De Nederlandse Bank


Ten geleide van het ECB Maandbericht augustus 2008

Nieuwsbericht

Datum 14 augustus 2008

In zijn op 7 augustus 2008 gehouden vergadering heeft de Raad van Bestuur van de ECB op basis van zijn reguliere economische en monetaire analyses besloten de basisrentetarieven van de ECB onveranderd te laten.

De gegevens die beschikbaar zijn gekomen sinds de vorige vergadering van de Raad van Bestuur bevestigen nogmaals de redenering die ten grondslag lag aan zijn besluit om de rentetarieven in juli te verhogen. De gegevens bevestigden dat de inflatie op jaarbasis waarschijnlijk nog gedurende langere tijd ruim boven het niveau blijft dat in overeenstemming is met prijsstabiliteit, en dat de risico's voor de prijsstabiliteit op de middellange termijn van opwaartse aard blijven. Deze beoordeling wordt geschraagd door de aanhoudend zeer krachtige groei van de geldhoeveelheid, waarbij er tot nog toe geen aanwijzingen zijn van significante beperkingen in het aanbod van bankleningen. In een dergelijke context blijft het voorkomen van breedgedragen tweede-ronde-effecten op de loon- en prijsvorming van essentieel belang. De meest recente economische gegevens wijzen op een verzwakking van de reële bbp-groei medio 2008, hetgeen deels werd verwacht na de uitermate krachtige groei in het eerste kwartaal. Tegen deze achtergrond en volledig in overeenstemming met zijn mandaat, benadrukt de Raad van Bestuur dat het handhaven van prijsstabiliteit op de middellange termijn het hoofddoel is van de ECB en dat hij vastbesloten is ervoor te zorgen dat de middellange- en lange-termijninflatieverwachtingen stevig verankerd blijven in overeenstemming met prijsstabiliteit. Dit zal voor behoud van de koopkracht zorgen op de middellange termijn en ondersteuning bieden aan duurzame groei en werkgelegenheid. Naar het oordeel van Raad van Bestuur zal de huidige koers van het monetaire beleid bijdragen aan het verwezenlijken van de doelstelling van de ECB. De Raad van Bestuur zal alle ontwikkelingen gedurende de komende periode zeer nauwlettend blijven volgen.

De gegevens betreffende de economische bedrijvigheid die beschikbaar zijn gekomen sinds 3 juli 2008 duiden er op dat het groeicijfer voor het reële bbp voor medio 2008 substantieel zwakker zal zijn dan dat voor het eerste kwartaal van het jaar. Zoals bij eerdere gelegenheden is aangegeven, vormt dit deels een technische reactie op de krachtige groei in de eerste maanden van dit jaar. Daarnaast is het deels een weerspiegeling van een verzwakking van de bbp-groei als gevolg van factoren als de langzamere expansie op mondiaal niveau en matigende effecten door de hoge en volatiele olie- en voedingsmiddelenprijzen. Teneinde de onderliggende dynamiek van de economische bedrijvigheid in het eurogebied te beoordelen en om niet te worden misleid door hoogst volatiele kwartaaluitkomsten, is het nodig door de volatiliteit in de kwartaal-op-kwartaal groeicijfers en maandindicatoren heen te kijken.

Vanuit dit perspectief zal de groei in de wereldeconomie, hoewel zij zal matigen, naar verwachting relatief veerkrachtig blijven, met name profiterend van aanhoudende groei in de opkomende economieën. Dit zou de externe vraag naar goederen en diensten uit het eurogebied moeten ondersteunen. Wat de binnenlandse ontwikkelingen betreft, zijn de fundamentals vanuit middellangetermijnperspectief gezond, en heeft het eurogebied niet te kampen met grote onevenwichtigheden. De investeringsgroei is de economische bedrijvigheid blijven ondersteunen, zij het op gematigder wijze. Bovendien zijn de werkgelegenheid en de arbeidsparticipatie beduidend gestegen en blijft de werkloosheid historisch gezien laag. Deze ontwikkelingen echter, die het besteedbaar inkomen van huishoudens en de consumptie ondersteunen, zullen het verlies aan koopkracht veroorzaakt door de hogere energie- en voedingsmiddelenprijzen waarschijnlijk niet volledig kunnen compenseren.

Naar het oordeel van de Raad van Bestuur blijft de onzekerheid rondom deze vooruitzichten voor de economische bedrijvigheid hoog, ten gevolge van onder andere de zeer hoge en volatiele niveaus van de grondstoffenprijzen en de aanhoudende spanningen in de financiële markten. Over het geheel genomen overheersen de neerwaartse risico's. De risico's vloeien met name voort uit het temperende effect op de consumptie en de investeringen van verdere onvoorziene stijgingen van de energie- en voedingsmiddelenprijzen. Bovendien blijven de neerwaartse risico's verband houden met de mogelijkheid dat de onrust in de financiële markten een negatievere invloed zou kunnen hebben op de reële economie dan thans voorzien. De mogelijkheid van wanordelijke ontwikkelingen ten gevolge van mondiale onevenwichtigheden, impliceert tevens neerwaartse risico's voor de vooruitzichten voor de economische bedrijvigheid, evenals de bezorgdheid over het opkomen van protectionistische druk. In dit verband vormt het mislukken van de recente onderhandelingen in het kader van de Doha-ronde van de Wereldhandelsorganisatie over handelsliberalisatie een grote terugslag.

Wat het prijsbeloop betreft, bleef de HICP-inflatie op jaarbasis sinds het afgelopen najaar aanzienlijk boven het niveau dat in overeenstemming is met prijsstabiliteit, in juni 2008 uitkomend op 4,0% en, volgens de voorlopige (flash) raming van Eurostat, in juli op 4,1%. Het zorgwekkende inflatieniveau is grotendeels het gevolg van zowel directe als indirecte effecten van de afgelopen scherpe stijgingen in de energie- en voedingsmiddelenprijzen op mondiaal niveau. Tegelijkertijd zijn er enkele aanwijzingen dat de arbeidskosten in de afgelopen kwartalen zijn gestegen, terwijl de groei van de arbeidsproductiviteit is vertraagd. Vooruitblikkend zal, op basis van de huidige futuresprijzen voor grondstoffen, de HICP-inflatie op jaarbasis waarschijnlijk nog geruime tijd ruim boven het niveau blijven dat in overeenstemming is met prijsstabiliteit, alvorens in 2009 slecht geleidelijk te matigen.

De risico's voor de prijsstabiliteit blijven, gezien vanuit het beleidsrelevante middellange-termijnperspectief, duidelijk van opwaartse aard en zijn gedurende de afgelopen paar maanden toegenomen. Deze risico's omvatten in het bijzonder de mogelijkheid van verdere energie- en voedingsmiddelenprijsstijgingen en van toenemende indirecte effecten op de consumptieprijzen. Er bestaat zeer grote bezorgdheid dat het loon- en prijsvormingsgedrag zou kunnen bijdragen aan de inflatoire druk via breedgedragen tweede-ronde-effecten. De Raad van Bestuur volgt het prijsvormingsgedrag en de loononderhandelingen in het eurogebied bijzonder aandachtig. Bovendien vloeien er mogelijk opwaartse risico's voort uit onvoorziene stijgingen van de indirecte belastingen en door de overheid gereguleerde prijzen.

Tegen deze achtergrond is het van cruciaal belang dat de middellange- tot langere-termijninflatieverwachtingen stevig verankerd blijven op niveaus die in overeenstemming zijn met prijsstabiliteit. De verschuiving in relatieve prijzen en de daarmee verband houdende inkomensoverdracht van grondstofimporterende naar grondstofexporterende landen vereisen een verandering in het gedrag van bedrijven en huishoudens. Derhalve dienen breedgedragen tweede-ronde-effecten die voortvloeien uit het effect van de hogere energie- en voedingsmiddelenprijzen op het prijs- en loonvormingsgedrag, te worden voorkomen. Alle betrokken partijen, zowel in de particuliere als de publieke sector, moeten in dit opzicht hun verantwoordelijkheid nemen. In het kader daarvan heeft de Raad van Bestuur herhaaldelijk zijn bezorgdheid geuit over regelingen waarin nominale lonen aan de consumptieprijzen zijn gekoppeld. Dergelijke regelingen behelzen het risico van opwaartse inflatieschokken die leiden tot een loon-prijsspiraal, die schadelijk zou zijn voor de werkgelegenheid en het concurrentievermogen in de betrokken landen. De Raad van Bestuur dringt er dan ook op aan dergelijke regelingen te vermijden.

De monetaire analyse bevestigt de bestaande opwaartse risico's voor de prijsstabiliteit op de middellange tot langere termijn. In overeenstemming met de monetaire-beleidsstrategie van de ECB, is de Raad van Bestuur van oordeel dat de aanhoudende onderliggende kracht van de expansie van de geldhoeveelheid en de kredietverstrekking in het eurogebied gedurende de afgelopen paar jaar tot opwaartse risico's voor de prijsstabiliteit heeft geleid. In de afgelopen kwartalen lijken deze risico's tot uitdrukking te zijn gekomen naarmate de inflatie is gestegen. Niet in de laatste plaats vanwege de voortdurende spanningen in de financiële markten, helpt de monetaire analyse bij het ondersteunen van de noodzakelijke middellange-termijnoriëntatie van het monetair beleid door de aandacht te richten op de opwaartse risico's voor de prijsstabiliteit die op de middellange tot langere termijn overheersen. Hoewel de groei van de ruime monetaire en kredietverleningsaggregaten thans enige tekenen van matiging vertoont, tevens als gevolg van de beleidsmaatregelen die sinds 2005 zijn genomen om de opwaartse risico's voor de prijsstabiliteit tegen te gaan, wijst het sterke onderliggende tempo van de monetaire expansie op aanhoudende risico's voor de prijsstabiliteit op de middellange termijn. De huidige rendementscurve heeft geleid tot een zeer snelle toename in termijndeposito's en tot een substantiële daling van de M1-groei op jaarbasis. Dergelijke effecten en overige tijdelijke factoren dienen bij het beoordelen van monetaire ontwikkelingen in aanmerking te worden genomen. Over het geheel genomen, bevestigt een breedgebaseerde analyse van de gegevens, gezien vanuit het toepasselijke middellange-termijnperspectief, de onderliggende kracht van de groei van de geldhoeveelheid.

Een van de hoofdfactoren die tot deze conclusie voert, is de nog steeds sterke groei van MFI-leningen aan de particuliere sector, die het robuuste karakter van de monetaire groei schraagt. Het tempo, de looptijden en de sectorale samenstelling van de kredietopneming bij banken duiden erop dat, op het niveau van het eurogebied als geheel, tot dusverre de beschikbaarheid van bankkrediet niet significant onder de aanhoudende onrust in de financiële markten heeft geleden. De hogere korte rente en de zwakte op de woningmarkt in verschillende delen van het eurogebied hebben gedurende de afgelopen paar jaar de groei van de kredietopneming door huishoudens doen afnemen. Daarentegen, en niettegenstaande krappere financieringsvoorwaarden en matigende economische groei, blijft de expansie van de bancaire kredietverleningen aan niet-financiële vennootschappen tot dusver zeer krachtig.

Samenvattend, bevestigt een toetsing van de uitkomsten van de economische analyse aan die van de monetaire analyse duidelijk de beoordeling van toenemende opwaartse risico's voor de prijsstabiliteit op de middellange termijn. De inflatie op jaarbasis zal waarschijnlijk ruim boven het niveau blijven dat in overeenstemming is met prijsstabiliteit en de monetaire aggregaten blijven zeer krachtig groeien, waarbij er tot nog toe geen aanwijzingen zijn van significante beperkingen in het aanbod van bankleningen. De meest recente economische gegevens wijzen op een verzwakking van de reële bbp-groei medio 2008, hetgeen deels werd verwacht na de uitermate krachtige groei in het eerste kwartaal. Tegen deze achtergrond blijft het voorkomen van breedgedragen tweede-ronde-effecten op de loon- en prijsvorming van essentieel belang. In volledige overeenstemming met zijn mandaat, benadrukt de Raad van Bestuur dat het handhaven van prijsstabiliteit op de middellange termijn zijn hoofddoel is en dat hij vastbesloten is ervoor te zorgen dat de middellange- en lange-termijninflatieverwachtingen stevig verankerd blijven in overeenstemming met prijsstabiliteit, daarmee zorgend voor behoud van de koopkracht op de middellange termijn en ondersteuning biedend aan duurzame groei en werkgelegenheid in het eurogebied. Naar het oordeel van Raad van Bestuur zal de huidige koers van het monetaire beleid aan het verwezenlijken van de doelstelling van de ECB bijdragen. De Raad van Bestuur zal alle ontwikkelingen gedurende de komende periode zeer nauwlettend blijven volgen.

Wat betreft het begrotingsbeleid, bestaan er risico's dat enkele landen hun begrotingsdoelstellingen dit jaar niet zullen halen. In deze situatie zijn een rigoureuze implementatie van begrotingsplannen en het voorkomen van verslapping in de uitgavensfeer van essentieel belang. De begrotingsplannen voor 2009, die thans in een aantal landen worden afgerond, dienen de verplichtingen te weerspiegelen die op Europees niveau zijn aangegeven. In het bijzonder landen met nog steeds grote tekorten moeten komen met ambitieuze en concrete tekortreductieplannen, gesteund door duidelijk omschreven maatregelen, bij voorkeur aan de uitgavenkant. Waar begrotingsruimte beschikbaar is, kunnen de automatische stabilisatoren bijdragen aan het dempen van conjunctuurschommelingen.

Wat betreft de structurele beleidsmaatregelen, zijn maatregelen die de aanpassingskosten verminderen en een gematigde groei van de arbeidskosten per eenheid product bevorderen van het grootste belang, met name in het huidige klimaat van hoge inflatie en vertragende reële bbp-groei. Hieronder vallen het wegnemen van belemmeringen voor de concurrentie in de dienstensector in het algemeen, en meer in het bijzonder in de verschillende stadia van de voedselaanbodketen in de retail- en distributiesectoren, alsmede in de energiesector. Ook het flexibeler maken van de arbeidsmarkten en het verhogen van investeringen in het onderwijs zou de productiviteit bevorderen, en daarmee de ruimte voor stijgingen in reële inkomens doen toenemen.

De Engelstalige versie van dit Maandbericht bevat twee artikelen. Het eerste artikel behandelt de externe dimensie van de monetaire analyse van de ECB. Daarin wordt met name ingegaan op grensoverschrijdende beleggingsstromen en de effecten ervan op de internationale portefeuilleverdeling ter beoordeling van de onderliggende monetaire tendensen die wijzen op inflatierisico's op de middellange tot lange termijn. Het tweede artikel bespreekt de rol van banken in het monetaire-beleidstransmissiemechanisme, alsmede de monetaire-beleidsimplicaties van recente veranderingen in de financiële wereld en in het bankwezen in het bijzonder.
---