Ministerie van Buitenlandse Zaken

Kamerbrief onver China

05-08-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Tijdens het algemeen overleg over China, dat ik op 11 juni 2008 samen met de staatssecretarissen van Economische Zaken en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heb gevoerd, heb ik toegezegd uw Kamer kort voor de Olympische Spelen van Peking nader te informeren over mijn appreciatie van (recente ontwikkelingen in) de mensenrechtensituatie in China en over de situatie in Tibet. Met deze brief doe ik deze toezeggingen gestand.

Mensenrechtensituatie in China

Tijdens het algemeen overleg van 11 juni ben ik ingegaan op een aantal zorgpunten op het gebied van mensenrechten in China. Het gaat daarbij met name om de positie van mensenrechtenverdedigers, de vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst, doodstraf en etnische minderheden. Sindsdien is de situatie op het gebied van de mensenrechten in China op sommige punten verslechterd, zoals Amnesty International ook heeft gesteld in het rapport "The Olympic countdown - broken promises".

Mensenrechtenverdedigers

In aanloop naar de Olympische Spelen is er onverminderd sprake van een sterke controle van de Chinese overheid op mensenrechtenverdedigers. De afgelopen weken is hun positie verder verslechterd. Een aantal van hen is gearresteerd, sommigen zijn onder huisarrest geplaatst en anderen zijn gedwongen Peking tijdelijk te verlaten. De Nederlandse regering blijft zich daarom inspannen om deze groep te ondersteunen. De tijdens het algemeen overleg aangekondigde publicatie van de EU-richtlijnen voor mensenrechtenverdedigers in de Chinese taal is inmiddels verschenen. Deze publicatie wordt breed verspreid onder Chinese mensenrechtenverdedigers. De Nederlandse kritische betrokkenheid op het gebied van mensenrechten wordt door verschillende Chinese mensenrechtenverdedigers omschreven als een effectieve manier om met de Chinese regering in gesprek te blijven.

Vrijheid van meningsuiting, inclusief persvrijheid

Tijdens het algemeen overleg van 11 juni heb ik al aangegeven dat de situatie rond persvrijheid en vrijheid van internet zorgelijk was. Dit is onveranderd het geval. Wat betreft de positie van buitenlandse journalisten moet worden geconstateerd dat niet in alle gevallen sprake is van de toegezegde en wettelijk vastgelegde regels m.b.t. onbeperkte toegang. Naar mijn mening wordt dit ten dele veroorzaakt door een in China breder geldend probleem dat centrale wetgeving op lokaal niveau niet altijd juist wordt uitgevoerd. Nederland zal blijven aandringen op het permanent maken van de in het kader van de Olympische Spelen ingestelde regels voor buitenlandse journalisten.

Daarnaast blijft de Nederlandse regering erop aandringen dat ook Chinese journalisten en assistenten van journalisten gebruik kunnen maken van de grotere vrijheden zoals die voor buitenlandse journalisten gelden. Zoals ook blijkt uit het rapport van Human Rights Watch van begin juli, worden met name personen binnen deze groepen soms ernstig belemmerd in hun functioneren.

Een ander punt van zorg betreft de toegang tot internet. De Chinese autoriteiten vertonen een bijzondere gevoeligheid ten aanzien van toegang tot het internet. Zo werd in eerste instantie ook voor buitenlandse journalisten de toegang tot websites als Amnesty International geblokkeerd en werden deze blokkades pas in een later stadium en voorzover bekend gedeeltelijk opgeheven. Het IOC heeft in een persbericht van 31 juli 2008 ontkend dat het ooit heeft ingestemd met censuur op internet. In het kader van persvrijheid hecht de regering eraan dat buitenlandse journalisten een gelijke toegang tot internet hebben als zij hadden bij de vorige Olympische Spelen. Meer in het algemeen wijst de regering censuur op internet af.

Doodstraf

Hoewel het aantal gevallen van het opleggen en uitvoeren van de doodstraf voor zover bekend nog steeds zorgwekkend hoog is en de doodstraf kan worden opgelegd bij een groot aantal misdrijven, is er wel sprake van enige verbetering ten opzichte van enkele jaren geleden. Zo lijkt het aantal doodvonnissen sinds de invoering van een verplichte toets door het Chinese Hooggerechtshof af te nemen en heeft het hof ook een aantal doodvonnissen herzien. Ik wil daarbij benadrukken dat het afschaffen van de doodstraf in China naar mijn mening een zeer geleidelijk proces zal zijn en ik op korte termijn geen grote veranderingen verwacht. De Nederlandse regering zal blijven aandringen op verdergaande stappen op dit vlak.

Vrijheid van religie

De positie van kerkelijk leiders blijft zorgelijk. Zo lijkt er een lichte toename van arrestaties van kerkelijk leiders te zijn. De Nederlandse regering blijft zich onverminderd inzetten voor de religieuze minderheden in China. Ik zal er op aandringen dat dit onderwerp tijdens de EU-China mensenrechtendialoog in oktober van dit jaar uitgebreid aan de orde gesteld wordt. Daarnaast zal de mensenrechtenambassadeur dit onderwerp bij zijn volgende consultaties met de Chinese autoriteiten aan de orde stellen.

Tibet

Op dit moment bestaat nog steeds onduidelijkheid over de situatie in Tibet. Dit wordt mede veroorzaakt doordat diplomaten en buitenlandse journalisten geen vrije toegang tot Tibet hebben. Ook de contacten tussen Tibetanen in ballingschap en hun familie in Tibet zijn op dit moment zeer beperkt. Daarom blijf ik bezorgd over de mensenrechtensituatie van etnisch-Tibetanen en acht ik het van groot belang dat internationale journalisten en diplomaten brede toegang krijgen tot Tibet. Dan kan er betere, objectievere informatie naar buiten komen. Deze boodschap geven wij ook aan de Chinese autoriteiten af.

Het feit dat een Nederlandse diplomaat vorige week als eerste westerse diplomaat sinds medio april Tibet heeft kunnen bezoeken acht ik een positieve geste van de Chinese autoriteiten. Tegelijkertijd is tijdens dit bezoek gebleken dat de spanning in Tibet onverminderd groot is. De kloof tussen etnisch-Tibetanen en Han-Chinezen is sinds begin dit jaar groter geworden. Er vinden scherpe, uitgebreide controles plaats door de Chinese autoriteiten. De religieuze vrijheid, bijvoorbeeld in Tibetaanse kloosters, staat ernstig onder druk. Daarom blijft de regering erop aandringen dat de Chinese autoriteiten en de vertegenwoordigers van de Dalai Lama de weg van vreedzame dialoog voortzetten teneinde de onderliggende oorzaken van de problemen weg te nemen.

Begin juli heeft de zevende overlegronde tussen vertegenwoordigers van de Chinese regering en de speciale gezanten van de Dalai Lama plaatsgevonden. Op basis van de mij beschikbare informatie (gebaseerd op contacten met beide zijden) kan worden geconstateerd dat deze overlegronde wel enige, maar niet veel vooruitgang heeft opgeleverd en dat een doorbraak is uitgebleven. De voortgang betreft met name de onderwerpen die in de dialoog besproken kunnen worden. Een belangrijk zorgpunt aan de kant van de speciale gezanten, zoals ook in de pers naar buiten gekomen, betreft het vermeende gebrek aan committering van de Chinese autoriteiten aan de dialoog. Afgesproken is dat er in de tweede helft van oktober een volgende overlegronde zal plaatsvinden. Ik vind het van belang dat er tijdens die overlegronde verdere vooruitgang kan worden geboekt. In dat kader heeft Nederland bij het Franse EU-voorzitterschap er wederom voor gepleit te komen tot een ontmoeting van EU ministers van Buitenlandse Zaken met de Dalai Lama.

Conclusie

De mensenrechtensituatie in China heeft recent in zijn algemeenheid geen verbetering ondergaan. De zorgpunten die ik tijdens het algemeen overleg van 11 juni heb beschreven, blijven onverminderd bestaan. Het is duidelijk dat de Chinese autoriteiten de Olympische Spelen tot een succes willen maken en daartoe risico's op incidenten en daaraan verbonden mogelijke negatieve publiciteit zoveel mogelijk willen beperken. Dit komt ook tot uitdrukking op het gebied van mensenrechten. Tegelijkertijd ben ik van mening dat de weg van dialoog de enige is die op de lange termijn vruchten kan afwerpen. Het is dan ook van belang om onveranderd kritisch, constructief en betrokken te blijven ten aanzien van de mensenrechtensituatie in China. Tegen deze achtergrond is er geen aanleiding om af te wijken van het eerder geuite vaste voornemen van de minister-president en de staatssecretaris van VWS om de openingsceremonie van de Olympische Spelen bij te wonen.

Het Nederlandse mensenrechtenbeleid ten aanzien van China zal ook na de Olympische Spelen ten volste worden uitgedragen. De regering zal de mensenrechtensituatie stelselmatig bij de Chinese autoriteiten aan de orde blijven stellen, bilateraal en multilateraal. Door consistentie in onze benadering, met een open, eerlijke en constructieve dialoog, kunnen we dit gesprek ook op alle niveaus voeren.

Inmiddels is Nederland onder aanvoering van het Franse EU-voorzitterschap bezig met de voorbereidingen van de EU-China mensenrechtendialoog die in oktober dit jaar zal plaatsvinden. Daarnaast wordt gewerkt aan het bezoek van de Nederlandse mensenrechtenambassadeur aan China eind 2008 of begin 2009.

De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen