Delftse satelliet Delfi-C3 begint tweede leven
De door studenten ontwikkelde nano-satelliet Delfi-C3, die op 28 april j.l. werd gelanceerd, is begonnen aan haar tweede leven . Nadat de satelliet drie maanden lang technologische experimenten in de ruimte uitvoerde en zo n 400.000 gegevens doorstuurde naar de jonge Delftse onderzoekers, doet ze voortaan dienst als communicatiesatelliet voor radio amateurs. Voor haar nieuwe taak krijgt ze ook een nieuwe naam: OSCAR-64.
De voorbije drie maanden heeft een wereldwijd netwerk van radioamateurs bijna 400.000 sets data verzameld van de twee experimenten aan boord: dunne film zonnecellen van Dutch Space en draadloze autonome zonnesensoren van TNO. Na het elimineren van dubbele en onvolledige gegevens resteren nu zo n 100.000 sets data van hoge kwaliteit, die nu geanalyseerd worden. De satelliet zal vanaf nu enkele dagen per maand teruggezet worden naar science mode om de eventuele degradatie van zonnecellen en zonnesensoren over de levensduur te monitoren.
Gedurende het AMSAT-UK symposium in Guildford, Engeland, zijn op vrijdag 25 juli de laatste testen uitgevoerd (zie foto) voor de satelliet aan haar tweede leven kon beginnen. Sinds die tijd hebben tientallen radio amateurs verspreid over de hele wereld via Delfi-C3/OSCAR -64 berichten uitgewisseld. Daarbij werden ondermeer felicitaties naar de het Delftse studententeam gestuurd.
Vanuit Australië: Hello Wouter and the Delfi team, Congratulations on the success of Delfi-C3. I managed to hear the CW beacon and briefly someone calling on the transponder as it went over the east coast of Australia earlier this morning.
En vanuit Frankrijk: Hello, Sunday 27 July, I have done two phone contacts with the Delfi DO-64 satellite (&). Thank you at the Delfi team and thank you very much for this possibility and long life for Delfi sat.
De 2,2 kg zware Delfi-C3 satelliet is ontworpen en gebouwd door studenten van de faculteiten Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek en Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica van de Technische Universiteit Delft en diverse HBO-instellingen. Het project is mede mogelijk gemaakt door de partners Dutch Space, TNO en NLR en het onderzoeksprogramma voor Microtechnologie MicroNed.
Meer informatie in het
Technische Universiteit Delft