Ingezonden persbericht


20 augustus 2008

Eurofound publiceert jaarlijks rapport over loonsverhogingen in de Europese Unie.

Grote verschillen in loonsverhogingen in Europa

(DUBLIN, IERLAND) De gemiddelde echte loonsverhoging voor Europese werknemers daalde van 2,7% in 2006 naar 2,3% in 2007. Dat blijkt uit nieuwe informatie gepubliceerd door het "European Industrial Relations Observatory" (EIRO) van Eurofound. Het jaarlijkse verslag over loonontwikkelingen in Europa toonde grote verschillen tussen de lidstaten van de EU, zowel wat betreft tendensen voor lonen als het niveau van loonsverhogingen. Het onderzoek heeft ook geconstateerd dat de lonen in de voormalige EU15-lidstaten langzamer blijven stijgen. Maar bij de nieuwe lidstaten van de EU werd een duidelijke stijgende lijn waargenomen, met loonstijgingen die bijna vier maal hoger waren dan in de voormalige EU15-landen.

Loonsonderhandelingen via een CAO spelen een relatief belangrijke rol bij het vaststellen van lonen overal in Europa. Het nieuwe rapport, dat de huidige 27 lidstaten van de EU (EU27) plus Noorwegen bestrijkt, heeft geconstateerd dat de gemiddelde nominale loonsverhoging, bereikt via CAO onderhandelingen, in de hele EU is gestegen van 5,6% in 2006 tot 7% in 2007. In de voormalige EU15 was de gemiddelde stijging in 2006 niet meer dan 2,9% en steeg naar 3,1% in 2007. In de tien nieuwe lidstaten (NMS10) was de gemiddelde stijging 8,5% in 2006 en deze steeg naar 10,5% in 2007. Als de allernieuwste leden, Roemenie en Bulgarije, worden meegeteld, zijn de respectievelijke cijfers voor het grotere NMS12 9% en 11,9%.

Maar als inflatie wordt meegerekend, daalde de echte stijging over de hele EU27 van 2,7% in 2006 naar 2,3% in 2007. In de EU15 was de gemiddelde echte loonsverhoging niet meer dan 0,8% in 2006 en zakte naar 0,2% in 2007. In de NMS12, daalden de echte loonsverhogingen ook, van 5,2% in 2006 tot 5% in 2007. In de NMS10 zakte de gemiddelde echte loonsverhoging van 5% naar 4,1%. Tijdens de bestudeerde periode waren er belangrijke verschillen in trends en het niveau van loonsverhogingen tussen de afzonderlijke Lidstaten. Loonsverhogingen in Griekenland en Ierland lagen bijvoorbeeld fors hoger dan de EU15 gemiddelden in zowel 2006 als in 2007. Bij de NMS landen, vertoonden landen als Cyprus, Malta en Slovenië, lage loonsverhogingen. Het algemeen gemiddelde voor deze groep landen steeg echter aanzienlijk als gevolg van grote loonsverhogingen in de Baltische staten, Bulgarije en Roemenie in beide jaren.

Wat trends betreft: de snelheid waarmee verhogingen toenamen, steeg tussen 2006 en 2007 in 18 van de bestudeerde landen, bleef gelijk in één land en daalde in negen landen. De snelheid in de NMS steeg het meest in Letland, Bulgarije en Roemenie, maar Cyprus, Malta en Slovenië waren uitzonderingen, daar daalde de snelheid van verhogingen. In de EU15 was de algemene trend een kleine stijging (met de grootste stijgingen in Zweden en Finland), maar de snelheid van verhogingen bleef onveranderd in Nederland en daalde in Oostenrijk, België, Frankrijk, Griekenland, Italië en Spanje.

Het rapport belicht ook loonsverhogingen door middel van CAO-onderhandelingen in drie verschillende sectoren (chemicaliën, detailhandel en rijksdienst), huidige lonen en verhogingen van het minimumloon, stijgingen van gemiddeld inkomen en de verschillen in betaling voor mannen en vrouwen in alle landen.

De volledige tekst van het rapport over ontwikkelingen in lonen staat op http://www.eurofound.europa.eu/eiro/studies/tn0804019s/tn0804019s.htm

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Måns Mårtensson, persvoorlichter, via e-mail mma@eurofound.europa.eu of telefonisch: +353-1-204 3124 of mobiel +353-876-593 507.