Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


van Waterland aangaande knelpunten in de ambulancezorg

Reactie op brief van de burgemeester van Waterland aangaande knelpunten in de ambulancezorg

Kamerstuk, 20 augustus 2008

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

CZ-CB-U-2863478

20 augustus 2008

Hierbij doe ik u toekomen mijn antwoord aan de burgemeester van Waterland aangaande knelpunten in de ambulancezorg.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, dr. A. Klink

In uw brief van 20 juni 2008 (kenmerk U08.00685) geeft u aan graag in gesprek te willen treden over de ambulancezorg in uw regio. Naar aanleiding van mijn eerdere brief (kenmerk CZ-EKZ-2845263) heeft u telefonisch contact gehad met dhr. F. Krapels, afdelingshoofd Eerstelijns-en ketenzorg. In dit gesprek is overeengekomen de uitkomsten van de herijking van het referentiekader af te wachten.

Momenteel wordt nog gewerkt aan de financiële vertaling van het Referentiekader spreiding en beschikbaarheid ambulancezorg 2008. Het was mijn streven dit in juni af te ronden. Maar omdat de ambulancesector mij te kennen heeft gegeven een andere systematiek te willen hanteren, heb ik de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gevraagd een aantal scenario's door te rekenen. Dit kost meer tijd dan vooraf was te voorzien. Ik heb de Tweede Kamer toegezegd in september te willen starten met de benodigde uitbreiding.

In 2004 is er bij de financiële berekening van het eerste landelijke referentiekader voor gekozen om nieuwe standplaatsen niet apart te financieren. Alleen de benodigde loonkosten voor uitbreiding van de diensten is meegenomen. Dit vanuit het idee dat met de spoedige komst van de nieuwe Wet op de ambulancezorg (Waz) het landelijk referentiekader een wettelijke status zou krijgen en de regionale spreidingsplannen zouden komen te vervallen. De bekostiging zou hierop worden aangepast. Toen kon niet worden voorzien dat de komst van de Waz nog enige tijd zou duren. Ik zal ook het punt van de bekostiging van (nieuwe) standplaatsen dan ook onder de aandacht van de NZa brengen.

U geeft in uw brief aan dat er, ten opzichte van 2004, weinig extra capaciteit berekend is voor uw RAV-regio. Het referentiekader geeft hier echter een vertekend beeld omdat er sprake is van een gebiedsaanpassing. De gemeente Haarlemmermeer (met benodigde capaciteit) is overgeheveld van RAV-regio Amsterdam-Amstelland naar RAV-regio Kennemerland. Per saldo blijft de capaciteit voor de regio Amsterdam-Amstelland nagenoeg gelijk, alleen is het af te dekken gebied kleiner geworden.

Tot slot wil ik u meegeven dat de operationele inzet van ambulances in een regio niet mijn verantwoordelijkheid is. De dagelijkse uitvoering van de ambulancezorg is een verantwoordelijkheid van de vergunninghouder ambulancezorg. Het is aan de vergunninghouder om, binnen de door mij vastgestelde wettelijke kaders, verantwoorde zorg te leveren. Uw zorgen aangaande het daadwerkelijk stationeren van een ambulance op de nieuwe stationeringspost Monnickendam kunt u dan ook het beste nogmaals met de vergunninghouder ambulancezorg afstemmen.

Verder wacht ik de resultaten van de NZa af voordat ik besluit u uit te nodigen voor een gesprek.

De directeur Curatieve Zorg,
Arnold Moerkamp