Dr. Nicoline Schalij-Delfos benoemd tot hoogleraar kinderoogheelkunde
Dr. N.E. (Nicoline) Schalij-Delfos is per 1 juli 2008 bij de
Faculteit der Geneeskunde benoemd tot hoogleraar
kinderoogheelkunde. Zij is momenteel de enige hoogleraar met
dit specialisme in Nederland; haar benoeming vult een hiaat op.
Dringende behoefte
De kinderoogheelkunde bestrijkt een breed scala aan
aandoeningen, terwijl de zorg voor de patiëntjes complex is en
niet coherent. Oogartsen wisten vaak niet waar ze een
topspecialist konden vinden. De benoeming van Schalij-Delfos
voorziet in de dringende behoefte aan een zichtbaar
specialisme. Zij zal zich hier geheel aan gaan wijden.
Orthoptist
Nicoline Schalij-Delfos (Den Helder, 1959) was na afronding van
haar Gymnasium B een jaar au pair in Frankrijk, alvorens ze tot
orthoptist (paramedicus op het gebied van oogstoornissen) werd
opgeleid. Aansluitend aan deze opleiding begon ze aan de studie
geneeskunde in Utrecht; in 1987 behaalde ze het artsexamen.
Proefschrift
Schalij-Delfos specialiseerde zich in de oogheelkunde in het
Koninklijk Gasthuis voor Ooglijders en het Academisch
Ziekenhuis van de Universiteit Utrecht (nu UMCU). In 1991 werd
ze staflid bij het F.C. Donders Instituut voor Oogheelkunde van
het UMCU, waar zij zich specialiseerde in de
kinderoogheelkunde. In 1999 verdedigde ze met succes haar
proefschrift Preterm Birth; eyes at risk? Promotor was prof.dr.
W.F. Treffers. Dit proefschrift kreeg landelijke bekendheid.
Sectiehoofd en plaatsvervangend afdelingshoofd
In maart 2001 kwam Schalij-Delfos naar het Leids Universitair
Medisch Centrum (LUMC) waar ze zich als staflid bij
oogheelkunde richtte op de kinderoogheelkunde en op melanomen.
In 2003 werd ze sectiehoofd Algemene oogheelkunde en lid van
het managementteam Oogheelkunde. Sinds 2007 is ze
plaatsvervangend afdelingshoofd Oogheelkunde. Van 2005 tot 2007
was Schalij-Delfos plaatsvervangend opleider.
Slechtziende kinderen
Het LUMC is wat betreft de kinderoogheelkunde sterk in de
diagnostiek en chirurgische behandeling van cataract, van
onbegrepen slechtziendheid, en van verschillende aandoeningen
binnenin het oog. Het is de bedoeling de focus te richten op
het diagnostiseren en voorkomen van slechtziendheid bij jonge
kinderen.
Samenwerking
Schalij-Delfos is op het gebied van de kinderoogheelkunde zeer
ervaren. Ook heeft zij het specialisme in de volle breedte
uitgeoefend. Nationaal en internationaal wordt zij als expert
erkend. Regelmatig werkt zij samen met andere groepen in
binnen- en buitenland, hetgeen ook leidt tot gezamenlijke
publicaties. Binnen het LUMC is er nauwe samenwerking met
afdelingen van het Willem Alexander Kind- en Jeugdcentrum:
kinderreumatologie, kinderoncologie en kinderneurologie. Ook
met de specialisten van klinische genetica werkt Schalij nauw
samen.
Onderzoek
De nieuwe hoogleraar heeft 36 publicaties op haar naam staan,
waarvan tien als eerste auteur, en drie bijdragen aan boeken.
Haar werk beslaat het hele scala van de kinderoogheelkunde. Het
heeft in Nederland ook geleid tot nationale richtlijnen voor
screening op retinopathie (oogziekten) bij prematuren.
Onderwijs en voordrachten
Schalij-Delfos is een goede docent, die onderwijs belangrijk
vindt. Doel van deze leerstoel is tevens om het
wetenschappelijk niveau van het specialisme te verbeteren,
hiertoe is onlangs de eerste promovendus aangenomen. Deze zal
promoveren op de NED-ROP studie een nationale studie naar
prematurenretinopathie die in 2009 van start gaat.
Schalij-Delfos was als co-promotor, en is binnenkort als
promotor, betrokken bij verschillende proefschriften over
melanomen. Ook staat zij bekend om haar hoogwaardige
participatie in congressen.
Lidmaatschappen en bestuursfuncties
Schalij Delfos is onder meer lid van de American Academy of
Pediatric Ophthalmology and Strabismus (AAPOS), bestuurslid van
de Eruopean Pediatric Ophtalmology Society (EPOS) en voorzitter
van de Nederlandse Werkgroep Kinderoogheelkunde.
Reviewer
Regelmatig treedt Schalij-Delfos op als reviewer voor
tijdschriften uit binnen- enbuitenland, evenals voor ZonMW.
(5 augustus 2008/CH)
19/8/2008
Universiteit Leiden