Antwoord op Kamervragen over voorbereidingsbesluit ten aanzien van OostvaardersWold
26 augustus 2008 - kamerstuk
Directie Regionale Zaken
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
1 augustus 2008 2070826680
DRZW. 2008/3035
26 augustus 2008
onderwerp bijlagen
Kamervragen over het voorbereidings-
besluit ten aanzien van het
OostvaardersWold
Geachte Voorzitter,
Hierbij beantwoord ik de vragen van de leden Snijder-Hazelhoff en Weekers (beiden VVD)
over het voorbereidingsbesluit ten aanzien van het OostvaardersWold. (Ingezonden
1 augustus 2008). De beantwoording vindt mede plaats namens de staatsecretaris van
Financiën en heeft plaatsgevonden in overleg met de provincie Flevoland.
1
Bent u op de hoogte van de brief van Domeinen van 1 april 2008 met kenmerk
1020057504, welke is gericht aan het college van B&W van de gemeente Zeewolde?
Ja.
2
Hoe verhoudt de opvatting van Domeinen inhoudende dat het een ongewenste situatie is
dat ze geconfronteerd wordt met bouwaanvragen c.q. investeringen welke in het kader
van het vrijmaken van het OostvaardersWold in later stadium vergoed dienen te worden,
zich tot de afspraak in het kader van de realisatie van de EHS dat dit dient te geschieden
op basis van vrijwilligheid?
De realisatie van de EHS, ook voor het deel gelegen in de Groenblauwe zone
OostvaardersWold, vindt in beginsel plaats op basis van vrijwilligheid. Echter de provincie,
0 verantwoordelijk voor de uitvoering, zal in uiterste geval de instrumenten voor onteige-
ning inzetten. Dit is conform het rijksbeleid.
De brief van Domeinen is voortgekomen uit de verantwoordelijkheid voor het rijks-
vermogensbeheer en doet niets af aan het principe van vrijwilligheid.
Domeinen houdt bij het beheren van staatsgronden rekening met toekomstige ontwikke-
lingen. Situaties van nieuwbouw met het perspectief dat binnen afzienbare tijd sprake is
van een desinvestering zijn niet in het belang van de Staat.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
26 augustus 2008 DRZW. 2008/3035 2
3
Wat is de rol van Domeinen in de totstandkoming van het voorbereidingsbesluit van
Provinciale Staten van Flevoland ten aanzien van het OostvaardersWold?
Domeinen heeft hier geen rol in gespeeld. Het genoemde voorbereidingsbesluit is een
provinciale verantwoordelijkheid.
4
Wat moet er op bestuurlijk en uitvoerend vlak nog worden doorlopen alvorens de Groen-
blauwe zone OostvaardersWold daadwerkelijk kan worden gerealiseerd? Kunt u het
tijdspad hierbij vermelden? Hoe ziet het vergunningverleningtraject er uit voor de
betrokkenen tot de realisatie?
De provincie is mede op verzoek van het Rijk de Groenblauwe zone van het Oostvaarders-
Wold aan het realiseren. De exacte planning is een verantwoordelijkheid van de provincie.
Met de provincie is afgesproken dat de zone in 2014 is gerealiseerd.
5
Wat zijn de mogelijkheden voor betrokkenen om schade vergoed te krijgen die zij oplopen
als gevolg van de beperkingen die worden gesteld aan de vergunningverlening tot het
moment van realisatie van de Groenblauwe zone OostvaardersWold?
Er kan een schadeverzoek worden ingediend conform de Wet ruimtelijke ordening (Wro).
De schade zal door een onafhankelijke schadeadviescommissie worden bepaald.
6
Bent u van mening dat het doel van het voorbereidingsbesluit in kwestie voldoende
aansluit bij de gronden waarop de mogelijkheid tot het nemen van een voorbereidings-
besluit is opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening? Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot de
afspraak in het kader van de realisatie van de EHS dat verwerving dient plaats te vinden op
basis van vrijwilligheid, en dat de ontwikkeling van bedrijven doorgang moet kunnen
vinden?
Ja. zie ook antwoord op vraag 2. De Wet ruimtelijke ordening (Wro) geeft aan provincies
en Rijk nadrukkelijk de mogelijkheid een voorbereidingsbesluit te nemen wanneer
bovenlokale belangen dit gewenst maken. De provincie heeft dit besluit genomen om te
voorkomen dat er nu ontwikkelingen en investeringen plaatsvinden die niet passen bij de
toekomstige bestemming. Hiermee worden desinvesteringen voorkomen. Het staat de
provincies vrij om de EHS met de haar ter beschikking staande instrumenten te realiseren.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit