Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

antwoorden op
Kamervragen over het rapen van kievitseieren


15 augustus 2008 - kamerstuk

Directie Natuur

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal


Postbus 20018

2500 EA 's-GRAVENHAGE

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum


3 juli 2008
2070824500 DN. 2008/2264
15 augustus 2008 onderwerp bijlagen

Kamervragen over het rapen van kievitseieren
Geachte Voorzitter,

Hierbij stuur ik u mijn antwoorden op vragen van het lid Thieme (PvdD) over het rapen van kievitseieren (ingezonden 3 juli 2008).


1
Kent u de berichten `Controle op rapen kievitseieren moet strenger'1 en "Weer verbod op rapen van kievitseieren in Friesland"?2

Ja.


2
Deelt u de mening dat het zeer onwenselijk is dat eierrapers in Friesland - zoals de Raad van State stelt- veel te veel kievitseieren hebben geraapt? Zo neen, kunt u dit toelichten?

De Raad van State heeft niet gesteld dat in Friesland te veel kievitseieren zijn geraapt. Zie mijn antwoord op vraag 3 en 4.


3
Hoe beoordeelt u de verhouding tussen de 45.000 geraapte eieren (volgens onderzoek van de Leeuwarder Courant in samenwerking met eierrapers) en de toestemming om 6934 eieren te rapen?

Als de regels, zoals deze door de provincie Friesland aan het rapen van kievitseieren worden verbonden, worden nageleefd, kunnen geen 45.000 kievitseieren worden geraapt. Zie ook mijn antwoord op uw eerdere vragen over het rapen van kievitseieren.3


1
http://www.nu.nl/news/1627587/70/Controle_op_rapen_kievitseieren_moet_strenger.html
2 http://www.blikopnieuws.nl/bericht/78105
3 Tweede Kamer, vergaderjaar 2006-2007, Aanhangsel nr. 2386

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
15 augustus 2008 DN. 2008/2264 2


4
Hoe beoordeelt u het ontbreken van "afdoende toezicht dat tijdig wordt uitgeoefend" zoals de Raad van State stelt?

De bestuursrechter heeft in deze geoordeeld. Omdat de Raad van State van oordeel is dat onvoldoende toezicht wordt uitgeoefend, moet worden voorzien in aangescherpt toezicht, alvorens het rapen van kievitseieren weer kan worden toegestaan. Over hoe ver dat aangescherpte toezicht in redelijkheid moet en kan gaan, heeft wederom de bestuurs- rechter het laatste woord.


5
Heeft de AID toegezien op naleving van in de ontheffing gestelde voorwaarden en tot hoeveel processen-verbaal heeft dat geleid in het afgelopen jaar?

Het betreft hier een door Gedeputeerde Staten van Friesland verleende ontheffing. Het is dan ook de provincie Friesland, en niet de AID, die verantwoordelijk is voor controle van de aan de ontheffing verbonden voorschriften. Er zijn door de AID dan ook geen processen-verbaal opgemaakt.


6
Bent u bereid in overleg met de provincie te treden om te bezien op welke wijze het afgeven van in de ogen van de Raad van State ondeugdelijke vergunningen kan worden voorkomen?

Het al dan niet verlenen van ontheffing in deze is de competentie van de provincie. Het spreekt vanzelf dat, als de provincie dat wenst, ik bereid ben mee te denken over een nieuwe ontheffing, die wel de toets van de Raad van State kan doorstaan.


7
Bent u bereid de kosten van maatschappelijke organisaties die met succes bezwaar maken tegen ten onrechte afgegeven ontheffingen in redelijkheid volledig te compenseren? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo neen, waarom niet?

Neen. Artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht voorziet reeds in de mogelijkheid tot vergoeding van gemaakte proceskosten.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg


---- --