Gemeente Leidschendam-Voorburg


Rechter: bouwvergunning Damplein Leidschendam Centrum in orde

26 augustus 2008 - De rechtbank s-Gravenhage heeft het beroep ongegrond verklaard dat onder andere de Stichting Behoud Damplein Leidschendam heeft ingediend tegen het bouwplan Damplein in het centrum van Leidschendam. Burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg hebben in mei 2007 via de zogeheten artikel 19-procedure vrijstelling verleend en een bouwvergunning verleend aan projectontwikkelaar Schouten De Jong Bouwfonds voor de bouw van een ondergrondse parkeergarage, winkels en horeca, 66 appartementen en twee maisonettes aan het Damplein en de Sluiskant. De Stichting Behoud Damplein kwam hiertegen in het geweer.

Voldoende gemotiveerd
De voorzieningenrechter bij de Haagse rechtbank had eind april schorsing uitgesproken in deze zaak. Deze week heeft de rechter echter bepaald dat de gemeente op goede gronden de gevraagde bouwvergunning en vrijstelling heeft verleend.
De Stichting Behoud Damplein richt zich vooral op het behoud van het Damplein als ontmoetingsruimte en verzet zich tegen wat zij noemt kolossale bebouwing van het Damcentrum. Zij vindt dat het project ruimtelijk niet goed is onderbouwd.
De rechtbank deelt de ingediende bezwaren van de Stichting niet. Alles overziend acht zij de gemaakte keuze voor de planologische invulling van het Damplein, inclusief de vormgeving en de hoogte van de beoogde bebouwing, voldoende gemotiveerd.

Verblijfsruimte
De stelling van de Stichting Behoud Damplein dat van de grote pleinruimte slechts een soort binnenplaats van 390 m2 overblijft kan de rechter niet volgen. De situatietekening toont aan dat in het hart van het bouwplan een onbebouwde ruimte van ruim 1400 m2 wordt gemaakt, die toegankelijk wordt via vijf doorgangen met een totale oppervlakte van 700 m2. In tegenstelling tot het huidige plein, dat grotendeels parkeerterrein is, wordt het nieuwe ingericht als voetgangersgebied. Daarom verwerpt de rechtbank het bezwaar van de Stichting tegen de nieuwe verblijfsruimte.
De andere bezwaren van de Stichting tegen de bouwvergunning, zoals de parkeerruimte, verkeer, lucht en geluid zijn eveneens door de rechter ongegrond verklaard.

Goede belangenafweging
Dat realisering van het bouwplan gevolgen kan hebben voor omwonenden is de rechter niet ontgaan; de gemeente heeft echter in redelijkheid meer gewicht toegekend aan de belangen die worden gediend met de herinrichting van het Damplein binnen het vernieuwde centrum van Leidschendam.
Door de uitspraak van de rechtbank blijft de verleende bouwvergunning in stand. Dit houdt in dat Schouten De Jong verder kan met de voorbereidingen voor de bouwactiviteiten. Ook de eerder gestaakte werkzaamheden voor het bouwrijp maken van het terrein zullen zo spoedig mogelijk weer worden opgepakt.

Zorgvuldig
De gemeente is blij met deze uitspraak; de rechtbank heeft immers alle aspecten in deze kwestie nauwkeurig bekeken en de verschillende belangen afgewogen en beoordeeld. De conclusie is dat de gemeente zorgvuldig te werk is gegaan.
Marcel Houtzager, projectwethouder voor Leidschendam Centrum, reageert opgelucht: Ik ben blij dat met deze uitspraak een einde is gekomen aan de langdurige onzekerheid rond het Damplein. De rechtbank bevestigt dat wij een gedegen afweging hebben gemaakt. Ook de directie van de VOF Leidschendam Centrum is ingenomen met de rechterlijke uitspraak. De projectontwikkelaar kan nu aan de slag om het Damplein zijn nieuwe gezicht te geven.

De volledige uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage.