Ministerie van Buitenlandse Zaken

Mededeling concurrentievermogen van de basismetaalindustrie

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over het concurrentievermogen van de basismetaalindustrie, een bijdrage tot de EU-strategie voor groei en werkgelegenheid

* Basisgegevens

* Essentie voorstel

* Subsidiariteit en proportionaliteit

* Nederlandse positie

Basisgegevens

Nr. Commissiedocument: COM(2008) 108 final

Datum Commissiedocument: 29 februari 2008

Pre-lex: http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl& Dosld=196789
Nr. Impact-assesment Commissie on Opinie Impact-assessment Board: niet opgesteld

Behandelingstraject Raad: Raad van Concurrentievermogen op 29 en 30 mei 2008 (raadsconclusies). Behandeling in raadswerkgroep Concurrentievermogen en Groei.

Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Economische Zaken

Essentie voorstel

Deze mededeling betreft een van de eerste sectorspecifieke acties die de Commissie heeft aangekondigd in de mededeling "Naar een beter geïntegreerde aanpak van het industriebeleid" (COM (2005) 474 def) en maakt daarmee onderdeel uit van de geïntegreerde aanpak van het Europese industriebeleid. Deze mededeling geeft in lijn met het Europese beleidskader ter versterking van de EU-industrie aandacht aan knelpunten in en uitdagingen voor de basismetaal industrie.

De mededeling geeft een overzicht van de rol die de basismetaalindustrie speelt in de Europese waardeketen. Het document schetst de karakteristieken van deze industrie, zoals kapitaalintensief en energie-intensief, en de uitdagingen waar deze industrie voor staat. Daarnaast gaat het in op zaken als grondstoffen, de plaats in de totale economie van Europa, opbouw van de sector, de positie ten opzichte van de mondiale basismetaalindustrie, werkgelegenheid en sociale en milieuaspecten Aan de hand hiervan wordt ingegaan op hoe de concurrentiepositie van deze industrie verder kan worden versterkt. Daarbij worden de uitdagingen die spelen binnen deze sector genoemd: toegang tot grondstoffen, verslechtering van de positie als toeleverancier ten opzichte van de eindgebruikers van hun producten, druk op concurrentiekracht, gebrek aan kenniswerkers met name technici, inspelen op klimaatsdoelstellingen en energieschaarste. In de mededeling wordt tevens ingegaan op het risico van zogenaamde `carbon leakage' - het verplaatsen van de productie van bedrijven die tot de energie-intensieve industrie behoren naar derde landen, waar minder strenge emissienormen gelden. In het licht van de onderhandelingen over een internationaal klimaatverdrag, zal de Commissie de situatie van de energie-intensieve industrie onder de loep nemen en aanpassingen voorstellen.

Vervolgens komt de Commissie vanuit een integrale benadering met vier doelstellingen:
verzekeren van toegang tot energie voor een redelijke prijs; voorwaarden creë ren zodat deze sector kan voldoen aan de klimaatsdoelstellingen; het bevorderen van innovatie en kennis ook voor werkers in deze sector en het creëren van een op mondiale schaal open en concurrerende markt. De Commissie kondigt aanbevelingen en acties aan om deze doelstellingen te verwezenlijken.

Subsidiariteit en proportionaliteit

Met deze mededeling wil de Commissie een bijdrage leveren aan de Europese strategie voor groei en banen. Het is een stand van zaken en een eerste aanzet op welke gebieden nog verdere acties mogelijk zijn. Het gaat derhalve over lopende acties en nog te ondernemen acties, zowel op EU-niveau als vanuit de lidstaten en de industrie zelf. Het betreft niet concrete maatregelen of wet- en regelgeving. Deze kondigt de Commissie ook nog niet aan.

Wel benoemt de Commissie een aantal initiatieven, die verdere aanpak en uitwerking behoeven en die derhalve op termijn wel zouden kunnen leiden tot concrete maatregelen of wet en regelgeving, zoals het verbeteren van de mogelijkheden om lange termijn elektriciteitscontracten af te sluiten en richtsnoeren hiervoor, nagaan of de basismetaalsector zich kwalificeert om de emissierechten beschikbaar te krijgen, de mogelijkheid van sector akkoorden om mondiaal te komen tot het terugdringen van emissies; herziening van de afvalwetgeving die meer rekening houdt met de behoeften van de sector, stimuleren van het gebruik van de Eurocodes (de Europese standaarden voor de constructie van bouwwerken) en via multilaterale en bilaterale onderhandelingen export belastingen op metalen en grondstoffen tegen gaan. Daarnaast komt de Commissie in 2008 met een mededeling over duurzame toegang tot en de inzet van grondstoffen en metaal schroot in de EU en wereldwijd.

Voor de acties die lopen of worden aangekondigd wordt de subsidiariteit als positief beoordeeld aangezien een Europese aanpak of aanzet hiertoe meerwaarde kan hebben voor het verder versterken van het concurrentievermogen van de basismetaalindustrie in Europa. Vele van de genoemde initiatieven kunnen enkel op Europees niveau worden verwezenlijkt. De mededeling is niet concreet genoeg om de proportionaliteit van de aangekondigde acties te kunnen beoordelen.

Nederlandse positie

De mededeling geeft een goed beeld van de positie van de Europese basismetaalindustrie en de uitdagingen en problemen waar deze industrietak voor staat, zoals op het gebied van energie, milieu, innovatie en concurrentiepositie op de mondiale markt. Tegelijkertijd geeft de Commissie met deze mededeling aan hoe de EU de verdere versterking van het concurrentievermogen van deze industrietak op dit moment aanpakt en welke acties in de toekomst nog opgepakt moeten zouden worden of kunnen gaan spelen. De Nederlandse overheid kan zich in de analyse van de Commissie vinden en deelt de visie van de Commissie dat genoemde actiepunten van de diverse spelers aandacht vragen. Nederland hecht er aan dat het risico van `carbon leakage' snel wordt geanalyseerd. Zoals ook de Europese Raad onlangs concludeerde is in een wereldwijde context van concurrerende markten het risico van carbon leakage in bepaalde sectoren (zoals energie-intensieve industrieën), die sterk aan de internationale concurrentie zijn blootgesteld, een probleem dat dringend moet worden geanalyseerd en aangepakt in de nieuwe ETS-richtlijn zodat bij het mislukken van internationale onderhandelingen passende maatregelen kunnen worden genomen. Een internationale overeenkomst blijft de beste manier om deze kwestie aan te pakken.
De Nederlandse overheid heeft een aantal van deze actiepunten reeds opgepakt in overleg met het Consortium van de energie-intensieve industrie of deze industrie zelf zoals zaken als emissiehandel, innovatie (via het sleutelgebied materialen) en energie (in afstemming met VNO-NCW).

Nederland is van mening dat de Europese Commissie met deze mededeling, de uitdagingen en de problemen waar de basismetaalindustrie voor staat op juiste wijze beschrijft en met terechte aanbevelingen komt om tot oplossingen te komen.

* Ministerie van Buitenlandse Zaken

* Bezuidenhoutseweg 67

* Postbus 20061

* 2500 EB Den Haag

* Tel.: 070-3 486 486

* Fax: 070-3 484 848

* Internet: www.minbuza.nl