Monique Samuel wint weer de El Hizjra-literatuurprijs
Studente politicologie Monique Samuel (1989) won met haar boek
Voorbij de horizon vorig jaar de El Hizjra literatuurprijs voor
jong Marokkaans en Arabisch schrijverstalent. Dit jaar heeft ze
hem opnieuw gekregen, nu voor haar korte verhaal De laatste
slangendans.
Het onderstaande interview van Li-Janne Leusink met Monique
Samuel verscheen op 25 augustus in Trouw.
Altijd op zoek naar antwoorden
'Toen ik op mijn dertiende te horen kreeg dat ik een ernstige
oogziekte had, de ziekte van Stargardt, kon ik dat moeilijk
verwerken. Ik bleef maar op zoek naar antwoorden. Waarom moet
dit me overkomen? Ik was er echt kapot van. Ik heb veel met
artsen en psychologen gepraat maar zij konden me niet helpen.
Toen ben ik zelf maar op zoek gegaan naar antwoord op het
waarom van die oogziekte. Ik praatte er veel over met mijn
familie en vriend.
Concentratiekampen
Veel steun had ik aan Billy Grahams boek Hope for the troubled
heart. Hij vertelt daarin over mensen die concentratiekampen
hebben overleefd en hoop bleven houden. Daardoor zag ik mijn
leven weer in perspectief, leerde relativeren en met mijn eigen
verdriet omgaan.
Troebel beeld
Dankbaar ben ik niet voor die oogziekte, die valt me juist vaak
moeilijk. Maar ik kan het nu wel beter accepteren, heb meer
rust gevonden. Ik heb een mooi leven, een lieve familie en een
fantastische vriend. Daar ben ik blij om.
God nam het van mij over. Zo beleefde ik dat. Mijn zicht is
snel achteruit gegaan. Nu zie ik nog voor vijf tot tien
procent. Dus wat een persoon met goed zicht op honderd meter
scherp ziet, zie ik pas op vijf meter scherp. Hoewel, 'scherp'
is een groot woord. Het beeld blijft vaak troebel.
Echt geraakt
Als iets voor veel mensen al waarheid is, kijk ik altijd nog
weer een stapje verder. Ik wil altijd een antwoord hebben. Ik
volg het nieuws heel nauwkeurig en van verschillende kanten.
Dus ik neem geen genoegen met alleen het Nederlandse nieuws, ik
wil ook CNN zien en andere zenders.
Veel van het nieuws raakt me ook echt. Kijk nou naar die
vliegramp in Madrid. Dat vind ik zo erg. Zoveel verdriet en
ellende, dat laat me niet los. Ik wil dan per se antwoorden
hebben en denk: God, waarom?
Ander mens geworden
Vroeger wilde ik altijd ingenieur in de elektrotechniek of in
de civiele techniek worden. Maar rond mijn dertiende was ik
veel meer bezig met geloof, mens en psyche. Door mijn ziekte
ben ik een totaal ander mens geworden.
Toen ik dertien was, ben ik al begonnen met het schrijven van
mijn boek Voorbij de horizon. Mijn vader is van Egyptische
afkomst, hij is nu Nederlander. Maar ik werd steeds meer
geconfronteerd met zijn achtergrond. Ik vroeg mijzelf steeds
vaker af of ik kon zeggen dat ik ook Egyptisch was.
Heimwee naar Egypte
Ik heb vaak heimwee naar Egypte ook al ben ik er niet
opgegroeid. Ik er ga wel elk jaar heen met vakantie en dan voel
ik me zó thuis. Maar terug in Nederland word ik in dat hokje
geduwd, dat ik me niet met die cultuur mag identificeren, omdat
ik er niet woon, ik er niet geboren ben en mijn vader niet eens
een moslim is.
Wéér ging ik op zoek naar antwoorden. En nu ben ik er eindelijk
uit: ik ben gewoon een mix van beide culturen. En dat mag ik
ook zijn. Dat komt duidelijk terug in mijn boek. Het is een
roman over belevenissen van een jonge vrouw in Egypte, helemaal
autobiografisch.
Vinexwijk en volkswijk
In Nederland woont ze in een prachtig huis in een vinexwijk in
Amersfoort. In Egypte, waar ze ook hoort voor haar gevoel,
woont ze in een volkswijk met hopen afval op straat - haar oma
is analfabeet. Maar je moet verder kijken dan wat je op het
eerste gezicht ziet. Die grootmoeder is analfabete, maar je
kunt ook zeggen: 'Ik zie een wijze vrouw, die veel meegemaakt
heeft in haar leven'. Veel van haar broertjes en zusjes zijn op
jonge leeftijd overleden en haar vader is vermoord. Alleen als
je onder de oppervlakte kijkt, zie je dat. Dat bedoel ik met de
titel van mijn boek 'Voorbij de horizon.'
26/8/2008
Universiteit Leiden