Drank- en Horecawet
Reactie op motie Smeets/Blanksma over Drank- en Horecawet
Kamerstuk, 18 augustus 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
18 augustus 2008
VGP/ADT 2865617
Tijdens het VAO Regeldruk van 3 juli jl. is een motie ingediend door
de leden Smeets en Blanksma-van den Heuvel over een versnelde
toezending van de wetswijziging van de Drank- en Horecawet aan de
Tweede Kamer. Met deze brief reageer ik op deze aangenomen motie.
In de motie wordt geconstateerd dat ondernemers al geruime tijd
wachten op de administratieve lastenreductie van de Drank- en
Horecawet, daarom wordt de regering verzocht dit wetsvoorstel
uiterlijk najaar 2008 bij de Tweede Kamer in te dienen.
Ik sta sympathiek tegenover de geest van deze motie, maar ik kan deze
om praktische redenen niet uitvoeren.
Dit kabinet heeft de reductie van de administratieve lasten hoog in
het vaandel staan. De komende integrale wijziging van de Drank- en
Horecawet zal dan ook onder meer maatregelen bevatten ter reductie van
de administratieve lasten voor ondernemers, maar bevat daarnaast ook
maatregelen om het schadelijk alcoholgebruik met name onder jongeren
tegen te gaan.
In mijn brief van 29 februari 2008 en tijdens het AO Alcoholbeleid van
22 mei jl. heb ik reeds aangegeven dat het kabinet prioriteit toekent
aan de komende wijziging van de Drank- en Horecawet. Momenteel wordt
er dan ook volop gewerkt aan de totstandkoming van dit integrale
wetsvoorstel.
De in de motie gestelde termijn is om de volgende redenen echter
onuitvoerbaar.
Ten eerste omdat er geen afgerond wetsvoorstel klaar ligt om
aangeboden te worden aan de Tweede Kamer. Het klopt dat er eerder is
gewerkt aan een wetsvoorstel ter reductie van de administratieve
lasten in de Drank- en Horecawet. De Ministerraad heeft op 10 november
2006 ingestemd met dit wetsvoorstel en de Raad van State bracht hier
in april 2007 advies over uit. In de hoofdlijnenbrief alcoholbeleid
van 20 november 2007 heeft het kabinet aangekondigd dit wetsvoorstel
niet in de huidige vorm aan te bieden aan de Tweede Kamer, maar aan te
vullen met de in het coalitieakkoord en in het Beleidsprogramma
genoemde extra maatregelen ter voorkoming van schadelijk
alcoholgebruik onder jongeren.
Op deze manier zal het Kabinet een integraal pakket aan maatregelen
aan uw Kamer aanbieden, waarmee zowel het schadelijk alcoholgebruik
onder jongeren wordt tegengaan, als ook de administratieve lasten voor
ondernemers en vrijwilligers zullen worden verlicht.
Het Kabinet heeft hier voor gekozen, omdat uit ervaring blijkt dat de
parlementaire behandeling en inwerkingtreding van twee
wijzigingsvoorstellen van dezelfde wet vlak na elkaar, leidt tot
verwarring, onduidelijkheid en meer lasten. Door te kiezen voor een
integraal wetsvoorstel kan het kabinet in deze kabinetsperiode
voortgang boeken op beide terreinen.
Daarnaast heb ik in eerder genoemde brief van 29 februari aan uw Kamer
gemeld dat een directe aanbieding van het wetsvoorstel met maatregelen
ter reductie van de administratieve lasten zelfs niet mogelijk zou
zijn, omdat - op aandringen van de G4 - ná toezending van de
alcoholbrief aan de Tweede Kamer, besloten is de introductie van de
Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) in de Drank- en Horecawet te
heroverwegen. Momenteel vindt hier interdepartementaal overleg over
plaats. Het al dan niet introduceren van de VOG heeft directe invloed
op de wijze waarop de administratieve lasten verlicht zullen worden in
de Drank- en Horecawet. Het eerdere wetsvoorstel ter reductie van de
administratieve lasten is daarom niet meer geschikt om in zijn oude
vorm te worden aangeboden aan uw Kamer.
Dus zelfs al zou er gekozen worden voor een wetsvoorstel met alleen
maatregelen op het terrein van de administratieve lastenverlichting,
dan nog zou het niet mogelijk zijn om dit wetsvoorstel binnen de in de
motie gestelde termijn aan uw Kamer aan te bieden.
Tenslotte is het de realiteit dat een wetswijziging, gezien de te
volgen procedures, toetsen en termijnen, doorgaans ongeveer twee jaar
in beslag neemt. Naast het schrijven van de wet en de Memorie van
Toelichting dienen er toetsen uitgevoerd te worden ten aanzien van de
effecten van de wetswijziging voor het bedrijfsleven en de
administratieve lasten. Tevens dient er een wetgevingstoets uitgevoerd
te worden. Voor al deze toetsen gelden vastgestelde termijnen.
Daarnaast dient het wetsvoorstel interdepartementaal afgestemd te
worden, waarna er consultatie van de betrokken en belanghebbende
partijen plaats vindt.
Vervolgens moet het traject van aanbieding aan de ministerraad
doorlopen worden, waarna bij goedkeuring het wetsvoorstel voor advies
wordt opgestuurd naar de Raad van State, die een adviestermijn van
drie maanden hanteert.
Dit alles leidt er toe dat, ondanks de prioriteit die het kabinet
geeft aan de totstandkoming van de wetswijziging van de Drank- en
Horecawet en de forse inzet die hierop wordt gepleegd, het
wetsvoorstel pas in het voorjaar van 2009 aan uw Kamer kan worden
aangeboden.
Hoe snel daarna de wetswijziging in werking kan treden is mede
afhankelijk van de snelheid van de behandeling van het wetsvoorstel
door het parlement.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport