Brussel, 7 augustus 2008
Fusies: Commissie opent grondig onderzoek van de voorgenomen overname van
chemiebedrijf DSP door Arsenal
De Europese Commissie heeft in het kader van de EU-concentratieverordening
een grondig onderzoek geopend van de voorgenomen overname van de Nederlandse
fabrikant van basischemicaliën DSP door de Amerikaanse
private-equitymaatschappij Arsenal, die zeggenschap heeft over Velsicol
Chemical Corporation. Zowel Velsicol als DSP produceren benzoëzuur en
natriumbenzoaat. Velsicol produceert eveneens weekmakers, een van benzoëzuur
afgeleid product. Uit het initiële marktonderzoek van de Commissie is
gebleken dat er ernstige twijfels bestaan over de verenigbaarheid van de
voorgenomen transactie met de gemeenschappelijke markt aangezien de nieuwe
combinatie zeer hoge marktaandelen zou kunnen hebben op de markten voor
benzoëzuur en natriumbenzoaat. Bovendien zou de combinatie zowel op de markt
voor benzoëzuur als op de downstream-markt voor benzoaatweekmakers actief
zijn, waardoor zij potentieel van haar positie op de ene markt zou kunnen
gebruikmaken om de mededinging op de andere aan banden te leggen. Met de
beslissing een grondig onderzoek te starten wordt niet vooruitgelopen op het
eindresultaat van het onderzoek. De Commissie beschikt nu over 90 werkdagen
(tot 11 december 2008) om tot een definitief besluit te komen of de
concentratie de daadwerkelijke mededinging in de Europese Economische Ruimte
of een wezenlijk deel daarvan aanzienlijk zou belemmeren.
In een verklaring zei Europees commissaris voor concurrentiezaken
Neelie Kroes: "De chemicaliën die Velsicol en DSP produceren zijn
basisinputs voor de levensmiddelen- en drankenindustrie en voor
industriële tussenproducten. Zij zijn dus essentieel voor de consument
en voor het concurrentievermogen van het Europese bedrijfsleven, dat
nadelige gevolgen zou kunnen ondervinden van minder concurrentie in de
sector en hogere prijzen. Omdat aan de voorgenomen fusie een dergelijk
risico kleeft, is een grondig onderzoek noodzakelijk."
Velsicol produceert weekmakers, levensmiddelenadditieven en
industriële tussenproducten in haar fabriek in Estland en is de enige
onderneming van Arsenal met activiteiten in de sector waarop de
voorgenomen fusie betrekking heeft. DSP produceert
levensmiddelenadditieven en industriële tussenproducten in haar
fabriek te Rotterdam.
Benzoëzuur wordt gebruikt als antimicrobieel bewaarmiddel in
levensmiddelen en dranken, in diervoeding, in farmaceutische
producten, bij de productie van andere chemische stoffen, in verven en
coatings en in verzorgingsproducten.
Natriumbenzoaat wordt hoofdzakelijk gebruikt als antimicrobieel
bewaarmiddel in levensmiddelen en soft drinks, maar daarnaast ook in
farmaceutische producten, in de automobielindustrie, in verzorgings-
en schoonmaakproducten en voor pyrotechnische toepassingen.
Weekmakers worden voornamelijk gebruikt bij de vervaardiging van PVC.
Benzoëzuur is de voornaamste grondstof voor de productie van
natriumbenzoaat en benzoaatweekmakers.
De voorgenomen transactie is in eerste instantie aangemeld bij de
mededingingsautoriteiten in Spanje. De zaak kwam onder de jurisdictie
van de Commissie nadat zij een verwijzingsverzoek van Spanje, waarbij
Duitsland zich aansloot, had aanvaard.
De concentratieniveaus op de betrokken markten zouden na de
voorgenomen fusie zeer hoog zijn; het gaat immers om de samenvoeging
van de enige twee producenten van benzoëzuur en natriumbenzoaat in de
EER, die tevens tot de topvier van de wereld behoren.
Omdat benzoëzuur bovendien een basisgrondstof is voor de productie van
benzoaatweekmakers, is het risico aanwezig dat de sterke
upstream-positie van de combinatie de voorziening van de
downstream-markt met benzoëzuur krapper zou maken.
Meer informatie over deze zaak is beschikbaar op de volgende website:
http://ec.europa.eu/comm/competition/mergers/cases/index/m103.html#m_5
153
European Union