Gevluchte Georgische kinderen vertellen hun verhaal 20 augustus 2008, Tbilisi - De vierjarige Giorgi Djebisashvili werd in een kerk in Gori gedoopt, toen de bommen begonnen te vallen. Na de plechtigheid zagen hij, zijn vader en zusje dat de kerk door vlammen werd omringd. De lucht was gevuld met het geluid van explosies. "We wilden naar mama," vertelt Nino, het zusje van Giorgi. "Papa duwde ons snel de auto in en daarna reden we weg. Van wat er daarna gebeurde, kan ik me niets meer herinneren."

Meisje in een opvangcentrum voor ontheemden in Tbilisi. Foto: Unicef Georgië/2008/Volpe
Meisje in een opvangcentrum voor ontheemden in Tbilisi. Foto: Unicef Georgië/2008/Volpe

In het dorp Medvriskhevi zat Zinaida Djebisashvili, de moeder van de twee kinderen, thuis naar het nieuws te kijken. Ze wachtte op de terugkeer van haar gezin, maar de nieuwslezer zei dat Gori onder vuur werd genomen en dat de kerk, die in de buurt van een militaire basis lag, was gebombardeerd.

"Ik rende gillend naar buiten en vroeg mijn buren om hulp. Ik wist bijna zeker dat ik mijn man en kinderen niet meer levend zou terugzien," vertelt Zinaida met tranen in haar ogen. "Maar al snel zag ik de auto van mijn man aan komen rijden. Het leek wel een wonder. Daarna verschenen er helikopters boven ons dorp en begonnen ook hier de bombardementen. Dus zijn we naar Tbilisi gevlucht."

Ook bij het vliegveld van Tbilisi is een opvangkamp ingericht. Foto: Unicef Georgië/2008/Volpe
Ook bij het vliegveld van Tbilisi is een opvangkamp ingericht. Foto: Unicef Georgië/2008/Volpe

Gebrek aan water, toiletten, elektriciteit

De familie Djebisashvili zocht in de Georgische hoofdstad haar toevlucht tot een opvangcentrum in een crèche in het district Ponichala. Ze horen bij de ongeveer 130.000 onhteemden - waarvan 60 procent vrouwen en kinderen - die als gevolg van het conflict tussen Georgië en Rusland op de vlucht zijn geslagen. Ze zijn de grens met Rusland overgegaan, of verblijven in tentenkampen, scholen, crèches, publieke en overheidsgebouwen in Georgië zelf. De ontheemden kampen met een tekort aan schoon water, toiletten en elektriciteit.

Unicef maakt zich grote zorgen om de vrouwen en kinderen onder de ontheemden. Gori en het gebied ten westen van deze stad is voor hulporganisaties nu beter bereikbaar, maar ze kunnen Zuid-Ossetië zelf niet in. Unicef voorziet degenen die wel bereikt kunnen worden van hulpgoederen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om schoon water, waterzuiveringsmiddelen, voedsel, artikelen voor persoonlijke hygiëne, onderwijsmaterialen en materalen voor sport en spel.

Huilen en niet slapen
Ook de mensen die naar Rusland zijn gevlucht, bestaan voor de meerderheid uit vrouwen en kinderen. Irma Janaeva komt uit de buurt van Tskinvali, de hoofdstad van Zuid-Ossetië. Zij noemt het een wonder dat zij met haar tweejarige zoon heeft kunnen vluchten, terwijl de rest van haar familie moest achterblijven. Irma en haar zoontje Sarmat verblijven nu in een school in Vladikavkaz, de hoofdstad van het Russische Noord-Ossetië. Tijdens de bombardementen op Tskinvali moesten Irma en haar zoon een paar dagen zonder eten in een schuilkelder doorbrengen. De kleine Sarmat heeft er flink onder geleden. Hij kan geen moment zonder zijn moeder, huilt veel en slaapt weinig.

Unicef heeft circa 4,5 miljoen euro nodig om de ontheemden in Georgië te kunnen helpen. Foto: Unicef Georgië/2008/Volpe Unicef heeft circa 4,5 miljoen euro nodig om de ontheemden in Georgië te kunnen helpen. Foto: Unicef Georgië/2008/Volpe

Psychosociale hulp is voor kinderen als Sarmat dan ook van essentieel belang en Unicef geeft daarom aan dit soort hulpverlening hoge prioriteit. Ook Fatima (11), Milana (8) en Khatuna (6) Mindiashvili hebben vreselijke ervaringen achter de rug. Hun dorp Kemerti in Zuid-Ossetië werd flink gebombardeerd. Terwijl de familie met de auto vluchtte, werden ze volgens de moeder van de meisjes door een helikopter achtervolgd. "We waren bang dat hij ons ging bombarderen. De kinderen zagen dat huizen werden platgegegooid en vroegen of ze dood zouden gaan als er een bom op onze auto terecht zou komen."

Het goede voorbeeld
Fatima probeert niet na te denken over wat ze heeft gezien. "Ik wil het goede voorbeeld geven voor mijn jongere zusjes. Zij kunnen 's nachts nog steeds niet slapen." De meisjes wonen nu in een kale kamer in het voormalige hoofdkwartier van het ministerie van Financiën in Tbilisi. Ze slapen op de grond en Milana en Khatuna hebben geen schoenen. Het gezin Mindiashvili heeft geen schone kleren en weet niet of ze wel genoeg te eten hebben. Het liefst willen ze terug naar huis.

"Het maakt niet uit of ons huis is geplunderd, afgebrand of verwoest," zegt Maya Mindiashvili, de moeder van de meisjes. "Ik realiseer me hoe geweldig het is dat we nog steeds in leven zijn. We vragen nergens om, alleen om vrede. Dan kunnen we ons leven weer opbouwen."

40 miljoen euro nodig voor noodhulp aan Georgië