Faunabeheer Staatsbosbeheer in Drenthe
11 augustus 2008 - kamerstuk
Directie Natuur
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
9 juni 2008 08-LNV-B-79
DN. 2008/2231
11 augustus 2008
onderwerp bijlagen
Faunabeheer Staatsbosbeheer in
Drenthe
Geachte Voorzitter,
Hiermee stuur ik u op verzoek van de vaste Kamercommissie voor Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit mijn reactie op de brief van de voorzitter van de Koninklijke
Nederlandse Jagers Vereniging Drenthe over het faunabeheer dat Staatsbosbeheer voert
in Drenthe.
Ik wil vooropstellen dat Staatsbosbeheer als verzelfstandigde organisatie, binnen de
kaders van de Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer, zelf verantwoordelijk is voor het
beheer van haar terreinen, waaronder het faunabeheer.
Voorafgaand aan de oprichting van de Faunabeheereenheden is landelijk door de
betrokken partijen uitdrukkelijk afgesproken dat het alle partijen vrij staat gebruik te
maken van een door de Faunabeheereenheid aangevraagde ontheffing van de Flora- en
faunawet. Het is evident dat natuurbeheerders daarbij soms een andere afweging maken
dan de andere deelnemers. Deze afspraken en het over en weer erkennen van
verschillende rollen zijn nadien bevestigd door alle partijen.
Wel ben ik van mening dat wanneer Staatsbosbeheer reeds bij het opstellen van een
faunabeheerplan kan voorzien dat niet of beperkt gebruik gemaakt zal worden van een
ontheffing, Staatsbosbeheer dat in dat stadium aan de partners in de Faunabeheereenheid
kenbaar dient te maken en dat zo mogelijk in het faunabeheerplan dient vast te leggen.
Staatsbosbeheer heeft als opdracht de natuurwaarden in de haar toevertrouwde terreinen
te beschermen. Daarbij heeft Staatsbosbeheer ook oog voor de belangen van `buren',
waaronder landbouwschade en de verkeersveiligheid. Dit kan ertoe leiden dat
Staatsbosbeheer in sommige terreinen wel en in andere terreinen geen gebruik maakt van
een ontheffing die voor een groot gebied, bijvoorbeeld het gehele grondgebied van een
provincie, wordt verstrekt.
Uit navraag bij Staatsbosbeheer is mij gebleken dat dit ook het geval is voor het afschot
van reeën in Drenthe. In circa 40% van de terreinen maakt Staatsbosbeheer wel degelijk
gebruik van de ontheffing, voornamelijk om aanrijdingen te voorkomen.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
11 augustus 2008 DN. 2008/2231 2
Dezelfde afweging maakt Staatsbosbeheer bij het gebruik van een landelijke vrijstelling,
zoals voor de vos geldt. Daar waar de doelen van het weidevogelbeheer in het geding
komen ten gevolge van de aanwezigheid van de vos, is bestrijding van de vos aan de orde.
Staatsbosbeheer regio Noord heeft dit op regionaal niveau verder uitgewerkt. Daar waar
het belang van de gebieden voor weidevogels over het algemeen zeer beperkt is of waar
bestrijding van de vos weinig effect heeft, wordt afschot niet door Staatsbosbeheer
toegepast. Staatsbosbeheer heeft ervoor gekozen om een zwaar middel als afschot alleen
in te zetten waar het in de visie van Staatsbosbeheer ook daadwerkelijk effectief is.
Staatsbosbeheer heeft mij aangegeven hierover graag rechtstreeks met de Koninklijke
Nederlandse Jagers Vereniging Drenthe in gesprek te gaan.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit