JSF: wat is de betekenis voor de Nederlandse economie?


EZ rapport Business Case nader bekeken

DEN HAAG, 20080813 -- Een van de belangrijkste discussiepunten in het Nederlandse JSF dossier is op dit moment de herijking van de Business Case. De Nederlandse industrie en het Ministerie van Economische Zaken verschillen aanzienlijk van inzicht over hoeveel procent van de JSF gerelateerde omzet moet worden afgedragen. Een begin juli 2008 verschenen rapport van PriceWaterhouseCoopers zal in deze discussie een cruciale rol spelen. JSFNieuws publiceerde een uitgebreide analyse van dit belangrijke rapport met tal van kritiekpunten.

De Nederlandse bedrijven die betrokken zijn bij de JSF (vertegenwoordigd door de NIFARP) hebben op 31 juli officieel bezwaar aangetekend tegen de bijdrage die ze volgens de berekening van EZ moeten gaan leveren (10,3 % van de JSF gerelateerde omzet) als uitvloeisel van het contract dat ze met de Nederlandse Staat gesloten hebben in 2002 (de Mede Financierings Overeenkomst of MFO). In de brief met het bezwaar staat dat voldoende gegevens ontbreken om over de berekening van de bijdrage te kunnen discussiëren en dat er aan `fact-finding'moet worden gedaan. Wel wordt verwezen naar een rapport van PricewaterhouseCoopers (PWC); een accountants firma die ook consultancy doet. Dit rapport van 7 juli 2008 `onderschrijft' het succes van het JSF project en `toont aan en kwantificeert" dat er een aantal positieve effecten zijn. Het verschijnen van dit rapport is ook prominent in de pers gemeld. Omdat dit rapport in opdracht van het ministerie van EZ is geschreven, zou het wel eens een belangrijke rol in de verdere discussie kunnen gaan spelen. Reden voor JSFNieuws om het nader te bestuderen.

Wat biedt het rapport

Opvallend is dat het 81 bladzijden tellende rapport, geschreven door meerdere auteurs in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken, veel herhalingen en lege bladzijden bevat en uiteindelijk is samen te vatten op 4 kantjes. Het rapport claimt zelf dat sprake is van "kwantitatief macro economisch onderzoek gecombineerd met kwantitatief en kwalitatief micro economisch onderzoek". Daarbij zou het om een feitenonderzoek gaan. Bij lezing van het rapport wordt duidelijk dat sprake is van een enquete onder belanghebbende bedrijven, die hun mening kunnen geven over hun toekomstige verwachting ten aanzien van JSF orders. Dit is aangevuld met een telling van al geregistreerde JSF orders. Het rapport is aantoonbaar subjectief en qua onderzoeksmethode en wetenschappelijk gehalte is er veel op af te dingen.

Werkgelegenheid en verdringing

Goede analyse van het rapport leert dat in het meest optimistische scenario sprake is van het genereren van gemiddeld 600 directe arbeidsplaatsen en 500 indirecte arbeidsplaatsen in het JSF project gedurende de looptijd. De investering in de Business Case voor deelname aan de Ontwikkelingsfase van de JSF bedroeg circa ¤ 850 miljoen. In dit licht is het in het rapport beschreven verdringingseffect interessant. Door de krappe arbeidsmarkt en vele openstaande vacatures voor hooggekwalificeerd personeel kan het netto effect van het JSF project zijn, dat er helemaal geen banen bij komen, maar dat deze werknemers uit andere sectoren worden weggehaald of dat het werk uitbesteed wordt naar het buitenland. Een belangrijke omissie in het rapport van het door PriceWaterhouseCoopers in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken geschreven rapport is dat er zondermeer van wordt uitgegaan dat er 4.500 JSF straaljagers zullen worden verkocht. JSFNieuws toont met recente marktanalyses aan dat dit aantal vrijwel zeker onhaalbaar is en eerder rond de 3.000 of lager ligt.

Het complete artikel met een gedetailleerde analyse van het PriceWaterhouseCoopers rapport over de JSF Business Case; inclusief uitgebreide verdere achtergrondinformatie over de JSF Business Case is te vinden op www.jsfnieuws.nl.