VVD


28-8-2008

Radicaal activisme is nog steeds onder ons

Deze dagen woedt er binnen GroenLinks en activistische kringen een debat over nut en noodzaak van het rekenschap afleggen over het radicale verleden.

Aanleiding voor dit alles is de commotie rond het verleden van GroenLinkser Wijnand Duyvendak. Wat daarin opvalt, is de suggestie dat radicaal activisme iets is van de jaren '80. Niets is minder waar.

Intimidatie en bedreiging van ambtenaren, burgers en bedrijven zijn geen uitwassen van een geromantiseerde geschiedenis. Het komt vandaag de dag met enige regelmaat voor. Recentelijk is in Limburg een plan voor een bedrijventerrein in de prullenbak verdwenen, omdat mensen die aan dat project werkten werden geteisterd door terreur van activisten. Daarmee werd onder de zucht van intimidatie een streep gezet door een democratisch meerderheidsbesluit. Krakers in Amsterdam maken hun buren het wonen onmogelijk. We lezen het wekelijks in de krant. Dierenactivisten bedreigen wetenschappers, die dierproeven doen om medicijnen te ontwikkelen, en hun gezinnen. Pluimveehouders slapen met een honkbalknuppel naast hun bed, wegens bedreigingen van dierenactivisten. Dit is geen beschrijving van 1980, maar van het Nederland van nu. Uiteraard gebruikt niet iedere activist geweld, maar groepen radicalen bedienen zich daar wel degelijk van en de vraag is of we deze vorm van activisme accepteren.

Onze democratie is niet van suiker en kan tegen een stootje. Een scherp debat vergroot de kwaliteit van de besluitvorming. Tegengestelde meningen en opvattingen zorgen voor een pluriforme samenleving. Die opvattingen hoeven natuurlijk niet alleen in woord en geschrift te worden geuit. Demonstraties, ludieke acties, op allerlei manieren kan aandacht worden gevraagd voor een standpunt. Juist actieve participatie is de zuurstof voor onze democratische rechtstaat. Diezelfde democratische rechtstaat raakt echter uit evenwicht als één van de partijen zich niet aan de spelregels houdt. Als groepen zelf gaan bepalen dat hun doelstellingen zo superieur zijn dat onwettige middelen ze heiligt. Vaak wordt ter rechtvaardiging aangedragen dat zij zelf niet beter worden van hun acties. Niet eigengewin, geld of macht zijn hun drijfveren. En dan mag het allemaal wel. Het is een redenering die ik de afgelopen dagen veelvuldig heb mogen beluisteren. Diverse (voormalige) linkse activisten en zelfs politici zijn die mening toegedaan. Anderen die de wet overtreden, moeten natuurlijk wel voor de rechter verschijnen. Dit morele superioriteitsgevoel is niet alleen misplaatst, maar ook gevaarlijk. Gevaarlijk, want wie bepaalt of goede bedoelingen goed genoeg zijn? En vindt iedereen die de wet overtreedt niet een rechtvaardiging voor zichzelf om dat te doen? Juist daarom hebben we toch een onafhankelijke rechter. Om te beoordelen of iemand juist heeft gehandeld.

De essentie van democratie is een clash tussen ideeën en idealen. Mensen die hun idealen proberen te verwezenlijken door schade te berokkenen aan anderen via illegale praktijken, onttrekken zich aan het democratische principe. Zij proberen een democratische meerderheid het zwijgen op te leggen en hun minderheidsstandpunt door te drukken. Het is - zo ironisch - gewoon terug naar Darwin, dat de grootste spierballen mogen winnen. Inbreuk maken op het eigendomsrecht en gebruikmaking van intimidatie en geweld zijn - ongeacht eventuele goede bedoelingen - grove schendingen van onze democratische spelregels en mogen we niet accepteren.

Radicale activisten die de wet breken moeten we daarom - net als iedere ander - aanpakken. Ik zou willen zien dat de overheid daarbij altijd onvoorwaardelijk de kant van de slachtoffers kiest. Het is een schande dat de overheid het laat gebeuren dat intimidatie wint van democratische besluitvorming. Zo'n bedrijventerrein in Limburg moet juist nu koste wat het kost worden gerealiseerd. Daarnaast moeten organisaties die zich schuldig maken aan illegale praktijken natuurlijk worden uitgesloten van overheidssubsidie. Kraken moet strafbaar worden gemaakt. Het moet helder zijn dat je aan de spullen van anderen niet komt. Als de collectieve reflectie van het actieverleden leidt tot overeenstemming over het afzweren van illegaal gedrag voor de toekomst, dan heeft deze hele geschiedenis ons toch nog een stap verder gebracht.

Edith Schippers, vice-voorzitter VVD-Tweede Kamerfractie

27 augustus 2008