Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht
PB08-054
7 augustus 2008
Inflatie schiet omhoog
· Tarieven gas en elektriciteit belangrijkste oorzaak
· Woninghuren in juli 1,9 procent hoger
De Nederlandse inflatie is in juli uitgekomen op 3,2 procent. Dat is 0,6
procentpunt hoger dan in juni. Daarmee komt de inflatie voor het eerst sinds
2002 boven de 3 procent uit. De toename van de inflatie is vrijwel volledig toe
te schrijven aan de hogere prijzen voor gas en elektriciteit. Dit blijkt uit de
consumentenprijsindex van het CBS.
In juli zijn de tarieven van gas en elektriciteit aangepast. Hierdoor betaalt de
consument meer voor energie. De prijs van gas lag 6,9 procent hoger dan in
juni. Dit is mede het gevolg van hogere olieprijzen, die met enige vertraging
doorwerken in de gasprijs. Elektriciteit werd 3,2 procent duurder.
Bij de jaarlijkse huuraanpassing zijn de woninghuren in juli met gemiddeld 1,9
procent verhoogd. In 2007 bedroeg de gemiddelde huurstijging in juli 1,4
procent. De maximaal toegestane huurverhoging van het overgrote deel van
de huurwoningen is 1,6 procent. Voor een klein deel zijn hogere stijgingen
mogelijk, waardoor het gemiddelde boven 1,6 procent uitkomt.
De Nederlandse inflatie volgens de Europees geharmoniseerde methode
(HICP) is in juli uitgekomen op 3,0 procent. Dat is 0,7 procentpunt hoger dan
in juni. Volgens een raming van Eurostat bedroeg de inflatie in de eurozone
4,1 procent. Dat is 0,1 procentpunt meer dan in juni. Het verschil tussen de
Nederlandse inflatie en die van de eurozone is een stuk kleiner geworden.
Toch hoort Nederland nog steeds tot de landen met de laagste inflatie in de
eurozone.
Inflatie
%
6
ln. 5
4
sbc. 3
2
1
w 0
w 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
w Bron: CBS
CBS Persbericht PB08-054xxx pagina 1 van 5
Technische toelichting
Inflatie
De inflatie in Nederland wordt gemeten als de stijging van de
consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van de overeenkomstige periode in
het voorgaande jaar. De consumentenprijsindex geeft het prijsverloop weer
van een pakket goederen en diensten zoals dit gemiddeld wordt aangeschaft
door de Nederlandse huishoudens.
Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex
De geharmoniseerde indices dienen speciaal voor het vergelijken van de
inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie. Het CBS publiceert daartoe
voor Nederland naast de CPI de HICP (Harmonized Index of Consumer
Prices). Voor Europa zijn er twee met de HICP vergelijkbare
inflatiemaatstaven. De consumentenprijsindex voor de monetaire unie (de
MUICP) geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de landen die de euro
hebben ingevoerd (de eurozone). De Europese index van consumentenprijzen
(EICP) geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de landen van de
Europese Unie. De uitkomsten over juli 2008 voor de afzonderlijke landen van
de Europese Unie worden op 14 augustus gepubliceerd door Eurostat.
Voorlopige uitkomsten
De uitkomsten over de consumentenprijsindex zijn in de regel één maand
voorlopig. Cijfers kunnen worden aangepast op grond van nagekomen
gegevens.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u de website van het CBS bezoeken (www.cbs.nl) .
Op de website vindt u ook het conjunctuurbericht van het CBS, waarin een
samenhangend beeld wordt gegeven van de conjuncturele ontwikkeling. U
kunt zich op het conjunctuurbericht abonneren via de website (Informatie
voor/Publiek/Abonnementen).
CBS Persbericht PB08-054 pagina 2 van 5
Inflatie, historische reeks
Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Jaar
in procenten
1989 0,8 0,9 0,8 1,1 1,0 1,0 1,1 1,1 1,3 1,4 1,2 1,3 1,1
1990 2,2 2,3 2,3 2,2 2,3 2,3 2,4 2,4 2,7 2,9 2,8 2,6 2,5
1991 3,2 2,9 3,2 3,1 3,2 3,4 4,5 4,6 4,4 4,5 4,8 4,9 3,9
1992 4,1 4,4 4,2 4,4 4,2 4,0 3,1 3,5 3,4 3,0 2,9 2,6 3,7
1993 2,5 2,4 2,3 2,3 2,3 2,1 2,2 2,0 1,8 1,9 1,7 1,7 2,1
1994 2,4 3,0 2,9 2,8 2,9 3,0 2,7 2,6 2,7 2,8 2,5 2,6 2,7
1995 2,4 2,4 2,3 2,3 2,1 2,1 1,8 1,5 1,5 1,3 1,6 1,7 2,0
1996 1,9 1,8 2,0 2,0 2,0 1,8 2,2 1,9 2,0 2,4 2,3 2,5 2,1
1997 2,3 2,2 2,0 1,8 2,2 2,2 2,3 2,6 2,6 2,3 2,5 2,3 2,2
1998 1,8 2,2 2,3 2,4 2,0 2,2 2,0 1,7 1,7 1,9 1,7 1,7 2,0
1999 2,2 2,1 2,2 2,2 2,3 2,3 2,1 2,6 2,2 2,1 2,2 2,2 2,2
2000 2,0 2,0 1,9 2,1 2,4 2,7 2,8 2,5 2,9 3,1 3,0 2,9 2,6
2001 4,2 4,5 4,6 4,9 4,9 4,5 4,6 4,7 4,7 4,3 4,2 4,4 4,5
2002 4,0 3,8 3,6 3,6 3,3 3,4 3,4 3,3 3,3 3,2 3,1 3,1 3,4
2003 2,4 2,4 2,4 2,1 2,0 2,0 2,1 2,1 2,0 2,0 2,0 1,7 2,1
2004 1,3 1,2 1,1 1,4 1,5 1,4 1,1 1,1 1,0 1,4 1,3 1,2 1,2
2005 1,5 1,6 1,8 1,5 1,3 1,6 1,6 1,8 1,8 1,6 1,8 2,0 1,7
2006 1,3 1,1 1,0 1,2 1,2 1,3 1,3 1,4 1,1 0,9 1,0 1,1 1,1
2007 1,4 1,5 1,8 1,8 1,8 1,7 1,5 1,1 1,3 1,6 1,9 1,9 1,6
2008 2,0 2,2 2,2 2,0 2,3 2,6 3,2 *)
*) Voorlopige cijfers.
NB. Van jan. 1989 jan. 1994: reeks werknemers met een laag inkomen 1985=100
Van febr. 1994 sep. 1997: reeks alle huishoudens 1990=100
Van okt. 1997 dec. 2002: reeks alle huishoudens 1995=100
Van jan. 2003 dec. 2006: reeks alle huishoudens 2000=100
Vanaf jan. 2007 : reeks alle huishoudens 2006=100
Bron: CBS
CBS Persbericht PB08-054 pagina 3 van 5
Procentuele veranderingen t.o.v. de overeenkomstige periode uit het voorgaande jaar
Nationale CPI Nederland Geharmoniseerde index
Alle Alle Nederland Eurozone Europese
huishoudens huishoudens Unie
afgeleid 1)
jaargemiddelden
1997 2,2 2,0 1,9 1,6 1,7
1998 2,0 1,7 1,8 1,1 1,3
1999 2,2 1,7 2,0 1,1 1,2
2000 2,6 2,2 2,3 2,1 1,9
2001 4,5 3,6 5,1 2,3 2,2
2002 3,4 3,4 3,9 2,2 2,1
2003 2,1 1,9 2,2 2,1 2,0
2004 1,2 0,9 1,4 2,1 2,0
2005 1,7 1,4 1,5 2,2 2,2
2006 1,1 1,5 1,7 2,2 2,2
2007 1,6 1,5 1,6 2,1 2,3
maanden
januari 2007 1,4 1,2 1,2 1,8 2,1
februari 2007 1,5 1,3 1,4 1,8 2,1
maart 2007 1,8 1,6 1,9 1,9 2,3
april 2007 1,8 1,6 1,9 1,9 2,2
mei 2007 1,8 1,6 2,0 1,9 2,1
juni 2007 1,7 1,6 1,8 1,9 2,1
juli 2007 1,5 1,3 1,4 1,8 2,0
augustus 2007 1,1 1,0 1,1 1,7 1,9
september 2007 1,3 1,2 1,3 2,1 2,2
oktober 2007 1,6 1,5 1,6 2,6 2,7
november 2007 1,9 1,8 1,8 3,1 3,1
december 2007 1,9 1,7 1,6 3,1 3,2
januari 2008 2,0 1,9 1,8 3,2 3,4
februari 2008 2,2 2,1 2,0 3,3 3,5
maart 2008 2,2 2,0 1,9 3,6 3,8
april 2008 2,0 1,9 1,7 3,3 3,6
mei 2008 2,3 2,1 2,1 3,7 4,0
juni 2008 2,6 2,4 2,3 4,0 *) 4,3 *)
juli 2008 3,2 *) 2,9 *) 3,0 *) 4,1 *)
1) In de afgeleide consumentenprijsindices van het CBS is het effect van veranderingen in de tarieven van de consumptie-
gebonden belastingen en subisidies uit de prijsontwikkeling geëlimineerd. Enkele voorbeelden zijn BTW en accijns,
motorrijtuigenbelasting, hondenbelasting, maar ook subsidies op milieuvriendelijke producten.
*) Voorlopige cijfers
Bron: CBS/Eurostat
CBS Persbericht PB08-054 pagina 4 van 5
Verandering consumentenprijsindex alle huishoudens (2006 = 100) naar artikelgroep
Artikelgroep Weging Mutatie in % juli '08 *) t.o.v. Bijdrage aan inflatie in %-punt
% juni '08 juli '07 juni '08 juli '08 *)
0 Totaal bestedingen 100,0 0,1 3,2 2,6 3,2
1 Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken 11,1 0,3 6,9 0,7 0,7
Voedingsmiddelen 10,1 0,3 7,1 0,7 0,7
Brood en graanproducten 2,1 0,4 8,2 0,1 0,2
Vlees 2,2 1,0 3,6 0,1 0,1
Vis, schaal- en schelpdieren 0,4 0,3 6,2 0,0 0,0
Melk, kaas en eieren 1,5 0,5 17,1 0,2 0,2
Oliën en vetten 0,2 0,2 16,6 0,0 0,0
Fruit 0,8 1,0 9,8 0,1 0,1
Groenten en aardappelen 1,2 -1,8 1,8 0,0 0,0
Suiker, zoetwaren en ijs 0,8 -0,1 5,3 0,0 0,0
Overige voedingsmiddelen 1,1 0,3 2,0 0,0 0,0
Alcoholvrije dranken 0,9 0,0 5,2 0,0 0,0
Koffie, thee en cacao 0,3 -0,1 8,5 0,0 0,0
Mineraalwater, frisdranken en sappen 0,6 0,1 3,5 0,0 0,0
2 Alcoholhoudende dranken en tabak 2,8 0,4 3,5 0,1 0,1
Alcoholhoudende dranken 1,2 0,9 3,7 0,0 0,0
Tabak 1,7 0,0 3,4 0,1 0,1
3 Kleding en schoeisel 5,1 -11,4 -1,4 0,0 -0,1
Kleding en kledingstoffen 4,2 -11,5 -1,6 0,0 -0,1
Schoeisel en schoenreparaties 0,9 -11,1 -0,7 0,0 0,0
4 Huisvesting, water en energie 24,2 2,5 3,3 0,2 0,8
Werkelijke huur 6,3 1,9 1,9 0,1 0,1
Toegerekende huur eigen woning 10,1 1,9 1,9 0,1 0,2
Onderhoud en reparatie van de woning 1,6 -0,2 3,2 0,1 0,1
Watervoorziening en overige diensten i.v.m. de woning 1,3 1,5 3,3 0,0 0,0
Energie 4,9 5,7 8,3 -0,1 0,4
5 Stoffering, huishoudelijke apparaten 6,5 -0,1 1,9 0,1 0,1
Meubelen en vloerbedekking 2,8 -0,3 2,7 0,1 0,1
Huishoudtextiel 0,5 0,1 2,3 0,0 0,0
Huishoudelijke apparatuur incl. reparatie 0,8 -0,1 -3,3 0,0 0,0
Vaat- en glaswerk en huishoudelijke artikelen 0,6 0,5 3,3 0,0 0,0
Gereedschappen en werktuigen voor huis en tuin 0,4 -0,1 1,8 0,0 0,0
Dagelijks woningonderhoud 1,5 0,2 2,3 0,0 0,0
6 Gezondheid 1,2 -0,6 0,0 0,0 0,0
7 Vervoer 11,4 -0,6 7,2 0,8 0,8
Aankoop voertuigen 3,0 -0,2 -1,3 0,0 0,0
Gebruik van privé-voertuigen, w.o. autobrandstoffen 6,6 -0,2 11,0 0,7 0,7
Vervoersdiensten 1,7 -2,9 8,0 0,1 0,1
8 Communicatie 4,1 -0,3 -5,1 -0,2 -0,2
9 Recreatie en cultuur 10,4 0,1 -1,7 -0,2 -0,2
Audio en video, computers en software 2,0 -0,5 -10,5 -0,2 -0,2
Duurzame goederen voor recreatie en cultuur 0,5 0,3 1,1 0,0 0,0
Spelartikelen, bloemen, planten en huisdieren 1,9 -1,0 -3,4 0,0 -0,1
Recreatieve en culturele dienstverlening 2,5 0,4 3,9 0,1 0,1
Boeken, kranten, tijdschriften en schrijfwaren 1,9 -1,7 -2,9 0,0 -0,1
Pakketreizen 1,6 3,8 3,4 0,0 0,1
10 Onderwijs 0,1 1,0 2,8 0,0 0,0
11 Hotels, cafés en restaurants 4,7 1,8 4,7 0,2 0,2
Restaurants, cafés en kantines 4,3 0,3 4,7 0,2 0,2
Accommodatie 0,4 16,7 7,8 0,0 0,0
12 Diverse goederen en diensten 10,8 0,3 3,9 0,4 0,4
Lichaamsverzorging 2,3 0,5 2,4 0,1 0,1
Artikelen voor persoonlijk gebruik, n.e.g. 0,8 -0,8 3,5 0,0 0,0
Sociale bescherming (w.o. kinderopvang, thuiszorg) 1,3 0,0 3,1 0,0 0,0
Verzekering 3,5 0,2 5,5 0,2 0,2
Financiële diensten 1,0 0,1 3,9 0,0 0,0
Andere diensten n.e.g. 1,9 1,2 3,6 0,1 0,1
13 Consumptiegebonden belastingen en overheidsd. 3,2 0,0 4,4 0,1 0,1
Consumptiegebonden belastingen 2,5 0,0 5,1 0,1 0,1
Overheidsdiensten, w.o. college- en lesgeld VO 0,7 0,0 1,7 0,0 0,0
14 Consumptie in het buitenland 4,5 1,5 6,2 0,2 0,3
*) Voorlopige cijfers.
Bron: CBS
CBS Persbericht PB08-054 pagina 5 van 5
---- --