Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2070826700

Antwoorden op de vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mw. Van Bijsterveldt-Vliegenthart, over de universitaire pabo. (Ingezonden 1 augustus 2008)


1
Wat is uw oordeel over het bericht "Universitaire pabo razend populair"? 1

Ik heb kennisgenomen van dit bericht.


2
Deelt u de mening dat de `universitaire pabo' in Utrecht van groot belang is voor de verbetering van de kwaliteit, het imago en de status van leraren in het basisonderwijs en dat de oprichting van dit soort opleidingen daarom ook elders zoveel mogelijk moet worden aangemoedigd? Zo ja, wat gaat u doen om dit te bereiken?

Ik juich initiatieven die leiden tot een verbetering van de kwaliteit, het imago en de status van leraren toe. De Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs is wat mij betreft zo'n initiatief. Het betreft in dit geval een samenwerkingsverband tussen de Universiteit Utrecht en de Hogeschool Utrecht, waar studenten binnen vier jaar zowel een hbo bachelor pabo als een universitaire bachelor onderwijskunde kunnen behalen. In september breng ik de kwaliteitsagenda over het opleiden van leraren uit, waarin ik ten aanzien van de rol van de opleidingen bij het verbeteren van de kwaliteit, het imago en de status van leraren voorstellen doe.


3
Is het waar dat er slechts plaats is voor 50 studenten aan de `universitaire pabo' (de Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs) terwijl er 150 aanmeldingen zijn? Zo ja, wilt u zich ­ zo nodig met extra middelen - inspannen om de opleiding open te stellen voor alle 150 aanmeldingen? Zo neen, waarom laat u deze kans liggen?

De Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs start vanaf het studiejaar 2008-2009 met 50 studenten. In een brief hebben de Universiteit Utrecht en de Hogeschool Utrecht aangegeven dat potentiële deelnemers een aanvullend assessment zullen ondergaan om zich te kunnen kwalificeren voor toelating tot deze combinatie van bovengenoemde opleidingen2. Aanmeldingen leiden daarom niet automatisch tot toelating. Dit selectiebeleid en het gezamenlijke opleidingsprogramma passen prima binnen de wettelijke kaders en mogelijkheden.
Ik ben bereid om middelen beschikbaar te stellen voor activiteiten die nodig zijn voor het ontwikkelen van de Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs. Daartoe ben ik in gesprek met de Universiteit Utrecht en de Hogeschool Utrecht. Ik wil u verder verwijzen naar de brief van 22 augustus 2008 die ik de voorzitters van het college van bestuur van de Universiteit Utrecht en Hogeschool Utrecht heb gestuurd. Deze brief stuur ik u als bijlage mee.


1 De Volkskrant, 30 juli 2008

2 Voor de afzonderlijke opleidingen geldt dat een ieder toelaatbaar is die aan de vooropleidingseisen voldoet.


4
Deelt u de mening dat de `universitaire pabo' aantrekkelijk is voor veel studenten die graag in het basisonderwijs willen werken, maar niet via de reguliere pabo? Zo ja, bent u bereid om een plan van aanpak te maken voor universitaire pabo's, ook met volwaardige masteropleidingen? Zo neen, waarom niet?

Meer wegen die leiden naar het leraarschap zullen aantrekkingskracht op studenten hebben. Ik zal daarom in de kwaliteitsagenda over het opleiden van leraren hiertoe nadere voorstellen doen. Het oprichten van pabo's door universiteiten vind ik in eerste instantie een zaak voor de instellingen zelf; de wettelijke mogelijkheid daartoe bestaat al. Mijn voornemen is niet om voor het lesgeven op basisscholen een universitaire masteropleiding te eisen. Jaarlijks starten zo'n 8.000 studenten op de pabo. Ik vind het van belang dat deze studenten een aantrekkelijke en kwalitatief hoogwaardige bacheloropleiding volgen, die leidt tot een goede start in het leraarschap. In de kwaliteitsagenda zal ik daarom inzetten op pabo's die vooral ook voor vwo- ers en de betere havisten aantrekkelijk zijn.

Bijlage:

- Brief aan UU en HU over de Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs, d.d. 22 augustus 2008