Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

Den Haag Ons kenmerk
14 augustus 2008 DE/32735

Onderwerp
Plan van de Man

In de Emancipatienota Meer kansen voor vrouwen; emancipatiebeleid 2008-2011 staat de verbetering van de positie van vrouwen centraal. Mijn inzet is die positie te verbeteren in de komende jaren en de stagnatie in het emancipatieproces te doorbreken. Te veel vrouwen doen nu nog niet volwaardig mee op de arbeidsmarkt en blijven steken in kleine deeltijdbanen, ook wanneer kinderen ouder worden. Te veel vrouwen zijn daardoor niet economisch zelfstandig en stromen niet door naar hogere posities. Daar moet verandering in komen. Daar is dus ook de inzet van het kabinet op gericht.

In het debat over de Emancipatienota is door verschillende woordvoerders aangegeven dat de rol van de man in het emancipatieproces in de nota onderbelicht is gebleven en meer aandacht behoeft. De boodschap die door verschillende woordvoerders naar voren werd gebracht is dat de emancipatie van de vrouw niet kan slagen zonder de emancipatie van de man. U heeft mij uitgedaagd met een `Plan van de Man' om maatregelen te nemen ter bevordering van de emancipatie van de man.

Die uitdaging neem ik graag aan.

Ik heb tijdens het debat al aangegeven dat ik het instellen van een `Uit het keurslijf'-prijs, voor organisaties of personen die een zichtbare rol spelen in het bevorderen van de emancipatie van de man, een goed idee vind en daaraan uitvoering zal geven. Ik zal die prijs voor de eerste keer op Vaderdag 2009 uitreiken. Vaderdag is ook een mooi moment om een aantal mannelijke rolmodellen te presenteren en in de schijnwerpers te zetten. Deze rolmodellen voor jongens en mannen zullen een jaar lang als ambassadeurs uitdragen dat het verrijkend en leuk is om naast het werk ook tijd te maken voor familie, kinderen, mantelzorg en vrijwilligerswerk.

In de Emancipatienota heb ik aangegeven dat voor vrouwen én voor mannen het beter kunnen combineren van arbeid en zorg (zowel de zorg voor kleine kinderen als de mantelzorg) een belangrijke doelstelling voor het kabinet is. Op dat punt zijn we er duidelijk nog lang niet en is extra inzet nodig.

blad 2/10

In de praktijk van alledag zien we dat het meestal de vrouwen zijn die minder gaan werken op het moment dat er kinderen komen en dat de mannen voltijds blijven werken om het gezinsinkomen op peil te houden. Veel vrouwen komen hierdoor niet meer aan een volwaardige arbeidsloopbaan toe en blijven ook op latere leeftijd in kleinere deeltijdbanen werken met weinig doorgroeiperspectief. Mannen hebben, doordat zij vaak nog hoofdkostwinner zijn, weinig tijd om samen met hun (kleine) kinderen door te brengen en voor hen te zorgen. Hierdoor missen zij ervaringen die later niet meer zijn in te halen.

Door deze onevenwichtige verdeling blijft veel talent van vrouwen op de arbeidsmarkt onbenut en kunnen zowel vrouwen als mannen vaak ouderschap en een volwaardige arbeidsloopbaan niet goed combineren. In de reactie op de Commissie Bakker wijst het kabinet ook op de nadelen van een te ongelijke verdeling en de massale keuze voor het anderhalfverdienersmodel: "het dempt de economische zelfstandigheid en loopbaanmogelijkheden van vrouwen (...) en begrenst hun aandeel in het slechten van de nijpende arbeidsmarkttekorten".

Een meer evenwichtige verdeling over de levensloop is gewenst. De keuzevrijheid staat daarbij voorop. Het kabinet wil de voorwaarden scheppen waaronder een hogere arbeidsparticipatie gedurende de levensloop van zowel vrouwen als mannen mogelijk en aantrekkelijk wordt. Uitkeringsafhankelijkheid is geen optie. De betaalbaarheid van de verzorgingsstaat staat door de vergrijzing en ontgroening onder druk. Een meer evenwichtige verdeling van (mantel)zorgtaken en arbeid kan een belangrijke bijdrage leveren aan een duurzame verhoging van de arbeidsparticipatie tot 80% conform de kabinetsdoelstelling.

Dat een dergelijke meer evenwichtige verdeling mogelijk is, zien we nu al in de overheidssectoren. In deze sectoren bestaan cao-afspraken over betaald ouderschapsverlof. Ongeveer de helft van de vaders maakt hierdoor gebruik van zijn recht op ouderschapsverlof, tegen nog geen tien procent van de vaders in de marktsector. De meeste vaders nemen gedurende één dag in de week verlof op, waardoor ze zonder al te grote inkomensderving een jaar lang vier dagen kunnen werken en één dag zorgen. Ook binnen een voltijdse werkweek zijn er allerlei mogelijkheden om structureel meer ruimte te maken voor de verzorging en opvoeding van kinderen. De `papadag' kan ook door 4 x 9 uur te werken of door het compensatieverlof hiervoor te bestemmen.

Het kabinet neemt een aantal maatregelen om die meer evenwichtige verdeling te stimuleren. Werken wordt voor vrouwen aantrekkelijker gemaakt door verhoging van de inkomensafhankelijke combinatiekorting, extra investeringen in de kinderopvang en door verlenging van het ouderschapsverlof voor zowel vrouwen als voor mannen. Dat is niet genoeg.

In het najaar van 2008 komt het kabinet met een verkenning van mogelijke aanpassingen in het wettelijke stelsel van verlofregelingen. In de Gezinsnota, die eveneens in het najaar zal verschijnen, wordt hieraan aandacht besteed.

---

blad 3/10

Ook heeft het kabinet besloten om de regeling kinderopvang naar structuur en grondslag spoedig, zo mogelijk nog deze kabinetsperiode, te herzien, teneinde de arbeidsparticipatie effectiever en efficiënter te bevorderen. Vertrekpunt daarbij is het voorstel van de Commissie Bakker om de hoogte van de kinderopvangtoeslag afhankelijk te maken van het inkomen van de meestverdienende partner, onverminderd de eisen van uitvoerbaarheid en eventuele betere oplossingen om de arbeidsparticipatie te bevorderen. Daarbij worden de budgettaire inpasbaarheid, de inkomenseffecten en de grondslag van de inkomensafhankelijke aanvullende combinatiekorting (IACK) betrokken. Hiermee ontstaat een extra stimulans om meer uren te werken.

Er is ook een cultuuromslag nodig. Vrouwen moeten vrij zijn te kiezen voor meer uren werken zonder dat ze dan het stempel krijgen een slechte moeder te zijn. Mannen moeten ouderschapsverlof kunnen opnemen of tijdelijk in deeltijd kunnen werken zonder dat zij dan het stempel krijgen ambitieloos te zijn. De vooroordelen over werkende moeders en zorgende vaders moeten de wereld uit. Pas dan ontstaat een klimaat waarin werkelijk vrije keuzes mogelijk zijn. De Taskforce DeeltijdPlus, die de staatssecretaris voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid samen met mij heeft ingesteld, zal hiervoor bij zowel vrouwen zelf als bij individuele werkgevers aandacht vragen in de komende periode. Bij de presentatie van het werkplan van de Taskforce DeeltijdPlus heb ik gezegd dat hierbij ook mannen nadrukkelijk aan zet zijn. Voorkomen moet worden dat vrouwen inleveren op hun arbeidsmarktkansen als er kinderen komen, bijvoorbeeld in de vorm van een tijdelijk 2x4-model.
Met flexibele werktijden kunnen vaker vaders de kinderen van en naar school brengen. Samen met de staatssecretaris voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zet ik mij in voor ruimere openingstijden en flexibeler arbeidstijden, onder andere via koploperovereenkomsten met provincies en gemeenten.

Een belangrijk knelpunt is dat de biologische klok concurreert met de economische klok. De leeftijd waarop de kinderen komen is vaak ook de leeftijd waarop carrièrestappen (kunnen) worden gemaakt. Om vrouwen gelijke kansen te geven op doorgroei in de arbeidsloopbaan en mannen juist in die fase de mogelijkheid te bieden tijdelijk een stapje terug te doen en een deel van de zorgtaken op zich te nemen is een kleine revolutie bij werkgevers nodig.

De minister voor Jeugd en Gezin heeft mede hierom op 15 mei jl. tijdens de `Dag van het Gezin' aandacht gevraagd voor het belang van gezinsvriendelijke bedrijven en instellingen. Gezinsvriendelijke werkgevers houden er in hun personeel- en organisatiebeleid rekening mee dat hun werknemers ook zorgtaken hebben. In een samenleving waarin beide partners werken wordt het `9 tot 5'-patroon immers al snel een knellend keurslijf. Met meer ruimte en flexibiliteit in de dagindeling, het arbeidspatroon en de levensloop kunnen werknemers (vrouwen en mannen) meer ontspannen arbeid en zorg combineren en ook meer ontspannen carrière maken. Ook een levensfasebewust personeelsbeleid kan belangrijke voorwaarden scheppen voor doorgroei op latere leeftijd na het spitsuur van het leven. De gezinsagenda en de emancipatieagenda zijn op de werkplek dus nauw met elkaar verbonden.

---

blad 4/10

Met de minister voor Jeugd en Gezin ga ik mij de komende periode inzetten voor het thema gezinsvriendelijke werkgevers. Wij verwachten dat niet alleen vrouwen die carrièrewensen hebben en mannen die hun ouderschap meer invulling willen geven hiervan kunnen gaan profiteren, maar ook dat hiermee een belangrijke voorwaarde kan worden gerealiseerd voor een duurzaam hoger participatieniveau van vrouwen en mannen. Het kabinet geeft dit ook in zijn reactie op de Commissie Bakker aan: "De grootste kostenpost verbonden met de zorg voor kinderen is immers niet het onbetaalde verlof of de kinderopvang, maar de gemiste carrièrekansen van de verzorgende ouder."

Om gevolg te geven aan de aanbevelingen van de Commissie Bakker gaat het kabinet komend najaar in gesprek met de sociale partners over gezinsvriendelijk beleid. In aansluiting hierop zal de minister voor Jeugd en Gezin begin 2009 samen met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en mij een grote conferentie te organiseren. De conferentie heeft tot doel een breed maatschappelijk draagvlak te creëren waar een stimulerende werking vanuit gaat richting bedrijven en instellingen om gezinsvriendelijk beleid te voeren. Het gezinsvriendelijk beleid richt zich op mogelijkheden om arbeid en zorg optimaal met elkaar te combineren met behoud van carrièreperspectief voor beide partners.

Terecht wordt in het Plan van de Man ook aandacht gevraagd voor de sterke seksesegregatie in studie- en beroepskeuze. Er dreigen ernstige personeelstekorten in het onderwijs en in de zorgsector. Bovendien ontstaan er door de scherpe opdeling van de arbeidsmarkt in vrouwen- en mannenberoepen status- en beloningsverschillen en eenzijdig samengestelde werkteams en managementteams. Uit onderzoek is bekend dat divers samengestelde teams beter presteren. In het onderwijs is het belangrijk dat jongens en meisjes zowel mannelijke als vrouwelijke rolmodellen hebben.

Ik heb in april 2008 een plan van aanpak gepresenteerd voor meer meisjes in bèta en techniek. Ik heb voor de uitvoering daarvan 3 miljoen euro beschikbaar gesteld voor het vo en mbo. Wat betreft het gebrek aan jongens op de Pabo is de kwaliteitsagenda voor het opleiden van leraren relevant. De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Marja van Bijsterveldt- Vliegenthart zal die voor 1 september 2008 aan de Kamer aanbieden. Deze kwaliteitsagenda volgt uit het convenant dat ik op 16 april jl. heb gesloten met de sociale partners in het onderwijs over de uitvoering van het actieplan `LeerKracht van Nederland'. In deze kwaliteitsagenda zal aandacht worden besteed aan de mogelijkheden van differentiatie binnen de lerarenopleiding voor het basisonderwijs, onder meer met het oog op vergroting van de aantrekkelijkheid van deze opleiding voor mannen en andere specifieke groepen. Hierbij wordt gekeken naar de ervaringen van zes pilots uit het project `Paboys' van het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) en naar onderzoek naar de aantrekkelijkheid van de opleiding en het beroep leraar basisonderwijs voor mannen, uitgevoerd in 2004 door de SCO-Kohnstamm Instituut in opdracht van het SBO. Versterking van de kwaliteit van opleiding en beroep zal samen met een betere beloning en meer loopbaanmogelijkheden binnen het leraarsberoep de aantrekkelijkheid van een beroep in het onderwijs voor vrouwen én mannen vergroten.

