Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording vragen van het lid Van Baalen over het radio1-interview van NAVO-diplomaat Jochems

20-08-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Bijgaand bieden wij u aan de antwoorden op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Baalen over het radio1-interview van NAVO-diplomaat Jochems. Deze vragen werden ingezonden op 30 juli (uw kenmerk 2070826550 )

De minister van Buitenlandse Zaken,
drs. M.J.M. Verhagen

De minister van Defensie,
E. van Middelkoop

Vragen van het lid Van Baalen (VVD) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over het radio1-interview van NAVO-diplomaat Jochems inzake verlengd militair verblijf van Nederland in Uruzgan na 2010. (Ingezonden 30 juli 2008)

Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het interview dat de vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de NAVO in Afghanistan, de heer Jochems, heeft gegeven, waarin hij speculeert op militair verblijf van Nederland in de Afghaanse provincie Uruzgan na 2010 en een NAVO-verzoek daartoe in het vooruitzicht stelt? 1)

Antwoord
Wij hebben kennisgenomen van het interview met de heer Jochems, waarbij hij zei dat hij niet verwachtte dat het Afghaanse leger in 2010 geheel zelfstandig voor de veiligheid in (Zuid)Afghanistan waaronder Uruzgan kan zorgdragen. Hij meent dat ook na 2010 externe militaire assistentie in Afghanistan nodig zal zijn.

Vraag 2
Erkent u dat er bij de parlementaire besluitvorming over instemming met het kabinetsbesluit om de Nederlandse deelname aan ISAF in Uruzgan tot eind 2010 te verlengen, zowel door de regering als de Kamer helder is aangegeven dat Nederland per ultimo 2010 haar militaire aanwezigheid in Uruzgan heeft beë indigd, hetgeen door de regering schriftelijk aan de NAVO is medegedeeld?

Vraag 3
Bent u bereid de secretaris-generaal van de NAVO, naar aanleiding van het radio-interview van zijn vertegenwoordiger te Kabul, schrif telijk te herinneren aan de gemaakte afspraken, waarbij vaststaat dat Nederland zich per ultimo 2010 militair uit Uruzgan heeft teruggetrokken en de Kamer daarover schriftelijk te informeren?

Antwoord
Op 30 november 2007 heeft de regering het besluit genomen dat Nederland hoe dan ook zijn leidende militaire verantwoordelijkheid in Uruzgan per 1 augustus 2010 zal beëindigen. De regering heeft besloten dat vanaf 1 augustus 2010 de terugtrekking van de Task Force Uruzgan zo spoedig mogelijk zal geschieden, zodat deze per 1 december 2010 is afgerond. De regering benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van de Navo is de vigerende behoeftestelling voor ISAF, inclusief Uruzgan, tijdig te vullen (aldus de formulering in de artikel 100 brief van 30 november 2007, uw kenmerk 27925 nr. 279).

Op 17 december 2007 heeft de secretaris-generaal van de Navo in een brief aan de minister van Buitenlandse Zaken gesteld goede nota te hebben genomen van bovengenoemd besluit. Hij schreef dat SACEUR hiermee rekening zal houden bij het proces van `force generation' voor de periode na 1 augustus 2010.
De brief van de secretaris-generaal aan de minister van Buitenlandse Zaken is met uw Kamer gedeeld tijdens het Algemeen Overleg van 17 december 2007.

De regering ziet geen aanleiding om over het Nederlandse besluit hernieuwd te communiceren met de secretaris-generaal van de Navo.


1) Radio1 De Ochtenden, 28 juli 2008

* Ministerie van Buitenlandse Zaken

* Bezuidenhoutseweg 67

* Postbus 20061

* 2500 EB Den Haag

* Tel.: 070-3 486 486

* Fax: 070-3 484 848

* Internet: www.minbuza.nl