Ministerie van Buitenlandse Zaken

Mededeling inzake Westelijke Balkan

Communication from the Commission to the European Parliament and the Council - Western Balkans: enhancing the European perspective COM(2008)127

* Basisgegevens

* Essentie voorstel

* Subsidiariteit en proportionaliteit

* Nederlandse positie

Basisgegevens

Nr. Commissiedocument: COM/2008/0127

Datum Commissiedocument:5 maart 2008

Pre-lex: http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl& DosId=196816

Nr. impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board: http://ec.europa.eu/governance/impact/practice_en.htm - Niet opgesteld

Behandelingstraject Raad: Document vormt de basis voor discussie over EU en de Westelijke Balkan tijdens de informele Razeb (Gymnich) op 28 en 29 maart. Het wordt tevens besproken tijdens de informele Ecofin Raad op 4 en 5 april. Formele besluitvorming is niet voorzien.

Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Buitenlandse Zaken

Essentie voorstel

De huidige mededeling met addendum is een vervolg op de agenda van Thessaloniki van 2003 en de daarop volgende Salzburg-mededeling van 2006. In deze documenten wordt de visie van de Commissie op verdere integratie van de Westelijke Balkan in de EU en de wijze waarop communautaire instrumenten daaraan zouden kunnen bijdragen, uiteengezet.

Naast landenspecifieke weergave van de stand van zaken, onderstreept de mededeling het belang van het vergroten van contacten tussen de bevolking van de Westelijke Balkan en de EU. De Commissie geeft een weergave van de bestaande en voorgenomen initiatieven op het terrein van bijvoorbeeld vergroting van het aantal studiebeurzen, verbetering van de mogelijkheden om te reizen en deelname aan communautaire programma's. Speciale aandacht gaat uit naar jongeren, studenten en versterking van het maatschappelijke middenveld.

De Commissie geeft daarnaast aan zich te committeren aan meer samenwerking met de Europese- en andere internationale financiële instellingen. De Commissie stelt tevens voor om speciaal ten behoeve van deze regio twee nieuw investeringsfaciliteiten op te richten. De Commissie wil een speciaal Infrastructuur Project Faciliteit voor de Westelijke Balkan lanceren, met EUR 16 miljoen als startbudget. Daarnaast wil de Commissie in 2010 een Western Balkans Investment Framework oprichten om samen met andere internationale financiële instellingen de harmonisatie van en samenwerking met betrekking tot investeringen te verbeteren De mededeling besteedt ook aandacht aan de stroomlijning van de steun aan de Westelijke Balkan via het Instrument voor Pre-accessie Steun (IPA) en het belang van donor coördinatie.

Subsidiariteit en proportionaliteit

De mededeling geeft een stand van zaken van de lopende initiatieven en de voorstellen die in ontwikkeling zijn. Deze laatste initiatieven zijn vrij divers en variëren van het opzetten van een Infrastructuur Project Faciliteit tot een `disaster risk reduction initiative'. Het voorlopige bevoegheids- en subsidiariteitsoordeel met betrekking tot de voorstellen is positief. De initatieven hebben een (rechts-) grondslag in de Verdragen of secundaire wetgeving. De EU speelt een hoofdrol bij de integratie van de Westelijke Balkan in de bestaande Europese structuren, en EU-initiatieven hebben dan ook een duidelijke meerwaarde. De proportionaliteit van diverse voorstellen is echter vooralsnog negatief. De toegevoegde waarde van bijvoorbeeld het Western Balkans Investment Framework is op dit moment onduidelijk.

Nederlandse positie

De toon van de onderhavige Commissie mededeling ten aanzien van het verloop van het EU integratieproces op de Westelijke Balkan is tamelijk positief. De Commissie is van mening dat de bestaande regels onvoldoende effect sorteren op het hervormingsproces in de (potentiële) kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan en dat er nieuwe prikkels nodig zijn. De Commissie wil het uitbreidingsproces dan ook in een hogere versnelling brengen en alle beschikbare instrumenten ten volle aanwenden voor dit doel. Hieronder moeten ook TAIEX, Twinning, SIGMA en IPA worden verstaan.

In de reactie op de mededeling zal Nederland aangeven dat de uitbreidingsstrategie zoals vastgesteld door de Europese Raad in december 2006 leidend blijft. Nederland wil een zuiver uitbreidingsproces gebaseerd op vastgestelde criteria. Versnelling van het integratieproces voor de landen van de Westelijke Balkan is afhankelijk van de daadwerkelijke implementatie van de hervormingen in het land zelf. Volgende stappen worden alleen overwogen op basis van behaalde resultaten. Nederland houdt vast aan eerder afgesproken conditionaliteiten, waaronder de ICTY conditionaliteit. Pogingen van de Commissie om de Westelijke Balkan als regio collectief te beoordelen, worden afgewezen. Voorkomen moet worden dat overspannen verwachtingen ten aanzien van de snelheid van het proces worden gewekt.

Duidelijk mag zijn dat Nederland tegenstander is van het voortijdig geven van data voor toetreding van Kroatië. Commissievoorzitter Barroso's opmerkingen over het eventueel opstellen van een indicatief tijdpad voor de afronding van de acquis-onderhandelingen betroffen technische haalbaarheid als druk op Kroatië, niet politieke toezegging noch wenselijkheid van EU-kant. Daar beslist immers de Raad over. Een eventuele beslissing over de start van onderhandelingen met Macedonië zal pas in het najaar genomen worden. Daarop moet nu niet vooruitgelopen worden. Tot die tijd moet de nadruk gelegd worden op verdere voortgang ten aanzien van de gestelde criteria. Een eventuele lidmaatschapsaanvraag van Montenegro en Albanië zal pas in overweging worden genomen indien er sprake is van voldoende mate van implementatie van de Stabilisatie-en Associatieakkoorden (SAO) . Daaronder worden ook de niet-handelsgerelateerde bepalingen en overige politieke criteria verstaan. Nederland zal de SAO-overeenkomst niet ondertekenen zolang Servië niet voldoet aan de voorwaarde van volledige samenwerking met het ICTY. Wat Nederland betreft blijft het aanbod van een politiek dialoog tussen Servië en de EU nog wel steeds op tafel liggen. Met betrekking tot ondertekening van de Stabilisatie en Associatie Overeenkomst met Bosnië en Herzegovina zal Nederland vasthouden aan de vier conditionaliteiten: politiehervorming, volledige samenwerking met het ICTY, hervorming van de publieke omroep en administratieve hervormingen. Vooralsnog heeft Nederland een afhoudende houding t.a.v. een haalbaarheidsstudie voor een Stabilisatie Associatie Overeenkomst met Kosovo. Op basis van de voortgangsrapportage van de Commissie zal pas in het najaar bezien kunnen worden of de tijd hiervoor rijp is.

Nederland zal een meer pro-actieve opstelling van de Commissie in de landen stimuleren om signalen af te geven aan het publiek (en niet alleen aan het bureaucratische apparaat en de politieke elite) over de voordelen van hervormingen die onderdeel uitmaken van het pre-accessie traject. Publieke diplomatie en volledige benutting van de potentie van het EU instrumentarium, kortom een zichtbare Commissie, kunnen het maatschappelijke draagvlak voor het EU traject versterken. Daarbij moet wel gewaakt worden voor proliferatie en duplicatie van instrumenten en coördinatie mechanismen.

Initiatieven ter verbetering van de contacten tussen de bevolking van de Westelijke Balkan en de EU zoals uitbreiding van het aantal studiebeurzen, versterking van het maatschappelijke middenveld en een dialoog over visaliberalisatie zijn belangrijk als middel om verdere EU-integratie te stimuleren. Bij de uitbreiding van het aantal Erasmus Mundus beurzen zullen de kwaliteitsaspecten gehandhaafd moeten blijven. Nederland staat welwillend tegenover visaliberalisatie met landen uit de Westelijke Balkan, maar dit moet wel met grote zorgvuldigheid worden uitgevoerd. Besluitvorming hierover zal pas op termijn per land individueel kunnen plaatsvinden, mede in het licht van de ervaring met visafacilitatie. In het geval van Servië is volledige samenwerking met ICTY noodzakelijk voordat een stappenplan goedgekeurd kan worden.

Op het gebied van regionale sociaal-economische integratie en pre-accessie steun zal Nederland in de fora waar de nieuwe voorstellen worden besproken, zoals het IPA Comité, aandringen op een meer effectieve besteding van IPA die gericht is op het oplossen van geconstateerde problemen en daarnaast op een goede afstemming en coördinatie met initiatieven van andere donoren zoals de IFI's en de EU lidstaten. Daarbij dient zoveel mogelijk gezocht te worden naar complementariteit en synergie. Voorkomen moet worden dat initiatieven op elkaar worden gestapeld waarbij de rolverdeling en het additionele voordeel van een nieuw initiatief onduidelijk is. Bij de door de Commissie voorgestelde extra investeringsfaciliteiten zoals het Western Balkans Investment Framework rijst twijfel over additionaliteit en toegevoegde waarde. Het volume van deze fondsen is dusdanig klein, dat het de vraag is of het zinvol is om hiervoor een speciale constructie op te tuigen. Daarnaast zullen deze fondsen exact hetzelfde beogen als al bestaande fondsen en financiële instellingen. Ook bij andere voorstellen in de mededeling (civil society, disaster risk reduction initiative) wordt getwijfeld aan de toegevoegde waarde t.o.v. bestaande EU-initiatieven waar de landen op de Westelijke Balkan nu al aan kunnen deelnemen. Nederland zal bij de uitwerking van de voorstellen vragen om er op toe te zien dat aspecten als toegevoegde waarde alsmede de financiële implicaties volledig aan bod komen. Nederland zal er tevens voor waken dat initiatieven in het kader van de Westelijke Balkan zich goed verhouden tot vergelijkbare initiatieven binnen de EU op de relevante beleidsterreinen, zoals disaster reduction initiatieven.

* Ministerie van Buitenlandse Zaken

* Bezuidenhoutseweg 67

* Postbus 20061

* 2500 EB Den Haag

* Tel.: 070-3 486 486

* Fax: 070-3 484 848

* Internet: www.minbuza.nl