Wat betreft de zorgsector hebben de minister en staatssecretaris voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport u op 8 november jl. de Arbeidsmarktbrief VWS 2007 `Werken aan de zorg' aangeboden, met
---

blad 5/10

daarin hun plannen voor het arbeidsmarktbeleid in de zorgsector. Hierin is opgenomen dat de maatschappelijke stages kansen bieden om jongens te interesseren voor het werken in de zorg en dat de voorlichting over zorgberoepen op scholen zo ingericht kan worden dat de technische aspecten (die jongens over het algemeen meer aanspreken) meer benadrukt worden. De werkgevers- en werknemersorganisaties in de zorgsector zijn uitgenodigd om met voorstellen te komen om de voorspelde tekorten aan te pakken. Deze voorstellen kunnen ook gericht zijn op het vergroten van het aandeel van mannen in de opleidingen en de beroepen in de zorgsector.

Zoals toegezegd in het debat over de Emancipatienota onderzoekt het Sociaal Cultureel Planbureau de dubbele belasting van vrouwen. Hierin wordt ook de rol van mannen in de mantelzorg meegenomen. De uitkomsten van dit onderzoek verwacht ik in het najaar van 2008. Ik zal dan met een beleidsreactie komen.

Naast deze inzet op een grotere rol van mannen in (mantel)zorgtaken en een betere vertegenwoordiging van mannen in de sectoren onderwijs en zorg is extra aandacht nodig voor de emancipatie van allochtone mannen en voor de seksuele vorming van jongens.

Allochtone meisjes en vrouwen geven aan dat hun emancipatieproces wordt belemmerd door de traditionele opvattingen van hun mannen over de rolverdeling tussen vrouw en man. Voor de emancipatie van allochtone meisjes en vrouwen is het van belang dat hun mannen en vaders bereikt worden en meegaan in het emancipatieproces. Ik laat op dit moment een verkenning uitvoeren naar de initiatieven die er op dit moment zijn gericht op emancipatie van allochtone mannen. In het najaar kom ik met een brief met daarin de beleidsinzet voor de komende jaren gericht op de emancipatie van allochtone mannen en ik zal daartoe in contact treden met de minister voor Wonen, Wijken en Integratie.

Een goed voorbeeld van hoe mannen bereikt kunnen worden en betrokken kunnen raken bij het emancipatieproces van vrouwen is het Vadercentrum Adam in Den Haag. De Europese Commissie heeft dit genoemd als `good practice' (in het Pariteia-project Men and women active for gender equality). Het Vadercentrum Adam is een multicultureel centrum dat ruim 2500 mannen bereikt. Het centrum doorbreekt traditionele rolpatronen door mannen te leren een actieve rol te spelen in de opvoeding van hun kinderen.

Seksuele vorming en weerbaarheid betekenen heel iets anders voor meisjes dan voor jongens. Meisjes moeten leren dat het bij seksualiteit gaat om hun eigen wensen en niet die van jongens. Weerbaarheid bij jongens gaat eerder om het kunnen weerstaan van de groepsdruk als het gaat om het benaderen van meisjes. Elke jongen moet zich ervan bewust zijn dat het zijn eigen individuele verantwoordelijkheid is hoe hij zich gedraagt tegenover meisjes, en tegenover vrouwen in het algemeen. `Als een meisje nee zegt, bedoelt ze nee' is helaas nog niet overal en voor iedereen een vanzelfsprekendheid. Ik wil hierin samen met de staatssecretaris voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport verbetering brengen, zodat seksueel geweld minder kans krijgt.
---

blad 6/10

Op dit moment worden twee onderzoeken in mijn opdracht uitgevoerd. Ik heb u over de voortgang kort geleden per brief (d.d. 7 juli 2008; DE/26076) geïnformeerd. Het eerste onderzoek is gericht op het effect van de seksualisering van de rol van meisjes en vrouwen op het zelfbeeld, opvattingen en gedrag van jongeren. Daarnaast worden bestaande initiatieven en projecten rond seksuele weerbaarheid in kaart gebracht en geanalyseerd op succes- en faalfactoren. Eind 2008 zijn beide onderzoeken afgerond.
Uit de inventarisatie is inmiddels gebleken dat er weinig specifieke initiatieven voor jongens (met name voor allochtone jongens) zijn en dat er weinig aandacht wordt besteed aan gedragsverandering. Mogelijkheden voor verbetering van het aanbod worden in ieder geval gecreëerd met het programma `seksuele gezondheid van de jeugd' dat ZonMw in opdracht van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport uitvoert.
Ik zal in mijn reactie op de bovengenoemde twee onderzoeken aangeven welke extra inzet de komende jaren op dit thema zal worden gedaan en hoe daarin de aandacht voor de seksuele vorming en weerbaarheid van jongens is geborgd en hoe bestaande of nieuwe initiatieven toegesneden kunnen worden op behoeften, eigenschappen en het groepsgedrag van jongens.

Ik heb met bovengenoemde initiatieven de handschoen, die u hebt aangereikt, willen oppakken en een brede invulling gegeven aan het thema van de emancipatie van de man. Ik hoop dat de wijze waarop ik dat heb gedaan u aanspreekt en dat u de genoemde initiatieven ondersteunt.

In de bijlage heb ik samengevat op welke wijze ik omga met de 10 punten uit het `Plan van de Man'.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
mede namens de minister voor Jeugd en Gezin,

dr. Ronald H.A. Plasterk


---

blad 7/10

Bijlage: Plan van Man


1. Ontspannen carrière maken
De heersende bedrijfscultuur is dat je voor je veertigste de belangrijkste carrièrestappen moet maken. Die cultuur moet meer ontspannen worden. Dat kan ook! De meeste mensen worden immers ouder, werken langer en blijven langer vitaal. Die ambities hoef je dus niet allemaal voor je veertigste te realiseren. Dat betekent wel dat in de arbeidscultuur niet alleen "jong" telt maar ook de oudere werknemer volwaardig mee doet. Daardoor kunnen mannen hun carrière beter spreiden en ook voor hun veertigste een rol te spelen in het huishouden, vrijwilligerswerk en mantelzorg. Dit vergt een omslag. Een omslag die betekent dat bedrijven en organisaties bijvoorbeeld meer ruimte voor flexibele werktijden en betere verlofregelingen bieden. De overheid is één van de grootste werkgevers. Die moet dus het goede voorbeeld te geven, maar daar houdt het niet mee op. De emancipatieminister moet tevens het voortouw nemen richting bedrijven om ook daar deze cultuurverandering te realiseren.


· Om gevolg te geven aan de aanbevelingen van de Commissie Bakker gaat het kabinet komend najaar in gesprek met de sociale partners over gezinsvriendelijk beleid.
· In aansluiting hierop zal de minister voor Jeugd en Gezin begin 2009 samen met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en mij een grote conferentie organiseren. De conferentie heeft tot doel een breed maatschappelijk draagvlak te creëren waar een stimulerende werking vanuit gaat richting bedrijven en instellingen om gezinsvriendelijk beleid te voeren. Het gezinsvriendelijk beleid richt zich op mogelijkheden om arbeid en zorg optimaal met elkaar te combineren met behoud van carrièreperspectief voor beide partners.


2. Verlengen vaderschapsverlof
Zeker in de eerste dagen/weken na een bevalling moeten vaders een band kunnen opbouwen met hun kind. Juist de fysieke aanwezigheid en verzorging in de beginperiode legt de basis voor de wens van vaders om meer betrokken te zijn bij de verzorging van het kind. Hierdoor ontstaat ook een meer gelijkwaardige band tussen beide ouders en hun kind. Daar zullen ze alle drie de vruchten van plukken.
· In het najaar van 2008 komt het kabinet met een verkenning van mogelijke aanpassingen in het wettelijke stelsel van verlofregelingen. Ook in de gezinsnota ­ die eveneens in het najaar zal verschijnen ­ zal hieraan aandacht worden besteed.


3. Verlengen ouderschapsverlof
Het wettelijke recht op ouderschapsverlof wordt verlengd van 13 naar 26 weken per werknemer en is niet overdraagbaar op de partner. Op deze manier worden mannen meer in staat gesteld zorgtaken te verrichten en hun "papadag" in te vullen.

· In het Coalitieakkoord is afgesproken om het wettelijke ouderschapsverlof te verlengen van 13 naar 26 weken.

· In het najaar van 2008 komt het kabinet met een verkenning van mogelijke aanpassingen in het wettelijke stelsel van verlofregelingen. Ook in de gezinsnota ­ die eveneens in het najaar zal verschijnen ­ zal hieraan aandacht worden besteed.
---

blad 8/10

4. Voltijd min
De Taskforce Deeltijd-Plus voor vrouwen krijgt een uitbreiding van haar werkzaamheden. Ze moet ook meer deeltijdwerk onder mannen bevorderen, zodat beide partners aan een redelijke verdeling tussen arbeid en zorgtaken toekomen. Dit betekent wel dat zaken als kinderopvang en de aansluiting van school en werktijden verbeterd moeten worden. Mannen en vrouwen kunnen dan beter samen de gezinstaken vormgeven. Ook aanvullende financiële prikkels voor het opnemen van zorgdagen door mannen dienen mede in dit verband onderzocht te worden.
· De Taskforce DeeltijdPlus zal aandacht vragen voor de vooroordelen die nog bestaan. Vrouwen moeten vrij zijn te kiezen voor meer uren werken zonder dat ze dan het stempel krijgen een slechte moeder te zijn. Mannen moeten ouderschapsverlof kunnen opnemen of tijdelijk in deeltijd kunnen werken zonder dat zij dan het stempel krijgen ambitieloos te zijn. Beide elementen maken onderdeel uit van de taakopdracht.
· In de overheidssectoren bestaan CAO-afspraken over betaald ouderschapsverlof. Ongeveer de helft van de vaders maakt hierdoor gebruik van zijn recht op ouderschapsverlof, tegen nog geen tien procent van de vaders in de marktsector. In de marktsector zal voor verlofmogelijkheden en flexibele arbeidstijden aandacht gevraagd worden in het kader van gezinsvriendelijk beleid.

· Tijdelijk minder werken door vaders kan voorkomen dat vrouwen structureel hun arbeidsduur inperken. Ook binnen een voltijdse werkweek zijn er allerlei mogelijkheden om structureel meer ruimte te maken voor de verzorging en opvoeding van kinderen. De papadag kan ook door 4 x 9 uur te werken of door het compensatieverlof hiervoor te bestemmen.
· Het kabinet neemt een aantal maatregelen om die meer evenwichtige verdeling te stimuleren. Werken wordt fiscaal aantrekkelijker gemaakt voor vrouwen o.a. door verhoging van de inkomensafhankelijke combinatiekorting, extra investeringen in de kinderopvang en door verlenging van het ouderschapsverlof voor zowel vrouwen als mannen.

5. Seksuele vorming voor jongens
Juist jongens moeten ondersteuning krijgen bij hun seksuele vorming. Zij moeten leren hoe zij met hun seksualiteit moeten omgaan. Een respectvolle omgang met meisjes is daarbij een belangrijk element. Hiertoe moeten zij reeds op vroege leeftijd onderwezen worden.

· Er worden twee onderzoeken uitgevoerd naar de seksualisering van de samenleving. Het eerste onderzoek is gericht op het effect van de seksualisering van de rol van meisjes en vrouwen op het zelfbeeld, opvattingen en gedrag van jongeren. Daarnaast worden bestaande initiatieven en projecten rond seksuele weerbaarheid in kaart gebracht en geanalyseerd op succes en faalfactoren. Eind 2008 zijn beide onderzoeken afgerond.
· Ik zal in mijn reactie op beide onderzoeken aangeven welke extra inzet de komende jaren op dit thema zal worden gedaan en hoe daarin de aandacht voor de seksuele vorming en weerbaarheid van jongens is geborgd en hoe bestaande of nieuwe initiatieven toegesneden kunnen worden op behoeften, eigenschappen en het groepsgedrag van jongens
---

blad 9/10

6. Nieuwe mannelijke rolmodellen in beeld
Er komen een aantal ambassadeurs die optreden als "nieuwe" rolmodellen voor jongens en mannen. Dit zijn bekende mannen die worden gevraagd op tal van plaatsen uit te dragen dat het leuk is om als man een compleet leven te leiden. Mannen die naast werk ook tijd en aandacht hebben voor kinderen, familie of vrijwilligerswerk. Gezocht wordt naar mannen van verschillende leeftijden in verschillende levensfasen.


