Ministerie van Verkeer en Waterstaat

abcdefgh

Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG

Contactpersoon Doorkiesnummer
- - Datum Bijlage(n) 22 augustus 2008 - Ons kenmerk Uw kenmerk VenW/DGLM-2008/794 - Onderwerp
Verslag Transportraad 13 juni 2008

Geachte voorzitter,

Hierbij informeer ik u over de uitkomsten van de Transportraad van 13 juni 2008. De volgende Transportraad zal plaatsvinden op 9/10 oktober 2008. Een informele Transportraad vindt plaats op 1/2 september 2008.

Verslag Transportraad 13 juni 2008
Het belangrijkste onderwerp op de Transportraad betrof het pakket wegvervoer. Dit pakket bestaat uit een:

· voorstel voor een verordening inzake gemeenschappelijke regels voor de toegang tot de markt van het goederenvervoer over de weg;
· voorstel voor een verordening inzake de toegang tot het beroep van wegvervoerder;

· voorstel voor een verordening inzake gemeenschappelijke regels voor de toegang tot de markt van het busvervoer; De Raad bereikte een akkoord op de drie voorstellen.

Tijdens de Transportraad werd, zoals verwacht, met name nog gesproken over de definitie van cabotage. Vlak voor de Raad had het Voorzitterschap een compromistekst opgesteld waarin de mogelijkheid werd gecreëerd om cabotage te kunnen verrichten in andere lidstaten dan het land van lossing, op de terugreis naar het land van vestiging. Tijdens de Transportraad konden de Commissie en een groot aantal lidstaten deze compromistekst ondersteunen.
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71

Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95 bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)

VenW/DGLM-2008/794

Een klein aantal landen kon zich echter, om verschillende redenen, niet vinden in deze tekst. Een aantal lidstaten vond te tekst teveel beperkingen opleggen, andere lidstaten vonden de definitie juist te ruim.

Ook voor Nederland lag de compromistekst moeilijk. Ik heb aangegeven dat cabotage net die extra mogelijkheden geeft waardoor een onderneming zijn vervoer optimaal kan plannen. Het leidt dan ook niet tot meer wegvervoer, maar het leidt juist tot een efficiëntere uitvoering van het wegvervoer. De voorliggende compromistekst zou dan ook alleen acceptabel zijn indien er volledige rechtzekerheid en uniformiteit komt in plaats van de huidige lappendeken aan interpretaties met betrekking tot cabotage en er uitzicht is op volledige liberalisatie. Ook zouden er geen verdere beperkingen voor cabotage in de tekst geïntroduceerd mogen worden, zoals een aantal lidstaten graag wilde. Ik heb medewerking aan het elektronisch register (register met gegevens van vergunninghouders) afhankelijk gemaakt van het bereiken van een oplossing voor cabotage. Uiteindelijk werd voldoende tegemoet gekomen aan bovenstaande Nederlandse eisen wensen en kon ik, met een meerderheid van lidstaten, instemmen met de compromistekst waarin retourcabotage mogelijk wordt gemaakt. Alleen Oostenrijk stemde tegen. Italië, Tsjechië en Portugal onthielden zich van stemming.

Vervolgens werd op voorstel voor een herschikking van de richtlijn inzake de technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens zonder discussie een algemene oriëntatie bereikt. Ook de Raadsconclusies over de mededeling van de Commissie inzake de kwaliteit van spoorweginfrastructuur gaven geen aanleiding tot discussie. Beide onderwerpen waren in een eerdere fase al akkoord bevonden door de lidstaten.

Over het voorstel voor een richtlijn inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen is wel kort gesproken. Een aantal lidstaten had nog voorbehouden staan maar kon die tijdens de Transportraad intrekken, waarna een algemene oriëntatie werd bereikt. Ik heb, conform de uitkomst van het AO Transportraad van 12 juni 2008, de wens uitgesproken om in een later stadium te overwegen ook mobiele werktuigen onder het toepassingsbereik van de richtlijn te brengen. Deze maken weliswaar een klein percentage van de voertuigen uit, maar veroorzaken een substantieel groot deel van de vervuiling.

Ten aanzien van het onderhandelingsmandaat aan de Commissie om te onderhandelen over een transportgemeenschap met de Westelijke Balkan was het enige openstaande punt nog de benaming van Kosovo (een aantal lidstaten heeft Kosovo niet als onafhankelijke staat erkend). Nadat hier een oplossing voor was gevonden, konden de lidstaten instemmen met het mandaat. Alleen Roemenie onthield zich van stemming vanwege de kwestie Kosovo.

De mandaten aan de Commissie om luchtvaartonderhandelingen te starten met Australië en Nieuw-Zeeland werden zonder discussie aangenomen.


---

VenW/DGLM-2008/794

Overigens werd de Commissie vertegenwoordigd door Commissaris Reding. De nieuwe Commissaris voor transport, dhr Tajani, was nog niet aanwezig omdat zijn hoorzitting en formele goedkeuring door het Europees Parlement nog niet had plaatsgevonden.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Camiel Eurlings


---