Verordening diervoeders
Voorstel voor een verordening van het EP en Raad betreffende het in de
handel brengen en het gebruik van diervoeders
* Basisgegevens
* Essentie voorstel
* Proportionaliteit en subsidiariteit
* Consequenties
* Nederlandse positie
Basisgegevens
Nr. Commissiedocument: COM(2008) 124
Datum Commissiedocument: 03 maart 2008
Pre-lex: http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&
DosId=196810
Nr. Impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board:
http://ec.europa.eu/food/food/animalnutrition/labelling/index_en.htm
Opinie Assessment Board wel opgesteld, nog niet op website verschenen
Behandelingstraject Raad: Raadswerkgroep Diervoeders
Voortgangsrapportage/beleidsdebat in Landbouwraad 23-24 juni 2008
Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit
Rechtsbasis:Artikel 37 en artikel 152, lid 4, van het EG-Verdrag
Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: gekwalificeerde
meerderheid,medebeslissingsprocedure
Comitologie:Ja, Permanent Comité voor de voedselketen en
diergezondheid
(Raadgevingsprocedure, Beheersprocedure, Regelgevingsprocedure en
Regelgevingsprocedure met toetsing)
Essentie voorstel
In deze verordening worden de voorschriften vastgesteld voor het in de
handel brengen en het gebruik van diervoeders binnen de Gemeenschap,
waaronder voorschriften inzake etikettering, verpakking en andere
aanbiedingsvormen. Het onderwerp betreft een exclusieve bevoegdheid
van de Gemeenschap. Het subsidiariteitsoordeel is daarom niet van
toepassing. Het proportionaliteitsoordeel is negatief.
Nederland is voorstander van de doelstelling van deze verordening, die
vereenvoudiging (vermindering administratieve lasten) en harmonisatie
nastreeft. De verordening komt in grote lijnen overeen met de al
bestaande richtlijnen. In het voorstel is sprake van minimale
vereenvoudiging van de wetgeving.
De belangrijkste aandachtspunten zijn te vinden bij de nieuwe
onderdelen, t.a.v. claims en "Communautaire lijst van
voedermiddelen"en "Communautaire gedragscodes voor etikettering" en de
toepasselijkheid van de etiketteringseisen op andere informatiestromen
zoals internet en reclame..
Over het geheel genomen staat Nederland positief tegenover deze
verordening.
a) Inhoud voorstel:
Het betreft een voorstel voor een verordening van het Europees
Parlement en de Raad met voorschriften voor het in de handel brengen
en het gebruik van diervoeders, waaronder voorschriften inzake
etikettering, verpakking en andere aanbiedingsvormen. Indien
diervoeders in de handel worden gebracht, moet op die diervoeders een
etiket worden aangebracht waarop gegevens staan vermeld conform deze
verordening. Dit voorstel maakt deel uit van het lopend programma van
de Commissie voor vereenvoudiging en vermindering van de
administratieve lasten. De huidige diervoederwetgeving, nu verspreid
over vele verschillende richtlijnen, wordt gebundeld tot één
verordening. Dit dient juridische duidelijkheid te verschaffen, te
leiden tot een geharmoniseerde uitvoering en de goede werking van de
interne markt te bevorderen.
De wetgeving wordt gemoderniseerd. De voorschriften voor etikettering
worden ook toepasselijk op andere informatiestromen, zoals internet en
reclame.
Het bedrijfsleven krijgt meer ruimte om invulling te geven aan de
wetgeving. Ze wordt gestimuleerd om een vrijwillige "Communautaire
lijst van voedermiddelen" en "Communautaire gedragscodes voor
etikettering" op te stellen. Hierdoor zullen meer voedermiddelen
uniform en beter geïdentificeerd worden, wat belangrijk is met het oog
op de huidige onduidelijke situatie rondom nieuwe opkomende
voedermiddelen.
Claims zullen op verzoek van de autoriteiten wetenschappelijk
onderbouwd moeten kunnen worden. Het is nog onduidelijk of de
Commissie lidstaten vrij laat om naar eigen inzicht te controleren. Er
schuilt hier het gevaar dat de lasten voor de autoriteiten toenemen.
Twee maatregelen die de lasten voor het bedrijfsleven verminderen zijn
het laten vervallen van de vergunningsplicht voor het in de handel
brengen van bio-eiwitten en nieuwe voedermiddelen. Ten tweede wordt er
afgezien van de huidige verplichting om exacte percentages gewicht van
ingrediënten te declareren op etiketten van voedermiddelen voor
voedselproducerende dieren.
b) Impact-assessment Commissie:
Het impact-assessment gaat nader in op een aantal aandachtspunten: de
lijst voor exclusieve benamingen van voedermiddelen, minder
autorisatieprocedures voor diervoeder, etikettering van diervoeder
voor voedselproducerende dieren, etikettering van voer voor
gezelschapsdieren.
De nieuwe verordening leidt volgens het assessment tot harmonisatie in
de uitvoering, innovatie in de diervoedersector, vermindering van de
administratieve lasten en verbetering van de concurrentiepositie van
de EU diervoeder- en landbouwsector. Afnemers worden beter
geïnformeerd en kunnen een weloverwogen keuze maken. De sector krijgt
meer eigen verantwoordelijkheid voor de veiligheid van het voer. De
wetgever en controlerende instantie werken st eeds meer op basis van
risicoanalyse en hebben een toezichthoudende rol.
Proportionaliteit en subsidiariteit
In deze verordening worden de voorschriften vastgesteld voor het in de
handel brengen en het gebruik van diervoeders binnen de Gemeenschap,
waaronder voorschriften inzake etikettering, verpakking en andere
aanbiedingsvormen. Het onderwerp betreft een exclusieve bevoegdheid
van de Gemeenschap. Het subsidiariteitsoordeel is daarom niet van
toepassing. Het proportionaliteitsoordeel is negatief.
Nederland is voorstander van de doelstelling van deze verordening, die
vereenvoudiging (vermindering administratieve lasten) en harmonisatie
nastreeft. De verordening komt in grote lijnen overeen met de al
bestaande richtlijnen. In het voorstel is sprake van minimale
vereenvoudiging van de wetgeving.
De belangrijkste aandachtspunten zijn te vinden bij de nieuwe
onderdelen, t.a.v. claims en "Communautaire lijst van
voedermiddelen"en "Communautaire gedragscodes voor etikettering" en de
toepasselijkheid van de etiketteringseisen op andere informatiestromen
zoals internet en reclame..
Over het geheel genomen staat Nederland positief tegenover deze
verordening.
Samenvatting voorstel
a) Inhoud voorstel:
Het betreft een voorstel voor een verordening van het Europees
Parlement en de Raad met voorschriften voor het in de handel brengen
en het gebruik van diervoeders, waaronder voorschriften inzake
etikettering, verpakking en andere aanbiedingsvormen. Indien
diervoeders in de handel worden gebracht, moet op die diervoeders een
etiket worden aangebracht waarop gegevens staan vermeld conform deze
verordening. Dit voorstel maakt deel uit van het lopend programma van
de Commissie voor vereenvoudiging en vermindering van de
administratieve lasten. De huidige diervoederwetgeving, nu verspreid
over vele verschillende richtlijnen, wordt gebundeld tot één
verordening. Dit dient juridische duidelijkheid te verschaffen, te
leiden tot een geharmoniseerde uitvoering en de goede werking van de
interne markt te bevorderen.
De wetgeving wordt gemoderniseerd. De voorschriften voor etikettering
worden ook toepasselijk op andere informatiestromen, zoals internet en
reclame.
Het bedrijfsleven krijgt meer ruimte om invulling te geven aan de
wetgeving. Ze wordt gestimuleerd om een vrijwillige "Communautaire
lijst van voedermiddelen" en "Communautaire gedragscodes voor
etikettering" op te stellen. Hierdoor zullen meer voedermiddelen
uniform en beter geïdentificeerd worden, wat belangrijk is met het oog
op de huidige onduidelijke situatie rondom nieuwe opkomende
voedermiddelen.
Claims zullen op verzoek van de autoriteiten wetenschappelijk
onderbouwd moeten kunnen worden. Het is nog onduidelijk of de
Commissie lidstaten vrij laat om naar eigen inzicht te controleren. Er
schuilt hier het gevaar dat de lasten voor de autoriteiten toenemen.
Twee maatregelen die de lasten voor het bedrijfsleven verminderen zijn
het laten vervallen van de vergunningsplicht voor het in de handel
brengen van bio-eiwitten en nieuwe voedermiddelen. Ten tweede wordt er
afgezien van de huidige verplichting om exacte percentages gewicht van
ingrediënten te declareren op etiketten van voedermiddelen voor
voedselproducerende dieren.
b) Impact-assessment Commissie:
Het impact-assessment gaat nader in op een aantal
Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en
proportionaliteitsoordeel
a) Bevoegdheid:
Het betreft een voorstel met betrekking tot de regeling van de interne
diervoedermarkt en een deel van de voorschriften zijn voorts gericht
op de bescherming van de volksgezondheid (voor wat betreft de
voedselproducerende dieren) door de versteviging van de waarborging
van de diervoederveiligheid. Deze onderwerpen behoren tot de
exclusieve bevoegdheden van de Gemeenschap.
b) Functionele toets
o Subsidiariteit: n.v.t.
Niet van toepassing. Het onderwerp betreft een exclusieve bevoegdheid
van de Gemeenschap.
o Proportionaliteit: negatief
Het voorstel zelf kan ten algemene als proportioneel worden beschouwd.
De doelstellingen zijn bevordering van de interne markt en de
waarborging van de voederveiligheid. Het voorstel zorgt voor
harmonisatie en vereenvoudiging van het regelgevend kader voor het in
de handel brengen en het gebruik van bepaalde diervoeders.
Met de vereenvoudiging ontstaat meer transparantie qua regelgeving,
hetgeen de werking van de interne markt ten goede komt. De
harmonisatie van etiketteringsvoorschriften bevordert de
traceerbaarheid en de handhaving op de voederveiligheid door middel
van het uniformeren van de informatieverplichtingen.
De keuze voor het instrument van een verordening bewerkstelligt een
uniforme toepassing van de etiketteringsvoorschriften binnen het
gehele grondgebied van de Gemeenschap en draagt op die wijze bij aan
de verwezenlijking van de doelstelling van het voorstel.
Een van de nieuwe aspecten in het voorstel is om de
etiketteringsvoorschriften mede van toepassing te verklaren op andere
vormen van informatieverstrekking door bedrijven over hun producten.
Een afnemer van diervoeders kan dan al in de voorfase van de aankoop
(bij reclame of in business-to-business activiteiten) beschikken over
de informatie die tot nog toe alleen op het etiket moest staan. Dit
kan bijdragen aan het in staat stellen van de gebruiker om tot een
weloverwogen keuze te komen.
In het voorstel staat verder dat lidstaten voorschriften inzake
geldelijke sancties vaststellen ten behoeve van de handhaving van de
naleving van de voorgestelde verordening (voorgesteld artikel 32).
Indien de Europese Commissie hiermee bedoeld heeft dat ten aanzien van
overtredingen alleen nog maar geldelijke sancties mogen worden
opgelegd, betekent het voorstel een buitenproportionele beperking op
de mogelijkheden van de lidstaten om zelfstandig hun handhavingsbeleid
in te richten. (zie ook het advies van ICER " Strafrecht en de eerste
pijler II, 2006", waarin staat dat handhavings- en
sanctieverplichtingen in EG-besluiten niet mogen inhouden dat
toepassing van andere, in Nederland effectievere,
handhavingsinstrumenten onmogelijk wordt gemaakt. In het advies staat
ook dat de sanctiebepaling in een EG-besluit zich in beginsel niet uit
dient te strekken tot het type en de hoogte van de strafrechtelijke
sanctie). Dit aspect maakt dat de functionele toets op
proportionaliteit negatief uitvalt.
c) Nederlands oordeel:Positief met een voorbehoud ten aanzien van het
voorgestelde artikel omtrent de sanctionering van overtredingen.
Nederland is van mening dat het voorstel ten dele in overeenstemming
is met het proportionaliteitsbeginsel. Het voorstel leidt tot een
vereenvoudiging van regelgeving en kan leiden tot een vermindering van
administratieve lasten. Ten aanzien van een aantal aspecten worden
hieronder nog specifieke opmerkingen gemaakt.
In de huidige regelgeving is een lijst met exclusieve benamingen voor
bepaalde voedermiddelen vastgesteld. Wijzigingen worden door de
Commissie en de Raad via comitologie in deze lijst doorgevoerd.
In het voorstel wordt de verantwoordelijkheid voor het opstellen van
deze lijst bij het bedrijfsleven gelegd. Voorstellen tot wijziging van
de lijst worden ter goedkeuring aan de Commissie voorgelegd. Nederland
is van mening dat dit past binnen het uitgangspunt dat het
bedrijfsleven in eerste instantie verantwoordelijk is, en steunt dit
voorstel.
Het voorstel om de etiketteringsvoorschriften ook van toepassing te
verklaren op andere stromen van informatie, heeft een toename van
administratieve lasten tot gevolg en leidt tot een grotere
handhavingslast. Lidstaten zullen immers ook die andere stromen van
informatie moeten gaan controleren. Nederland heeft begrip voor het
doel van dit voorstel, maar vraagt zich af of gezien de gevolgen, dit
de beste oplossing is voor de problematiek. In de verdere behandeling
van het voorstel zal hier kritisch naar moeten worden gekeken.
Mocht de Commissie in het voorgestelde artikel 32 beogen de lidstaten
te beperken in de keuzevrijheid voor de inrichting van de
sanctionering, dan wordt dit door de Nederlandse regering als
buitenproportioneel beschouwd. Nederland zal zich verzetten tegen een
dergelijke beperking.
andachtspunten: de lijst voor exclusieve benamingen van
voedermiddelen, minder autorisatieprocedures voor diervoeder,
etikettering van diervoeder voor voedselproducerende dieren,
etikettering van voer voor gezelschapsdieren.
De nieuwe verordening leidt volgens het assessment tot harmonisatie in
de uitvoering, innovatie in de diervoedersector, vermindering van de
administratieve lasten en verbetering van de concurrentiepositie van
de EU diervoeder- en landbouwsector. Afnemers worden beter
geïnformeerd en kunnen een weloverwogen keuze maken. De sector krijgt
meer eigen verantwoordelijkheid voor de veiligheid van het voer. De
wetgever en controlerende instantie werken steeds meer op basis van
risicoanalyse en hebben een toezichthoudende rol.
Consequenties
Implicaties financieel
a) Consequenties EG-begroting: geen
b) Financiële, consequenties (incl. personele) voor Rijksoverheid en /
of decentrale overheden:
Controle op diervoederetikettering wordt uitgevoerd door de Voedsel en
Waren Authoriteit (VWA). Dit betreft een administratieve controle
waarbij gekeken wordt of op het etiket staat wat er op moet staan. Er
worden geen chemische controles op samenstelling uitgevoerd. Voor de
naleving wordt in Nederland steekproefsgewijs gecontroleerd of het
etiket voldoet.
De verwachting is dat onder de nieuwe EU verordening
diervoederetikettering de controle-intensiteit van de VWA op de
correctheid van etiketten niet zal verschillen van de intensiteit in
de huidige situatie en de lasten hiervan niet zullen veranderen.
Nieuw is de regelgeving omtrent claims. In de huidige situatie vindt
nauwelijks controle op claims plaats. In de nieuwe verordening staat
dat bedrijven op verzoek van de bevoegde autoriteit een
wetenschappelijke onderbouwing van de betrouwbaarheid van de claim ter
beschikking moeten stellen. In welke mate de lasten voor de overheid
hierdoor zullen toenemen is sterk afhankelijk van de manier waarop de
overheid/VWA deze controle wil gaan invullen. Op moment van het
onderzoek over de kosten was nog geen zicht hierop, zodat geen bedrag
te noemen is. Indien het voorstel budgettaire gevolgen heeft, worden
deze ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke
departementen, conform de regels budgetdiscipline.
c) Financiële, consequenties (incl. personele) bedrijfsleven en
burger:
De eenmalige lasten (investeringen) voor de diervoedersector door de
nieuwe verordening diervoederetikettering bedragen ongeveer EUR33
miljoen. Deze lasten kunnen aanzienlijk toenemen als de
overgangstermijn te kort is waardoor voorbedrukte verpakkingen
vernietigd moeten worden.