· Ik zal op Vaderdag 2009 een aantal mannelijke rolmodellen presenteren en in de schijnwerpers zetten. Deze rolmodellen voor jongens en mannen zullen een jaar lang als ambassadeurs uitdragen dat het verrijkend en leuk is om naast het werk ook tijd te maken voor familie, kinderen, mantelzorg en vrijwilligerswerk.

7. Jongens voor de klas
We willen rolpatronen voor jongens en jongens een gelijkwaardige identificatie geven. Daarom is het belangrijk dat zij ook met mannen te maken krijgen op de basisschool. De start daarmee wordt gemaakt met het werven van meer jongens voor de Pabo en het aantrekkelijker maken van het leraarsberoep voor jongens.
· De kwaliteitsagenda voor het opleiden van leraren wordt voor 1 september 2008 aan de Kamer aangeboden. Hierin zal aandacht worden besteed aan de mogelijkheden van differentiatie binnen de lerarenopleiding voor het basisonderwijs, onder meer met het oog op vergroting van de aantrekkelijkheid van deze opleiding voor mannen en andere specifieke groepen.
· Versterking van de kwaliteit van opleiding en beroep zal samen met een betere beloning en meer loopbaanmogelijkheden binnen het leraarsberoep de aantrekkelijkheid van een beroep in het onderwijs voor vrouwen én mannen vergroten.
· Er wordt gekeken naar de ervaringen van zes pilots uit het project `Paboys' van het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) en naar onderzoek naar de aantrekkelijkheid van de opleiding en het beroep leraar basisonderwijs voor mannen, uitgevoerd in 2004 door de SCO-Kohnstamm Instituut in opdracht van het SBO.

8. Meer mannen in traditionele vrouwenberoepen
De inzet is nu gericht op het meer aan het werk krijgen van meisjes in mannenberoepen (techniek e.d.). Andersom is minstens zo belangrijk: in de zorg bijvoorbeeld ontstaan grote tekorten, mannen zouden meer aangespoord moeten worden in deze sectoren aan het werk te gaan.
· De Minister en Staatssecretaris voor Volksgezondheid Welzijn en Sport hebben op 8 november jl. de Arbeidsmarktbrief VWS 2007 `Werken aan de zorg' aangeboden. Hierin is opgenomen dat de maatschappelijke stages kansen bieden om jongens te interesseren voor het werken in de zorg en dat de voorlichting over zorgberoepen op scholen zo ingericht kan worden dat de technische aspecten (welke jongens over het algemeen meer aanspreken) meer benadrukt worden.

· De werkgevers- en werknemersorganisaties in de zorgsector zijn uitgenodigd om met voorstellen te komen om de voorspelde tekorten aan te pakken. Deze voorstellen kunnen ook
---

blad 10/10

gericht zijn op het vergroten van het aandeel van mannen in de opleidingen en de beroepen in de zorgsector.

9. Mannen in de mantelzorg
Tot nu toe is de mantelzorg bij uitstek het terrein van vrouwen, zij worden er op aangesproken maar zijn ook vaak de eerste die deze taken op zich neemt. Mannen moeten hiervoor ook meer ruimte krijgen. Onder organisaties die werken met mantelzorgers en vrijwilligerswerk wordt daarom een actie gestart om meer mannen bij hun werk te betrekken.

· In de beleidsbrief Mantelzorg en Vrijwilligerswerk 2008-2011 `Voor Elkaar' is het algemene beleid uiteengezet.

· Het Sociaal en Cultureel Planbureau onderzoekt momenteel de mogelijke dubbele belasting van vrouwen naar aanleiding van verschillende onderdelen van het kabinetsbeleid. Hierin zal ook de rol van mannen in de mantelzorg worden meegenomen. De uitkomsten van dit onderzoek verwacht ik in het najaar van 2008. Ik kom dan met een beleidsreactie.


10. De "Uit het keurslijf Prijs"
Om het keurslijf waarin mannen zitten op een positieve manier te bestrijden wordt elk jaar de "Uit het keurslijf prijs" uitgereikt aan die organisatie of persoon die een zichtbare rol heeft gespeeld in het bevorderen van de emancipatie van de man.

· Ik zal een `Uit het keurslijf'-prijs instellen voor organisaties of personen die een zichtbare rol spelen in het bevorderen van de emancipatie van de man. Ik zal die prijs voor de eerste keer op Vaderdag 2009 uitreiken.


10