Inspectie voor de Gezondheidszorg


Bussemaker geeft op advies IGZ aanwijzing aan woon-werkhuis Charis

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft staatssecretaris Bussemaker geadviseerd een aanwijzing te geven aan Woon -en Werkhuis Rotterdam, locatie Charis te oud Beijerland. De staatsecretaris heeft dat advies vandaag grotendeels overgenomen en bekrachtigd. Charis is een woning waar acht jong volwassen cliënten verblijven met een autistische stoornis. Daarnaast heeft een deel van deze cliënten een licht verstandelijke beperking. De inspectie vindt dat de kwaliteit van zorg bij Charis ernstig bedreigd wordt. Er is onder meer sprake van onvoldoende deskundig personeel en cliënten hebben onvoldoende zeggenschap over hun eigen leven. Verder constateert de inspectie dat er sprake is van belangenverstrengeling van het bestuur en de directie.

Een aanwijzing is een formeel besluit waarin de minister of staatssecretaris aangeeft welke maatregelen een instelling binnen een vastgestelde termijn moet nemen om te voldoen aan verantwoorde zorg.

Sinds de start in 2005 van Charis heeft de inspectie meerdere meldingen ontvangen over het gebrek aan kwaliteit van zorg. Naar aanleiding van deze meldingen bezocht de inspectie de instelling. De inspectie heeft destijds de bestuurder om een plan van aanpak gevraagd. In 2006 bezocht de inspectie de instelling opnieuw. De inspectie constateerde toen dat verbeteringen in gang waren gezet, maar dat er ook nog veel moest gebeuren.
In 2007 ontving de inspectie opnieuw meldingen over de kwaliteit van zorg in deze instelling. Na een bezoek aan de instelling in november 2007 vroeg de inspectie opnieuw aan de bestuurder maatregelen te nemen. Tot op heden is dit onvoldoende gebeurd. Daarmee voldoet Charis in onvoldoende mate aan de artikelen 2,3,4 en 5 van de Kwaliteitswet Zorginstellingen.

De inspectie vindt dat Woon- en Werkhuis Rotterdam, locatie Charis binnen 8 weken maatregelen moet nemen om de zorg op orde te krijgen. Onder andere de volgende maatregelen moeten worden genomen:
- Alle cliënten moeten een zorgplan hebben dat is opgesteld in overleg met de cliënten. De cliënten moeten de gelegenheid hebben hun eigen invulling te geven aan wonen, werken of dagbesteding en vrije tijd.
- Er moet voldoende deskundig personeel aanwezig zijn; De orthopedagoog moet een belangrijker positie krijgen in de organisatie en er moet een gedegen scholingsplan komen voor het personeel. Voor de deskundigheid die niet in huis is, moet Charis afspraken maken met andere instellingen.

- Charis moet de taaktoedeling van personeel toespitsen op de deskundigheid en bevoegdheid van haar medewerkers.
- Er moet een procedure voor crisissituaties komen. Charis moet ook afspraken maken met andere instellingen over crisisopvang van cliënten.

Bijlagen:
Oud_Beijerland_Charis_juli_1.pdf
Oud Beijerland aanwijzing Charis juli 2008