Beschikking betreffende het Europees Jaar van de creativiteit en innovatie
(2009)
Voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad
betreffende het Europees Jaar van de creativiteit en innovatie (2009)
* Basisgegevens
* Essentie voorstel
* Subsidiariteit en proportionaliteit
* Consequenties
* Nederlandse positie
Basisgegevens
Datum Commissiedocument: 28 maart 2008
Nr. Commissiedocument: COM (2008) 159 definitief
Pre-lex: http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&
DosId=196866
Nr. Impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board:
niet uitgevoerd
Behandelingstraject Raad: Onderwijscomité, waarschijnlijk Raad
Onderwijs, Jeugd en Cultuur 21/22 mei 2008
Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van OCW
Rechtsbasis:Artikelen 149 en 150 van het Verdrag tot oprichting van de
EG
Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: gekwalificeerde
meerderheid in de Raad; co-decisie in EP
Comitologie: n.v.t.
Essentie voorstel
Met dit voorstel wordt het jaar 2009 uitgeroepen tot het Europees Jaar
van de creativiteit en innovatie. Het algemene doel van dit Europees
Jaar is creativiteit en innovatievermogen als kernvaardigheden voor
allen te bevorderen vanuit het oogpunt van een leven lang leren.
De bevoegdheid en de subsidiariteit en proportionaliteit beoordeelt
Nederland positief. Nederland onderschrijft het belang van
creativiteit en innovatie maar plaatst enkele kanttekeningen bij de
uitwerking van het voorstel. Zo zal Nederland aandacht vragen voor
nadrukkelijker betrokkenheid van sectoren die naast het onderwijs een
belangrijke bijdrage leveren aan het bevorderen van creativiteit en
innovatie.
a) Inhoud voorstel:
Met deze beschikking wordt het jaar 2009 uitgeroepen tot het Europees
Jaar van de creativiteit en innovatie. Het algemene doel van dit
Europees Jaar is creativiteit en innovatievermogen als
kernvaardigheden voor allen te bevorderen vanuit het oogpunt van een
leven lang leren. Creativiteit wordt daarbij omschreven als drijvende
kracht voor innovatie en als doorslaggevende factor voor de
ontwikkeling van persoonlijke, professionele, ondernemers- en sociale
vaardigheden en het welzijn van alle individuen in de maatschappij.
Net als bij andere Europese Jaren zullen de acties samenhangend met
dit Jaar informatie- en promotiecampagnes, evenementen en initiatieven
op Europees, nationaal, regionaal en plaatselijk niveau omvatten.
Elke lidstaat wordt verzocht een nationale coördinator te benoemen, de
Commissie coördineert de activiteiten op Europees niveau. De
cofinanciering op Europees niveau van activiteiten in het kader van
dit Europees Jaar vindt met name plaats vanuit het communautaire Leven
Lang Leren Programma. Maar ook programma's op verwante gebieden, zoals
ondernemingen, de informatiemaatschappij, onderzoek, cohesie of
plattelandsontwikkeling, kunnen dit Europese Jaar zo nodig
ondersteunen.
b) Impact-assessment Commissie: niet opgesteld.
Subsidiariteit en proportionaliteit
a) Bevoegdheid: aanvullende bevoegdheid o.g.v. artikelen 149 en 150
van het EG-verdrag tot oprichting van de EG. Nederland meent dat op
grond van de in artikel 2, lid 2 van de beschikking genoemde factoren
ook artikel 151 (cultuur) van het EG-verdrag als rechtsbasis kan
worden genoemd.
b) Functionele toets
o Subsidiariteit: Positief.
o Proportionaliteit: Positief.
o Onderbouwing:
Hoewel het bevorderen van creativiteit en innovatievermogen in eerste
plaats een verantwoordelijkheid van de lidstaten zelf is, heeft het
voorstel meerwaarde doordat er met dit voorstel op Europees niveau
aandacht voor wordt gevraagd en het belang van investeren in
creativiteit en innovatievermogen wordt onderstreept. Lidstaten
kunnen, waar mogelijk en gewenst, met nationale initiatieven
aansluiten bij dit Europese jaar. Er is sprake van een lichte vorm van
coördinatie en er wordt gebruik gemaakt van bestaande programma's.
c) Nederlands oordeel:
Nederland deelt de inschatting van de Commissie ten aanzien van de
subsidiariteit van het voorstel. Door een gecoördineerde aanpak op
Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau kan deze boodschap
meer synergie en kritische massa opwekken. Een Europees Jaar is
volgens Nederland een geschikt instrument om dat doel te bereiken.
Consequenties
a) Consequenties EG-begroting: Commissie stelt dat er geen aanvullende
middelen nodig zijn. Er wordt gebruik gemaakt van de bestaande
communautaire programma's (met name het Leven Lang Leren Programma) en
bestaande administratieve budgetten. Er wordt echter geen inzicht
gegeven in de omvang van de benodigde middelen. Aan de Europese
Commissie zal worden gevraagd wat het benodigde budget is.
b) Financiële, consequenties (incl. personele) voor Rijksoverheid en /
of decentrale overheden:
Lidstaten kunnen met nationale en/of regionale initiatieven aansluiten
bij het Europees jaar. Financiering voor eventuele activiteiten op
nationaal niveau zullen binnen de eigen begroting van het betreffende
ministerie worden opgevangen.
Op grond van artikel 4 van het voorstel worden lidstaten verzocht een
nationale coördinator te benoemen. Hiervoor zal personele inzet nodig
zijn vanuit het eerstverantwoordelijke ministerie (OCW).
c) Financiële, consequenties (incl. personele) bedrijfsleven en
burger: Geen.
d) Administratieve lasten voor Rijksoverheid, decentrale overheden en/
of bedrijfsleven en burger: Geen.
Implicaties juridisch
a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of
sanctionering beleid: N.v.t.
b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen en
kaderbesluiten), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij
verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid:
N.v.t.
c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling: N.v.t.
Implicaties voor uitvoering en handhaving
Informatie over het inschakelen van nationale agentschappen,
zelfstandige bestuursorganen e.d.
a) Uitvoerbaarheid: N.v.t.
b) Handhaafbaarheid: N.v.t.
Implicaties voor ontwikkelingslanden
a) Geen
b) Toelichting implicaties:
Nederlandse positie
Nederland onderschrijft het belang van creativiteit en innovatie voor
Europa en steunt de door de Commissie gekozen benadering vanuit een
leven lang leren. Het instrument van een Europees Jaar kan een
positieve bijdrage leveren aan het vergroten van het bewustzijn van
het belang van creativiteit en innovatie, aan de zichtbaarheid van de
nationale (en Europese) initiatieven op dat terrein en aan de
uitwisseling en het gebruik van ontwikkelde kennis en goede
praktijken.
Over de concrete uitwerking/invulling van het Jaar is Nederland
gematigd positief. Het voorstel kijkt bij het bevorderen van
creativiteit en innovatievermogen terecht naar de onderwijssector.
Tegelijkertijd zou er meer recht kunnen worden gedaan aan de sectoren
die naast het onderwijs (en vaak in samenwerking daarmee) een
belangrijke rol spelen: de cultuursector, de jeugdsector, het
bedrijfsleven (ondernemerschap) etc. Voor een effectief Europees Jaar
zouden deze sectoren veel nadrukkelijker betrokken kunnen worden in de
activiteiten van het Europese Jaar. Daar kunnen zowel de nationale coö
rdinatoren als de Europese coördinator een goede rol in vervullen.
Nederland zal in het kader van de Lissabon doelstellingen, in lijn met
de brief Cultuur en Economie van OCW en EZ (2005), wijzen op het
belang van aandacht voor de economische betekenis van cultuur en
creativiteit. Het thema creatieve industrie wordt onder de aandacht
gebracht, onder meer via activiteiten die volgen uit de recent
ingestelde Europese Werkgroep Creatieve Industrie waarvan Nederland en
Portugal het voorzitterschap delen. Voorts is Nederland voornemens in
het kader van dit Europees Jaar aandacht te besteden aan het thema
cultuureducatie en zal daartoe samen met Vlaanderen een conferentie
organiseren.
Gezien de focus op de rol van onderwijs voor het bevorderen van
creativiteit en innovatievermogen zal vanuit het ministerie van OCW
een nationale coö rdinator worden benoemd.
Aan de Europese Commissie zal worden gevraagd wat het benodigde budget
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken