Ministerie van Verkeer en Waterstaat

abcdefgh

Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG

Contactpersoon Doorkiesnummer
- - Datum Bijlage(n) 20 augustus 2008 1 Ons kenmerk Uw kenmerk VenW/DGMo-2008/1132 2070826160 Onderwerp
kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de antwoorden aan op de kamervragen van het lid Duyvendak van 23 juli 2008 aan de Ministers van Verkeer en Waterstaat (VenW) en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) over de voortgang van het convenant milieuzonering bestelauto's.

Tijdens het AO milieuzonering personenauto's op 24 juni 2008 is aan de Tweede Kamer toegezegd dat de Kamer zal worden geïnformeerd over de uitkomsten van de uitvoeringstoets die de RDW doet ten aanzien van het vastleggen en verstrekken van milieukenmerken van voertuigen. Deze uitvoeringstoets is gereed en treft u hierbij ter informatie aan in een bijlage.


1. Hoe staat het met de onderhandelingen tussen verschillende belanghebbenden over het convenant m.b.t. de toegangscriteria voor milieuzones die gaan gelden voor bestelauto's en -busjes, gezien het feit dat daar in de loop van 2008 duidelijkheid over zou komen? 1


1. In het convenant "Stimulering schone vrachtauto's en milieuzonering" hebben de partijen afgesproken te onderzoeken of uitbreiding van milieuzones met andere voertuigtypen mogelijk is. Daarbij is allereerst gefocust op de bestelauto, gezien de substantiële bijdrage van deze voertuigen aan de uitstoot door het binnenstedelijke


1 http://www.milieuzones.nl/Default.aspx?id=197&cid=213 Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71

Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95 bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)

VenW/DGMo.2008/1132

verkeer en de mogelijke ongewenste substitutie van vrachtautoritten door bestelautoritten als gevolg van de instelling van de milieuzones voor vrachtauto's. In april dit jaar is overeenstemming bereikt over de tekst van een convenant over milieuzonering voor bestelauto's. Een deel van de vervoersorganisaties en het bedrijfsleven heeft toen echter aangegeven het convenant pas te willen ondertekenen indien er een garantie is dat er een sloopregeling komt voor vervuilende bestelauto's die niet aan de overeengekomen toegangseisen voldoen.
Het rijk stelt zich op het standpunt dat voor een sloopregeling geen rijksmiddelen worden aangewend, maar dat het aan de marktpartijen is om tot een adequate sloopregeling te komen, zoals ook verwoord in het kabinetsstandpunt milieuzonering personenauto en sloopregeling (kamerstuk 31305, nr. 37) en het "Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk 2007-2011: Samen werken aan een klimaatbestendig en duurzaam Nederland". Daarmee doelt het kabinet op het fonds van Autorecycling Nederland (ARN), waarin de door de kopers van personen- en bestelauto's betaalde verwijderingsbijdragen zijn ondergebracht. Als gevolg van het feit dat de afgelopen jaren veel minder auto's zijn gesloopt dan ten tijde van de instelling van dit fonds werd verwacht, ten gunste van de doorverkoop naar het buitenland, is er in dit fonds cumulatie van financiële middelen ontstaan. Momenteel zit ruim 160 miljoen euro in dit fonds. Gezien deze situatie, en het feit dat de middelen in het fonds destijds zijn geoormerkt voor een verantwoorde sloop van oude auto's, is de minister van VROM met de deelnemers (waaronder de RAI) van dit fonds in gesprek getreden over de mogelijkheden voor een sloopregeling, te betalen uit dit fonds. Deze gesprekken zijn momenteel nog gaande.


2. Kunt u uiteenzetten of de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) inmiddels in staat is de kentekengegevens van bestelauto's en -busjes te koppelen aan de Euronormen en deze gegevens aan de gemeenten die meedoen ter beschikking te stellen? Zo neen, op welke termijn lukt dat wel?


2. De RDW heeft begin dit jaar een uitvoeringstoets verricht naar de mogelijkheid om ook voor personen- en bestelauto's emissieklassen ("Euronormen") aan de kentekenregistratie toe te voegen met het oog op de invoering van milieuzones voor bestelauto's en de mogelijkheid om parkeertarieven naar uitstoot te differentiëren, alsook -op termijn- een differentiatie van de MRB (zie de brief van de Staatssecretaris van Financiën over fiscale vergroening, kamerstuk 31492, nr. 1). De resultaten van deze uitvoeringstoets geven aan dat van het overgrote deel van de bestel- en personenauto's de basisgegevens aanwezig zijn om de emissieklasse vast te stellen. Uit die basisgegevens is in principe eenvoudig af te leiden aan welke emissienorm de auto voldoet. Van een klein deel zal de emissieklasse afgeleid moeten worden uit de datum van eerste toelating (bouwjaar). Dit betreft vooral hele oude voertuigen en auto's die via de parallelimport ons land binnenkomen. Het vaststellen van de emissieklasse vormt overigens voor de RDW een grote operatie, gezien het grote aantal voertuigen (ca. 900.000 bestelauto's en 7 miljoen personenauto's) waarvoor de emissieklasse vastgesteld moet worden. Belangrijker nog dan de vraag of de RDW in staat is de emissieklassen vast te stellen, is de vraag of de RDW hiertoe bevoegd is. Deze vraag is van belang omdat de toegekende emissieklasse rechtsgevolgen kan krijgen (zoals al dan niet toegang tot een milieuzone, hoogte van parkeertarief e.d.). Na juridisch onderzoek is gebleken dat de RDW
---

VenW/DGMo.2008/1132

momenteel niet bevoegd is om de emissieklasse te bepalen en dus bevoegd moet worden gemaakt. Daartoe is een wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 noodzakelijk. Tevens dient bij deze wijziging ook de methodiek voor de vaststelling van de emissieklassen in wetgeving te worden verankerd. Volgens de huidige verwachtingen zou deze wetswijzigingprocedure in oktober 2009 afgerond kunnen zijn.


3. Is er een wijziging nodig van de Wegenverkeerswet (WVW 1994) om de RDW de opdracht te kunnen geven de gegevensbestanden van kentekens en euronormen voor bestelauto's en -busjes aan elkaar te koppelen? Zo ja, waarom en wat is het verschil met de milieuzones van vrachtwagens, waar de milieugegevens en de kentekens wel zonder wetswijziging aan elkaar gekoppeld zijn?

3. Zoals in het antwoord op vraag 2 is aangegeven dient de RDW de wettelijke bevoegdheid te krijgen om de emissieklasse vast te stellen voor bestel- en personenauto's met het oog op de invoering van milieuzones voor bestelauto's en de mogelijkheid om parkeertarieven naar uitstoot te differentiëren, alsook -op termijn- een differentiatie van de MRB (zie de brief van de Staatssecretaris van Financiën over fiscale vergroening, kamerstuk 31492, nr. 1). Voor vrachtauto's is dit niet het geval omdat er vanuit de EU-richtlijn voor het Eurovignet de verplichting is om de emissieklasse (Euroklasse) van vrachtauto's te registreren. Voor bestel- en personenauto's bestaat een dergelijke verplichting niet en is er nooit een wettelijke aanleiding geweest om de emissieklasse te registeren. Zie ook het antwoord van de minister van Verkeer en Waterstaat op eerdere vragen van het kamerlid Roemer in de brief met kenmerk VenW/DGP-2008/5728 (kamerstuk 31305, nr. 38). Overigens ligt het wel in de bedoeling om de werkzaamheden door de RDW gelijktijdig te laten uitvoeren met het wetswijzigingtraject, zodat geen onnodige tijd verloren gaat. Het beschikbaar kunnen stellen en gebruiken van de emissieklassen zal echter pas kunnen nadat de bevoegdheid van de RDW is verankerd in de wet.


4. Waarom is er niet eerder begonnen met het voorbereiden met een wetswijziging?

4. Alvorens het wetstraject in gang te zetten om de bevoegdheid van de RDW te regelen, heeft de RDW eerst uitgezocht, middels een uitvoeringstoets (zie het antwoord op vraag 2), of het überhaupt mogelijk is om de emissieklasse van het bestaande voertuigpark vast te stellen en wat daarvoor nodig is. Dit onderzoek is in december 2007 gestart.
Daarnaast is onderzocht welke zaken in wet en regelgeving vastgelegd moeten worden en op welke wijze dit moet gebeuren. Daarover is dit voorjaar helderheid ontstaan.


5. Bestaat er een verband tussen de mogelijke noodzaak van de wetgeving rond het gegevensbeheer door de RDW voor bestelauto's en de wens van het kabinet meer grip te krijgen op de gegevensverstrekking door de RDW voor personenauto's? Zo ja, welk?

5. Nee, dat verband is er niet. De noodzaak van een wetswijziging geldt voor de bevoegdheid van de RDW om de emissieklassen voor bestel- en personenauto's vast te stellen met het oog op invoering van milieuzones voor bestelauto's en de mogelijkheid om
---

VenW/DGMo.2008/1132

parkeertarieven naar uitstoot te differentiëren, alsook -op termijn- een differentiatie van de MRB (zie de brief van de Staatssecretaris van Financiën over fiscale vergroening, kamerstuk 31492, nr. 1). De Tweede Kamer heeft middels met het aannemen van de motie Koopmans (kamerstuk 31305, nr. 45) voorwaarden verbonden aan het gebruik van de emissieklassen van personenauto's, waar het gaat om het gebruik ervan voor milieuzonering voor personenauto's.


6. Vindt u het acceptabel als de introductie van milieuzonering voor bestelauto's vertraging oploopt als gevolg van het kabinetsbeleid ten aanzien van milieuzones voor personenauto's? Zo ja, waarom? Zo neen, bent u bereid naar alternatieven te zoeken om milieuzones voor bestelverkeer mogelijk te maken?

6. Zoals in het antwoord op vraag 5 is aangegeven bestaat het gesuggereerde verband niet. Evenmin is het zo dat milieuzones voor bestelauto's niet of niet meer mogelijk zouden zijn. Het kabinet heeft in haar standpunt over milieuzones voor personenauto's (kamerstuk 31305, nr. 37) en in het Algemeen Overleg van 19 en 24 juni 2008 over dit onderwerp herhaaldelijk aangegeven milieuzonering voor vracht- en bestelauto's als zinvolle en proportionele maatregel te beschouwen. Middels het sluiten en faciliteren van convenanten waarin hierover landelijk uniforme afspraken zijn opgenomen zet het kabinet zich hiervoor in.


7. Kan de RDW vooruitlopend op een eventuele wetswijziging alvast beginnen met het invoeren van gegevens?

7. Zoals in het antwoord op vraag 3 is aangegeven kunnen de werkzaamheden van de RDW gelijktijdig plaatsvinden aan het wetstraject waarin de bevoegdheid van de RDW wordt vastgelegd. Het beschikbaar kunnen stellen en gebruiken van de emissieklassen zal echter pas kunnen nadat de bevoegdheid van de RDW is verankerd in de wet.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Camiel Eurlings


---