Verordening inzake gebruik van het visuminformatiesysteem (VIS)
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 562/2006 wat betreft het
gebruik van het visuminformatiesysteem (VIS) in het kader van de
Schengengrenscode
* Basisgegevens
* Essentie voorstel
* Subsidiariteit en proportionaliteit
* Consequenties
* Nederlandse positie
Basisgegevens
Nr. Commissiedocument: COM (2008) 101 definitief
Datum Commissiedocument: 22 februari 2008
Pre-lex: http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&
DosId=196788
Nr. Impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board
http://ec.europa.eu/governance/impact/cia 2007_en.htm: niet uitgevoerd
Behandelingstraject Raad: Raadswerkgroep Grenzen, SCIFA, Coreper,
JBZ-Raad
Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Justitie
Rechtsbasis: art. 62, punt 2, onder a, EG-Verdrag
Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: gekwalificeerde
meerderheidsbesluitvorming in de Raad, codecisie EP
Comitologie: er wordt geen nieuw comité ingesteld.
Essentie voorstel
Dit voorstel heeft betrekking op de wijzigingen van verordening (EG)
nr. 562/2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende
de overschrijding van de grenzen door personen (de Schengengrenscode),
die nodig zijn voor een efficiënt verplicht gebruik van het
visuminformatiesysteem (VIS) aan de buitengrenzen. De bevoegdheid en
de subsidiariteit en proportionaliteit van het voorstel beoordeelt
Nederland positief. Nederland ondersteunt het voorstel om de
Schengengrenscode te wijzigen.
Inhoud voorstel:
Dit voorstel heeft betrekking op de wijzigingen van de
Schengengrenscode die nodig zijn voor een efficiënt gebruik van het
VIS aan de buitengrenzen. Het doel van dit voorstel is
gemeenschappelijke regels vast te stellen voor het verplichte gebruik
van het VIS aan de buitengrenzen en zo het geïntegreerd grensbeheer
van de Europese Unie verder te ontwikkelen.
De Commissie geeft aan dat artikel 18 van de VIS-verordening bepaalt
dat buitengrensbeambten het VIS voor verificatie kunnen raadplegen aan
de hand van het nummer van de visumsticker en de vingerafdrukken van
de visumhouder. Echter, de VIS-verordening bevat geen bepalingen die
het gebruik van het VIS aan de buitengrenzen verplicht stellen. Dit
voorstel is bedoeld om de VIS-verordening aan te vullen met
gemeenschappelijke regels om verificatie door raadpleging van het VIS
bij binnenkomst verplicht te stellen. Verder wordt voorgesteld om bij
uitreis verificatie door raadpleging van het VIS niet verplicht, maar
wel mogelijk, te maken.
In de toelichting bij het voorstel wordt ingegaan op de wijze waarop
buitengrensbeambten het VIS dienen te gebruiken tijdens de
overgangsperiode (maximaal drie jaar na ingebruikneming van het VIS,
zoals genoemd in artikel 18, lid 2 van de VIS-verordening).
Impact-assessment Commissie:
NB: er is geen officiële impact assessment beschikbaar voor onderhavig
voorstel, maar in het voorstel wordt wel aangegeven dat er een
effectbeoordeling voor de VIS-verordening is verricht. Ten aanzien van
grenscontroles wordt in deze effectbeoordeling geconcludeerd dat de
grenscontroles dankzij de biometrische gegevens in het VIS naar
verwachting beduidend efficiënter zullen verlopen. Voorwaarde daarvoor
is een volledig gebruik van het VIS bij de controles aan de
buitengrenzen.
Subsidiariteit en proportionaliteit
a) Bevoegdheid:de rechtsgrondslag van het voorstel is art. 62, punt 2,
onder a, EG-Verdrag. Dit is naar mening van Nederland de juiste
rechtsbasis.
b) Functionele toets
o Subsidiariteit: positief
o Proportionaliteit: positief
o Onderbouwing:
M.b.t. subsidiariteit: het voorstel, wijziging van de
Schengengrenscode, vormt een verdere ontwikkeling van het
Schengenacquis. Die ontwikkeling kan slechts op Europees niveau
plaatsvinden.
M.b.t. proportionaliteit: het onderhavige voorstel gaat niet verder
dan noodzakelijk is voor het bereiken van het gestelde doel
(gemeenschappelijke regels vast stellen voor het verplichte gebruik
van het VIS aan de buitengrenzen en zo het geïntegreerd grensbeheer
van de Europese Unie verder te ontwikkelen).
c) Nederlands oordeel:
Nederland steunt dit voorstel. De in het voorstel genoemde maatregel,
het verplichte gebruik van het VIS aan de buitengrenzen, draagt bij
aan het door Nederland ondersteunde beleid om te streven naar een
geïntegreerd beheer van de buitengrenzen van de EU. De voorgestelde
maatregel draagt ook bij aan de bestrijding van vormen van
grensoverschrijdende criminaliteit zoals fraude, mensenhandel en
mensensmokkel.
Consequenties
Implicaties financieel
a) Consequenties EG-begroting: geen
b) Financiële, consequenties (incl. personele) voor Rijksoverheid en /
of decentrale overheden:
De financiële gevolgen voor de Rijksoverheid schat Nederland als zeer
aanzienlijk in. Deze financiële gevolgen zijn echter al voorzien en
zijn bij het Ministerie van Justitie ondergebracht in een project ten
behoeve van de implementatie van het VIS. De kosten die voortvloeien
uit het onderhavige voorstel liggen voornamelijk op het terrein van
het voorzien van alle buitengrensdoorlaatposten van een aansluiting op
het VIS, van elektronische paspoortlezers en van biometrische lezers.
Evt. onvoorziene financiële gevolgen dienen ingepast te worden op de
begrotingen van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de
regels budgetdiscipline.
c) Financiële, consequenties (incl. personele) bedrijfsleven en
burger:
De financiële gevolgen voor bedrijfsleven en burger schat Nederland
als beperkt in. Mogelijk zijn er aanpassingen nodig in de
infrastructuur van de grensdoorlaatposten. Dit kan tot kosten leiden
voor de (lucht)havens. Voor de burger zullen mogelijk de kosten voor
een visum stijgen. Deze financiële gevolgen zijn echter eerder een
gevolg van de VIS-verordening dan rechtstreeks van onderhavig
voorstel.
d) Administratieve lasten voor Rijksoverheid, decentrale overheden en/
of bedrijfsleven en burger:
De administratieve lasten voor Rijksoverheid, decentrale overheden
en/of bedrijfsleven en burger schat Nederland als beperkt in. Het
vullen van VIS is een administratieve last die voor rekening komt van
de Rijksoverheid. Dit vullen zal met name plaatsvinden op de
afgiftepunten van visa. Onderhavig voorstel ziet echter enkel op de
raadpleging van VIS. Dit zal naar verwachting slechts beperkte
administratieve lasten met zich meebrengen. Voor de burger is het van
belang dat er een vlotte en klantgerichte afhandeling van
passagiersstromen plaatsvindt met zo weinig mogelijk administratieve
lasten.
Implicaties juridisch
a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of
sanctionering beleid:
Geen.
b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen en
kaderbesluiten), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij
verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid:
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op
die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling:
Er is geen evaluatie- of horizonbepaling opgenomen in het voorstel. In
artikel 50, lid 4, van de VIS- verordening is voorzien dat drie jaar
na ingebruikneming van het VIS, en vervolgens om de vier jaar, een
algemene evaluatie van het VIS zal plaatsvinden. Nederland acht deze
algemene evaluatie van belang.
Implicaties voor uitvoering en handhaving
Informatie over het inschakelen van nationale agentschappen,
zelfstandige bestuursorganen e.d.
a) Uitvoerbaarheid:
Voor het uitvoeren van de maatregel in dit voorstel (het verplichte
gebruik van het VIS aan de buitengrenzen) is nodig dat alle
buitengrensdoorlaatposten beschikken over toegang tot het VIS, over
elektronische paspoortlezers en biometrische lezers. Als daarover
wordt beschikt, lijkt het voorgestelde uitvoerbaar.
b) Handhaafbaarheid:
Het voorstel, wijziging van de Schengengrenscode, vormt een verdere
ontwikkeling van het Schengenacquis. De voorgestelde maatregel, het
verplichte gebruik van het VIS aan de buitengrenzen, is een juridische
bijdrage aan handhaving van het Schengenacquis. Momenteel wordt de
uitvoering van de Schengengrenscode door de Schengenlidstaten
gecontroleerd door de Schengenevaluatie. Op het moment dat
voorgestelde maatregel onderdeel uitmaakt van de Schengengrenscode,
zal handhaving van deze maatregel worden gecontroleerd door de
Schengenevaluatie. De Schengenevaluatie wordt uitgevoerd door experts
van de Schengenlidstaten en een afgevaardigde van de Commissie.
Implicaties voor ontwikkelingslanden
a) Geen
b) Toelichting implicaties: n.v.t.
Nederlandse positie
Nederlandse belangen en eerste algemene standpunt:
Nederland steunt dit voorstel. Het voorstel draagt bij aan een
uniforme grenscontrole. Nederland is van mening dat door dit voorstel
een juridische waarborg wordt geboden voor het gebruik van het VIS op
een effectieve en volledige wijze. De in het voorstel genoemde
maatregel (het verplichte gebruik van het VIS aan de buitengrenzen)
draagt bij aan het door Nederland ondersteunde beleid om te streven
naar een geïntegreerd beheer van de buitengrenzen van de EU.
Dat verificatie door raadpleging van het VIS bij binnenkomst met dit
voorstel verplicht wordt, wordt door Nederland ondersteund.
Nederland ondersteunt verder het voorstel dat bij uitreis verificatie
door raadpleging van het VIS niet verplicht, maar wel mogelijk, is.
Ontwikkelingen op dit gebied vinden in hoog tempo plaats. Zo staat
Nederland in beginsel positief tegenover de recente mededeling van de
Commissie inzake een in- en uitreissysteem . Momenteel onderzoekt de
Commissie de wettelijke grondslag om derdelanders in een in- en
uitreissysteem te registreren, de relatie van zo'n systeem tot SIS II
en VIS en de financiële consequenties die invoering van zo'n systeem
kent. Nederland is van mening dat, gelet op genoemde ontwikkelingen,
in een later stadium in dat kader gestreefd moet worden naar de
verruiming van voorgestelde maatregel in de zin dat raadpleging van
VIS bij uitreis verplicht moet worden gesteld. Hierbij dient een goede
balans tussen veiligheid en de doorlooptijden in acht te worden
genomen.
Nederland acht een volledig gebruik van het VIS bij controle
(identificatie en verificatie) aan de eerste grensdoorlaatpost
wenselijk. Hierbij dient wel een goede balans te worden gevonden
tussen het veiligheidsbelang enerzijds en het economische belang (een
vlotte en klantgerichte afhandeling van passagiersstromen) anderzijds.
Nederland hecht belang aan de wijze waarop de procedure van
verificatie door raadpleging van het VIS wordt neergelegd, en wat de
gevolgen daarvan zijn voor de doorlooptijden. Voordat de verplichte
raadpleging van VIS wordt ingevoerd moeten de gevolgen die dit voor
doorlooptijden heeft in kaart zijn gebracht. Deze procedure wordt
thans uitgewerkt in het voor het VIS gebruikelijke Comitologie-comité.
Nederland acht het wenselijk voor de Nederlandse situatie dat de
grensbeambten in staat moeten zijn om het VIS te raadplegen op het
moment dat invoering plaatsvindt op de diplomatieke en consulaire
posten.
In de toelichting op het voorstel schrijft de Commissie dat
grenswachters gedurende de overgangsperiode toegang moeten hebben tot
de in artikel 48, lid 5, van de VIS-verordening bedoelde informatie en
tot de informatie over de lidstaten die gebruik maken van artikel 48,
lid 3. De Commissie stelt voor deze informatie op te nemen in een
bijlage bij het Praktisch handboek voor grenswachters . Echter, dit
handboek heeft geen juridische grondslag. Op grond daarvan acht
Nederland het wenselijk om de procedure van verificatie vast te leggen
in een Annex bij de Schengengrenscode, met daarnaast een eventuele
nadere omschrijving in het Praktisch handboek.
Nederland acht het niet wenselijk dat in deze verordening een bepaling
wordt opgenomen die ziet op het raadplegen van het VIS ten behoeve van
identificatie van personen die niet of niet meer voldoen aan de
voorwaarden voor verblijf of vestiging (art. 1 lid 3). Nederland
vraagt zich af of de Schengengrenscode wel de juiste plaats is voor
een dergelijke passage en of artikel 20 van de VIS-verordening niet
voldoet.
Nederland is van mening dat de mededeling van de Commissie van 13
februari 2008 waarin onder meer het voorstel wordt gedaan om voor
bonafide derdelanders met visumverplichting grensoverschrijding te
vergemakkelijken, een goede aanvulling is op onderhavig voorstel.
Eventuele langere doorlooptijden die ontstaan door het verplichte
gebruik van VIS aan de buitengrenzen, kunnen voor bonafide
derdelanders worden verkort door gebruik te maken van de automatische
grenspassage. Indien bonafide reizigers van deze mogelijkheid gebruik
maken, verkort dat ook de doorlooptijden bij de niet automatische
grenspassages. Nederland wijst er wel op dat ook bij deze automatische
grenspassage altijd verificatie door middel van raadpleging van VIS
plaats moet vinden.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken