Proef met luchtzuiverende straatstenen
De gemeente Hengelo en de Universiteit Twente leggen in de Hengelose
Castorweg een proefvak met luchtzuiverende straatstenen aan. De
toplaag van de betonstenen zet stikstofoxide uit uitlaatgassen om in
onschuldig nitraat.
In de uitlaatgassen van auto's zitten stikstofoxides(NO )
Stikstofoxides veroorzaken zure regen en smog. Dit probleem kan deels
opgelost worden door luchtzuiverende straatstenen toe te passen. De
straatstenen hebben een toplaag van luchtzuiverend beton. Dit beton
bevat titaandioxide, fotokatalytisch materiaal, dat de stikstofoxides
uit de lucht met behulp van zonlicht omzet in het onschadelijke
nitraat. Met een regenbui spoelt de straat weer schoon.
De UT heeft de stenen, op basis van een Japanse vinding, in haar
betonlaboratorium verder ontwikkeld en de werking aangetoond. Nu is de
stap genomen om de stenen in de praktijk te testen. Hiervoor heeft de
gemeente Hengelo de locatie Castorweg beschikbaar gesteld. De straat
wordt in twee vakken verdeeld. Een met de gebruikelijke straatstenen
en een met de luchtzuiverende stenen. Door in beide wegvakken de
luchtkwaliteit te meten kan de praktische werking worden aangetoond.
Er zit zelfs nog een extra voordeel aan: de stenen stoten het
straatvuil af, waardoor de stenen altijd schoon blijven.
De locatie in Hengelo is gekozen vanwege de hoeveelheid auto's en het
feit dat de weg gereconstrueerd wordt. De luchtkwaliteit ter plaatse
voldoet uitstekend aan de norm.
Deze proef wordt uitgevoerd met stenenproducent Struyk Verwo Infra. De
provincie Overijssel heeft in het kader van het programma Effectief
Duurzaam subsidie voor dit project beschikbaar gesteld. De provincie
Overijssel ziet in deze stenen een goede toekomstige mogelijkheid om
de luchtkwaliteit te verbeteren op de plekken waar deze de norm
overschrijdt. Het demonstratieproject is ook van betekenis op
landelijk niveau.
Naar verwachting zal de wegreconstructie aan het eind van het jaar
afgerond zijn. Begin volgend jaar volgen de eerste metingen. De eerste
testresultaten worden rond de zomer van 2009 verwacht.
Noot voor de pers:
Universiteit Twente