De jaarlijkse lasten bedragen EUR100.000,-. Daarnaast kunnen de
jaarlijkse lasten toenemen door de nieuwe eisen ten aanzien van claims
(bedrijven moeten een claim wetenschappelijk kunnen onderbouwen en
moeten de onderbouwing op verzoek van de bevoegde autoriteit ter
beschikking stellen). Claims zijn vrijwillig en een bedrijf zal een
claim willen gebruiken als er voordelen aan zitten die opwegen tegen
de kosten. Het is niet aan te geven in welke mate bedrijven claims
gaan gebruiken. De kosten van claims zijn zeer sterk afhankelijk van
de individuele situatie, zodat er hiervoor geen richtbedrag is te
noemen.
d) Administratieve lasten voor Rijksoverheid, decentrale overheden en/
of bedrijfsleven en burger:
De wetenschappelijke onderbouwing van claims (door de diervoedersector
op verzoek van een bevoegde autoriteit) valt onder administratieve
lasten. Claims zijn vrijwillig en een bedrijf zal een claim willen
gebruiken als er voordelen aan zitten die opwegen tegen de kosten. Het
is niet aan te geven in welke mate bedrijven claims gaan gebruiken. De
kosten van claims zijn zeer sterk afhankelijk van de individuele
situatie, zodat er geen richtbedrag is te noemen. Nederland wenst bij
aanvullende voorstellen voor noodzakelijke concrete maatregelen
aandacht voor het voorkomen van onnodige regeldruk voor bedrijven.
Implicaties juridisch
a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of
sanctionering beleid:
Het voorstel strekt tot het samenbrengen van normen die nu verspreid
staan over 9 richtlijnen en 1 beschikking. Met de inwerkingtreding van
het voorstel worden die richtlijnen en beschikking ingetrokken.
Voor het van kracht worden van het voorstel in de Nederlandse
diervoeder regelgeving is aanpassing van de kaderwet diervoeders, het
besluit diervoeders en de regeling diervoeders noodzakelijk. In
alledrie de regelingen zullen de bepalingen die strekken tot
implementatie van de nu nog bestaande richtlijnen moeten worden
verwijderd. In de regeling diervoeders kunnen de bepalingen worden
opgenomen die nodig zijn voor de effectieve uitvoering van de
voorschriften van de voorgestelde verordening, zoals de aanwijzing van
strafbare feiten en de aanwijzing van bevoegde autoriteiten.
b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen en
kaderbesluiten), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij
verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid:
Inwerkingtreding is 12 maanden na de bekendmaking van de verordening.
Dat is voldoende tijd om de beoogde wijzigingen in de regelgeving door
te voeren.
De diervoedersector voor gezelschapsdieren heeft echter aangegeven dat
zij bij een overgangstermijn van 12 maanden onvoldoende tijd hebben om
hun voorraden met voorbedrukte etiketten op te maken. Om de
aanzienlijke kostenstijging die daarvan het gevolg is, te vermijden,
stelt deze een ruimere overgangstermijn van twee jaar voor. Dit
voorstel van de sector wordt door de Nederlandse regering ondersteund.
c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling:
geen.
Implicaties voor uitvoering en handhaving
Informatie over het inschakelen van nationale agentschappen,
zelfstandige bestuursorganen e.d.
a) Uitvoerbaarheid:
Voor het toezicht en de handhaving van deze verordening worden de VWA
en AID verantwoordelijk. De verordening komt in grote lijnen overeen
met de bestaande richtlijnen op het gebied van etikettering. Met deze
verordening zou de Europese Commissie een versimpeling van de
regelgeving bewerkstelligen. Bedrijven zullen op een aantal aspecten
wel nog steeds tegen dezelfde regelgeving aanlopen, waar ze nu moeite
mee hebben, uitgezonderd de open declaratie (benoemen van exacte
percentages ingrediënten op het etiket) en het laten vervallen van de
vergunningsplicht voor het in de handel brengen van bio-eiwitten en
nieuwe voedermiddelen.
Nieuwe aspecten in de regelgeving zijn:
-claims: onduidelijk is hoe dit in de praktijk gaat uitpakken. In
ieder geval betekent de insteek van de verordening een zwaardere
belasting van het toezicht. De claims moeten door de bevoegde
autoriteit worden beoordeeld/geverifieerd.
