Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording vragen van Dijsselbloem en Van Dam over buitenlandse invloed in es-Salaam moskee

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Dijsselbloem en Van Dam over buitenlandse invloed in de es-Salaam moskee. Deze vragen werden ingezonden op 8 juli 2008 met kenmerk 2070824720.

De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Dijsselbloem en Van Dam (beiden PvdA) over buitenlandse invloed in de es-Salaam moskee.

Vraag 1
Weet u dat de es-Salaam moskee in Rotterdam wordt gefinancierd door de minister van Financiën van de Verenigde Arabische Emiraten?

Antwoord
Het is mij bekend dat de bouw van de es-Salaam moskee in 2003 ondermeer gefinancierd is door de Al Maktoum Foundation van de minister van Financiën en Industrie van de Verenigde Arabische Emiraten. Naast de Al Maktoum Foundation is ook de Stichting Moskee Essalam financieel betrokken bij de moskee. De Stichting Moskee Essalam brengt haar bezittingen, lees de grond en de daarop gevestigde opstal, als betaling in ruil in voor het eigendom van de grond waarop de nieuwe moskee gebouwd wordt.

Vraag 2
Hoe verhoudt zich dit tot het belangrijke rechtstatelijke principe van de scheiding van kerk en staat? Deelt u de mening dat dit principe zich niet verdraagt met vergaande bestuurlijke zeggenschap van een buitenlandse minister over een Nederlandse moskee?

Antwoord
Het beginsel van scheiding van kerk en staat is een fundamenteel uitgangspunt voor de inrichting van onze democratische rechtsstaat. Het houdt in de eerste plaats in dat kerken en andere genootschappen op levensbeschouwelijke grondslag als zelfstandige lichamen functioneren. De staat moet zich onthouden van bemoeienis met de belijdenis van godsdienst, behoudens in gevallen voorzien bij wet. Voor overheden betekent het beginsel van scheiding van kerk en staat bovendien dat geen partij mag worden gekozen voor een bepaalde godsdienst of levensovertuiging; zij moeten alle stromingen gelijk behandelen (vgl. Nota grondrechten in een pluriforme samenleving, Kamerstukken II 2003/04, 29 614, nr. 2). Binnen deze kaders kan de verhouding tussen kerk en staat op verschillende manieren worden ingevuld. Het beginsel van scheiding van kerk en staat betekent in elk geval niet, dat tussen de staat en religieuze genootschappen geen bestuurlijke of en/of financiële betrekkingen zouden mogen bestaan. De overheid mengt zich niet in de samenstelling, de inrichting, de (keuzes omtrent) bekostiging of de theologische koers van religieuze en levensbeschouwelijke organisaties. Wanneer er sprake is van het plegen van strafbare feiten kan de overheid daartegen optreden met de daartoe geëigende middelen (vgl. Aanhangsel Handelingen nr. 1301, vergaderjaar 2006-2007).

Vraag 3
Bent u bereid de regering van de Verenigde Arabische Emiraten te wijzen op de betekenis van dit belangrijke principe in Nederland en er bij deze regering op aan te dringen dat de betrokken minister verder af ziet van zijn bestuursinvloed in de es-Salaam moskee?

Antwoord
Gelet op het antwoord op vraag 2 zie ik hiervoor geen aanleiding.