De Noorse JSF Business Case : actueel voor Nederland


Methode compensatie orders biedt industrie vier maal meer

DEN HAAG, 20080814 -- In de discussie in Noorwegen inzake de vervanging van de F-16 is een nek aan nek race gaande tussen JSF en Saab. Afgelopen week presenteerde Saab een compleet compensatie programma voor de Noorse industrie. In reactie kwam Lockheed Martin met een presentatie van het Amerikaanse aanbod voor de Noorse industrie. In het kader van de discussie in Nederland over de JSF Business Case maakte JSFNieuws.nl een complete achtergrond analyse.

Wapenaankopen gaan nooit alleen over de militaire behoefte alleen. Motieven van buitenlands politieke aard en economie spelen eveneens een belangrijke rol. Het Nederlandse besluit om deel te nemen aan de ontwikkeling van de JSF werd vooral ingegeven door economische motieven. Innovatieve werkgelegenheid veiligstellen gaf voor toenmalig premier Kok en de vakbonden in 2002 de doorslag om hun instemming te betuigen met deelname.

Deelname aan de JSF is gebaseerd op twee nieuwe principes: meedoen aan de ontwikkeling in een vroeg stadium en in de productiefase concurrentie met andere landen op basis van beste kwaliteit en gunstigste prijs. Bij eerdere defensie aankopen was er de gegarandeerde zekerheid van compensatie orders. Dit was indertijd het geval bij de aankoop van de F-104 Starfighter, de F-5 en de F-16 straaljagers. De huidige uitkomsten van de business case laten zien dat slechts een beperkt aantal grote bedrijven profiteert van het JSF project en dat de omzet onzeker en moeilijk te bepalen is. Dit roept bij veel bedrijven de vragen op of de vroegere systematiek van compensatieorders niet veiliger en profijtelijker is.

Situatie Noorwegen

In andere landen die de F-16 moeten vervangen loopt dezelfde discussie. Een voorbeeld is Noorwegen. In november 2005 leek de JSF vrijwel zeker de keuze van de Noorwegen te zullen zijn. Een veranderde politieke opstelling vanuit de nieuwe sociaal-democratische regering en onvrede binnen de industrie, gecombineerd met een gunstig aanbod van de totaal vernieuwde Saab Gripen New Generation zorgen hier voor een serieuze bedreiging van de positie van de JSF in Noorwegen. In zowel Nederland als Noorwegen geldt dat hoewel er politieke partijen zijn die pleiten voor een Europees toestel de Luchtmacht sterk op de USA is georiënteerd en voorstander is van de JSF aanschaf. Belangrijk verschil is dat in Noorwegen vanaf het begin de politiek sterk heeft ingezet op industriële partnerschappen met alle drie aanbieders, met Lockheed, met Eurofighter en met Saab. Met alle drie vliegtuigfabrikanten zijn door de regering overeenkomsten gesloten voor medefinanciering van nieuwe ontwikkelingen. Dit heeft er toe geleid dat de industrie met alle drie aanbieders contacten heeft opgebouwd en interessante innovatieve contracten heeft verworven. Door de onderlinge concurrentie tussen de aanbieders is er een scherpe focus gebleven op een scherpe verwervingsprijs door de Noorse luchtmacht en een maximaal profijt voor de Noorse industrie.

Lockheed Martin versus Saab

Lockheed Martin, de JSF fabrikant, heeft met name aan de grotere Noorse bedrijven potentiële orders aangeboden bij de JSF productie op basis van blijvende concurrentie op basis van kwaliteit en prijs. Deze orders kunnen oplopen tot maximaal US$ 2 miljard op basis van de nu voorliggende overeenkomsten en komen in hoofdzaak terecht bij 10 wat grotere bedrijven. Het aanbod in de Noorse JSF Business Case beperkt zich bovendien in hoofdzaak tot de luchtvaartsector.
Saab daarentegen maakte begin augustus bekend een gegarandeerd pakket compensatie orders te bieden van NOK 50 miljard (dit is gelijk aan US$ 9,3 miljard, bij 48 te kopen Gripen straaljagers). Saab heeft directe gesprekken gevoerd met 200 kleinere en grotere Noorse bedrijven sinds het aanbod voor industriële samenwerking drie maanden geleden. Meer dan 70 concrete samenwerkingsprojecten zijn al vastgesteld met diverse partners overal in Noorwegen. In april 2008, bij het uitbrengen van de offerte aan Noorwegen werd al 100% industriële compensatie toegezegd; dit is sindsdien aanzienlijk opgelopen tot 180%. De Noorse Industrie vereniging reageert begrijpelijkerwijze uiterst positief op dit voor hen zeer gunstige pakket werk Wat tevens opvalt is dat hier sprake is van een breder economisch perspectief dan in de Nederlandse Business Case, die zich alleen op de (defensie-)luchtvaartcluster richt.

Een overzicht van het soort bedrijven in Noorwegen waarmee Saab samenwerkingsovereenkomsten heeft afgesloten laat dit zien. De lijst omvat naast bedrijven uit de luchtvaartsector veel bedrijven uit de off-shore industrie, communicatietechniek, energiewinning, scheepvaarttechniek en onderzoeksinstituten. De complete lijst is te vinden op JSFNieuws.nl (www.jsfnieuws.nl/?p=198) en geeft een beeld van hoe vanuit het perspectief van regeringsbestedingen in het kader van het defensiebudget een brede economische stimulans kan ontstaan met sterk innovatieve impulsen voor sectoren waar een land economische belangen bij heeft of in wil ontwikkelen.

Gelet op de traditioneel sterke positie van de Amerikanen in de Noorse Luchtmacht zal het niet direct zo'n vaart lopen, maar door politieke en industriële druk kan Noorwegen het eerste JSF partnerland worden dat afhaakt en een keuze maakt voor de Saab Gripen New Generation. In het najaar van 2008 neemt de Noorse regering een besluit. Het gaat om de aanschaf van 48 straaljagers ter vervanging van de huidige Noorse F-16 toestellen.

Over JSFNIEUWS.NL

JSFNieuws.nl is een geheel onafhankelijk nieuwsmedium en streeft er naar om zonder enige binding met Defensie, politieke partij of bedrijf, zo objectief mogelijke berichtgeving te verzorgen over de JSF en de vervanging van de F16. De website jsfnieuws.nl bevat de meest uitgebreide verzameling JSF nieuws en JSF achtergrondinformatie in het Nederlandse taalgebied. JSFNIEUWS heeft contacten met mensen en instanties uit defensie en industrie over de hele wereld en wil zich alleen baseren op verifieerbare feiten. JSFNIEUWS werkt samen met diverse gastauteurs. JSFNIEUWS streeft er naar openbare bronnen van Tweede Kamer, Ministerie, Rekenkamer zo toegankelijk mogelijk te maken voor Pers, Publiek, Personeel defensie en Parlement.