- "Communautaire lijst van voedermiddelen"en "Communautaire
gedragscodes voor etikettering": voor het toezicht is onduidelijk wat
de rol c.q. de mogelijkheden voor handhaving zijn.
b) Handhaafbaarheid:
Aangezien een groot deel van de regelgeving identiek is aan de
bestaande regelgeving worden daarin geen problemen t.a.v.
handhaafbaarheid gezien.
De belangrijkste veranderingen zijn te verwachten t.a.v. de nieuwe
onderdelen (zie ook hierboven) claims en "Communautaire lijst van
voedermiddelen"en " Communautaire gedragscodes voor etikettering". Bij
de besprekingen in de Raad zal duidelijk moeten blijken wat van de
lidstaten (en de handhaving) gevraagd wordt.
Implicaties voor ontwikkelingslanden
a) Wel
b) Op grond van artikel 11 van Vo 178/2002 moet geïmporteerd
diervoeder voldoen aan de communautaire eisen omtrent diervoeding. Dit
voorstel is dus ook van toepassing voor producenten in derde landen,
althans wat betreft de inhoudelijke normen. Het opstellen van een
vrijwillige "Communautaire lijst van voedermiddelen"en "Communautaire
gedragscodes voor etikettering." (Hoofdstuk 5 van het voorstel) is in
principe alleen bedoeld voor de Europese diervoederbranche (artikel
27, eerste lid, aanhef, van het voorstel). Nieuwe eisen omtrent claims
kunnen gevolgen hebben voor derde landen.
Voor de producenten in de derde landen heeft dit voorstel dezelfde
gevolgen als voor de Europese producenten. Voordelen zijn harmonisatie
en daarmee samenhangende vereenvoudiging van regelgeving, vermindering
administratieve lasten en het wegvallen van de vergunningsplicht voor
bio-eiwitten. Nadeel kan zijn het van toepassing worden van de
etiketteringsvoorschriften voor andere stromen van informatie. Zie
verder paragraaf 4b.
Nederlandse positie
Nederlandse belangen en eerste algemene standpunt:
De nieuwe verordening is vooral een samenvoeging van al bestaande
richtlijnen. Nederland is voorstander van het samenvoegen en
moderniseren van de bestaande richtlijnen tot één verordening. Een
aantal knelpunten in de oude richtlijnen, zoals "open declaraties"
zijn in de nieuwe verordening opgelost.
Nederland onderschrijft de doelstellingen van de Commissie. Nederland
verwacht een geringe impact. Een viertal veranderingen zijn:
1-Het bedrijfsleven wordt gestimuleerd om een vrijwillige
"Communautaire lijst van voedermiddelen"en "Communautaire gedragscodes
voor etikettering" op te stellen. Dit geeft het bedrijfsleven een
innovatieve stimulans, maar het is nog niet duidelijk hoe/en of de
controlerende autoriteiten (VWA) hierin een rol moeten spelen.
2-Claims moeten op verzoek van de autoriteiten wetenschappelijk
onderbouwd kunnen worden. Het is nog onduidelijk of de Commissie
lidstaten vrij laat om naar eigen inzicht te controleren. Extra lasten
kunnen ontstaan als de VWA hier streng op moet toezien, wat nu niet
gebeurt.
3-Verbreden van etiketteringsvoorschriften naar andere
informatiestromen, zoals internet en reclame. Consumenten kunnen
hierdoor beter worden geï nformeerd, maar er is extra aandacht nodig
voor de uitwerking, met name de mogelijkheden voor controle en toename
van administratieve lasten.
4- Voorts acht Nederland het voorgestelde artikel 32 omtrent de
sanctionering buitenproportioneel mocht de Commissie hiermee bedoelen
dat ten aanzien van overtredingen alleen nog maar geldelijke sancties
mogen worden opgelegd. Nederland is van oordeel dat het aan de
lidstaten zelf is om hun handhavingsbeleid omtrent sancties in te
richten.
Nederland kan zich vinden in het oordeel van het impact-assessment,
maar zou meer aandacht willen zien voor de financiële consequenties.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken