Gemeente Oirschot

Convenant Kinderen doen mee

Op 30 juni 2008 sloten de staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Bergeijk, Bladel, Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden een convenant. Doel is het aantal kinderen dat om financiële redenen niet aan de maatschappij kan deelnemen te halveren. Om dit te bereiken zijn er afspraken gemaakt.

Te veel kinderen lopen, vaak door een combinatie van problemen, al vroeg een achterstand op. De gemeenten willen voorkomen dat deze kinderen los komen te staan van de samenleving en terechtkomen in een kansloze onderklasse. Door vroegtijdige tussenkomst in gezinnen die een specifiek risico lopen en door maatregelen in en rond het onderwijs zetten de gemeenten hier stevig op in.

Kinderen in een gezin met een laag inkomen moeten volgens de gemeenten volwaardig mee kunnen doen in de samenleving. Door de inzet van verschillende instrumenten en regelingen kunnen drempels verdwijnen. Bijvoorbeeld door het lidmaatschap van een sportclub of muziekschool, uitstapjes of een bezoek aan musea.

De staatssecretaris wil het aantal kinderen dat niet deelneemt aan de samenleving met de helft terugbrengen en stelt daarvoor in zowel 2008 als 2009 veertig miljoen euro beschikbaar voor heel Nederland. Met dat geld richt hij zich op alle kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar in gezinnen met een inkomen tot 110% van de toepasselijke bijstandsnorm.

De gemeenten verstrekken waar mogelijk voorzieningen in natura aan kinderen in gezinnen met een laag inkomen. Daarnaast werken de gemeenten samen met sportverenigingen, cultuurinstellingen, scholen en centra voor jeugd en gezin. Belangrijk is dat de activiteiten elkaar versterken, dat gemeenten zo veel mogelijk gebruikmaken van de lokale voorzieningen en dat kinderen zelf keuzes kunnen maken. Waar voorzieningen ontbreken, kunnen de gemeenten subsidieregelingen en uitkeringen vanuit sport- en cultuurbeleid benutten om een goed aanbod te ontwikkelen. De gemeenten streven naar activiteiten die een blijvend effect hebben.

De staatssecretaris evalueert de effecten van het beleid periodiek met de gemeenten en zo nodig stellen zij de afspraken bij.