KPMG
Beperkt aantal beleggingsondernemingen ziet MiFID als een kans
26|08|08 - Beleggingsondernemingen zijn in het algemeen transparant in
hun communicatie naar beleggers en hebben de eisen van MiFID verwerkt
in hun beleidsdocumenten. Toch zijn er ook belangrijke onderlinge
verschillen.
MiFID (Markets in Financial Instruments Directive) wordt door een
beperkt aantal beleggingsondernemingen gezien als een kans. De
richtlijn is een van de belangrijkste onderdelen van het beleid van de
Europese Unie om meer transparantie en openheid te creëren binnen de
markt voor financiële diensten en producten en beleggers beter te
beschermen. De beoogde transparantie moet onder meer tot uitdrukking
komen in de informatieverstrekking naar klanten.
Beleggingsondernemingen worden geacht om hun cliënten te voorzien van
informatie over de manier waarop zij orders uitvoeren en de potentiële
belangenconflicten die zich kunnen voordoen in de dienstverlening aan
de cliënten.
Uit onderzoek van KPMG blijkt dat beleggingsondernemingen in het
algemeen transparant zijn in hun communicatie naar beleggers en de
eisen van MiFID hebben verwerkt in hun beleidsdocumenten. Toch zijn er
ook belangrijke onderlinge verschillen tussen de beleidsdocumenten.
"Wij zien een duidelijke tweedeling in ondernemingen die de
informatievertrekking lijken te beschouwen als een 'verplicht nummer'
en ondernemingen die de informatieverstrekking gebruiken met de wil om
cliënten beter te informeren dan voorheen", constateert Robert van
Altena van KPMG. "De Autoriteit Financiële Markten heeft al aangegeven
dat 'order execution' en 'inducements' dit jaar belangrijke thema's
zijn. Hierbij gaat het met name om de orderuitvoering van
beleggingsondernemingen en de beloningen van andere dan de cliënten
zelf die door beleggingsondernemingen worden ontvangen en verstrekt."
KPMG heeft de 'order execution' en 'conflict of interest'
beleidsdocumenten van bijna 60 beleggingsondernemingen onderzocht.
MiFID onderscheidt drie typen klanten: professionele beleggers, niet
professionele beleggers en de in aanmerking komende tegenpartijen.
MiFID eist vooral beleid voor de eerste twee groepen. Ruim 40% van de
policies gelden voor zowel professionele als niet-professionele
beleggers.
Van Altena: "Dit kan erop duiden dat deze groepen gelijk worden
behandeld. In 15% van de policies worde de in aanmerking komende
tegenpartijen expliciet uitgesloten. Als we kijken naar de order
execution beleidsdocumenten dan blijkt dat 50% van de onderzochte
ondernemingen de namen van de voor hun cliënttransacties gebruikte
handelsplatformen opneemt. Slechts 30% beschrijft hoe wordt omgegaan
met de mogelijk voor de klant nadelige gevolgen van samenvoeging van
orders. Met name dit laatste is opvallend omdat het samenvoegen van
orders in de praktijk veel voorkomt."
Voor wat betreft de conflicts of interest policies is het volgens Van
Altena opvallend dat 70% van de onderzochte policies aangeven dat
inducements een vorm van een belangenconflict is. Van Altena: "Toch
heeft slechts een enkele instelling ook daadwerkelijk de hoogte van de
ontvangen inducements weergegeven. Het ontvangen en verstrekken van
inducements kan een belangrijke bron zijn voor belangenconflicten.
Tenslotte geeft 80% van de instellingen aan welke maatregelen zijn
genomen om conflicten te voorkomen. Toch relateren slechts weinig
instellingen de verschillende maatregelen die zijn genomen aan de
conflicten die kunnen ontstaan."
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Andy Bellm, (020)
656 7039.
© 2008 KPMG N.V., registered with the trade register in the
Netherlands under number 34153857 and a Dutch limited liability
company and a member firm of the KPMG network of independent member
firms affiliated with KPMG International, a Swiss cooperative. All
rights reserved.