog nooit iemand veroordeeld is en meisjesbesnijdenis nog steeds veelvuldig voorkomt? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4

In mijn beleidsbrief Beschermd en Weerbaar (kamerstukken II, 2007-2008, 28345, nr. 51) staan concrete acties die worden ondernomen om VGV te voorkomen en te bestrijden.

Vraag 5

Deelt u voorts de mening dat artsen, die aan welke vorm van meisjesbesnijdenis dan ook meewerken, uit hun beroep gezet moet worden? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 5

Zoals bij elke handeling die een arts pleegt die in strijd is met de normen van de beroepsgroep beslist het Medisch Tuchtcollege over de gevolgen hiervan voor de arts in kwestie. De betrokken beroepsgroepen hebben heel heldere standpunten ingenomen tegen iedere vorm van meisjesbesnijdenis.

Vraag 6

Deelt u tenslotte de mening dat, wanneer een meisje dat hier geboren is op enig moment besneden blijkt te zijn, het hele gezin gedenaturaliseerd en uitgezet moet worden? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 6

Nee, die mening deel ik niet. De Rijkswet op het Nederlanderschap bevat geen bepaling op grond waarvan intrekking van het Nederlanderschap wegens gepleegde strafbare feiten mogelijk is. Het Europees Nationaliteitsverdrag (Trb. 1998, 10), waartoe ook Nederland is toegetreden, beperkt de mogelijkheden op grond waarvan de nationaliteit kan worden ingetrokken. Intrekking wegens (strafbare) gedragingen is alleen mogelijk indien het gedrag betreft dat de essentiële belangen van de staat wezenlijke schade toebrengt. De toelichting bij het Europees Nationaliteitsverdrag vermeldt hoogverraad en spionage voor een andere staat als voorbeelden van gedrag dat een aantasting van de essentiële belangen van de staat is, en stelt tevens dat misdrijven van algemene aard, hoe ernstig ook, niet worden bedoeld. De in de vraag bedoelde feiten vallen onder deze misdrijven van algemene aard. Het is dan ook niet toegestaan het Nederlanderschap te ontnemen om de reden dat betrokkene zijn of haar dochter heeft laten besnijden.


1) Medisch Contact, Een druppeltje bloed
Publicatie: Nr. 21 - 23 mei 2008