Klacht CAK-BZ
Kamerstuk, 26 augustus 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DMO-CB-U-2855599
26 augustus 2008
Hierbij treft u mijn reactie aan op de brief van de vaste commissie
VWS over een klacht van een cliënt van het CAK met betrekking tot de
financiële afwikkeling en wijzigingen van het CAK-BZ over de
thuiszorg.
Het CAK-BZ (Bijzondere Ziektekosten) heeft tot dit voorjaar, als
service aan haar cliënten, de mogelijkheid geboden om een zogenoemd
`positief saldo' op te bouwen. Dat wil zeggen, geld te `sparen' bij
het CAK. Cliënten van het CAK konden van deze service gebruik maken
indien de hoogte van de eigen bijdrage voor de Wmo nog niet bekend was
of indien de cliënt een naheffing verwachtte.
Het CAK-BZ heeft onlangs besloten met deze service te stoppen en deze
af te bouwen. Reden hiervoor is dat erg weinig cliënten van de service
gebruik maakten (niet meer dan 600 op een bestand van 400.000
cliënten), waardoor de administratieve kosten voor de uitvoering naar
verhouding erg hoog zijn. De mogelijkheid om cliënten te laten
`sparen' hoort bovendien niet tot de eigenlijke taken van het CAK.
Daar komt bij dat een alternatief voor de spaarmogelijkheid overal
voorhanden is: het reserveren of sparen van geld om in de toekomst de
eigen bijdrage Wmo te kunnen betalen, kan bij elke bank. Bijkomend
voordeel is, dat de bank rente over opgebouwde saldi vergoedt.
Het CAK-BZ zal cliënten die nog gebruik maken van de service op zeer
korte termijn informeren over het einde ervan. Het CAK zal in
gezamenlijk overleg met deze cliënten tot een goede afbouw komen.
Het CAK heeft met de betreffende cliënt inmiddels telefonisch contact
gezocht en hem over het bovenstaande geïnformeerd. Het CAK heeft mij
laten weten dat over het opgebouwde saldo goede afspraken zijn gemaakt
en dat deze cliënt tevreden is met de afhandeling.
Verder heeft hij het CAK-BZ toegezegd de vaste commissie VWS een
e-mail te sturen naar aanleiding van het gesprek waarin hij zal ingaan
op de afhandeling van de klacht.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport