Socialistische Partij

SP Amsterdam :: Actie en fractienieuws :: Crisisbeleid nodig bij maatschappelijke ondersteuning

Crisisbeleid nodig bij maatschappelijke ondersteuning

28-08-2008 * De SP maakt zich er zorgen over of de WMO-nota, waarin de gemeente haar beleid rondom maatschappelijke ondersteuning presenteert, ook de zwakste groep onder de hulpvragers bereikt. SP-raadslid Carlien Boelhouwer: "Ik mis in de nota een paragraaf crisisbeleid: in deze zomer kregen veel mensen van hun thuiszorginstelling te horen dat zij gedurende de vakantie geen hulp konden krijgen. De wethouder denkt dat dit probleem is opgelost als er een klacht wordt ingediend. Dat is wishful thinking. Voor een dame van 94 is dat gehannes en vervelend."

Fotobijschrift: Carlien Boelhouwer

Sinds januari 2007 is de gemeente en niet het Rijk verantwoordelijk voor beleid met betrekking tot maatschappelijke ondersteuning. Het idee achter de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) is dat gemeenten dichter bij de burgers staan en dus beter op de hoogte zijn van hun zorgbehoeften dan het rijk. De SP was geen voorstander van deze overheveling van taken, vooral vanwege de in de wet verborgen bezuiniging: eerst verantwoordelijke voor zorg is de directe omgeving van de hulpvrager, familie of gezin. Er wordt sinds de wet van kracht is dan ook impliciet een zwaarder beroep gedaan op de mantelzorger. Het gemeentebestuur van Amsterdam heeft zich vanaf het begin op het standpunt gesteld dat mantelzorg nadrukkelijk nooit een verplichting mag zijn. Daarmee distantieerde het gemeentebestuur zich van de kerngedachte van de wet. Amsterdam begon dus goed. Dat goede begin vond een vervolg bij de aanbesteding van de thuiszorgactiviteiten in 2007: Amsterdam koos voor het Zeeuwse model, kwaliteit boven prijs van de verleende zorg.

Een jaar verder beginnen zich echter wat barsten te vertonen in het glanzende Amsterdamse WMO-apparaat. Eerst was daar het dreigende faillissement van Amsterdam Thuiszorg, dat weliswaar op het laatste moment werd voorkomen, maar dat op het niveau van de hulpvrager her en der voor problemen zorgde: er kwam geen hulp opdagen. Datzelfde gebeurde in deze zomer: geen hulp en dat soms acht weken lang. Reden: de vakantie. Volgens de gemeente is dit met één belletje naar de klachtenlijn opgelost: dan "komt het vanzelf goed", zoals de wethouder gistermorgen in de commissie optimistisch aangaf.

Het is de vraag of datgene wat de wethouder zegt een reële veronderstelling is. Bij het ouderenvervoer is nooit gebleken dat het aanbrengen van een klacht ook direct je vervoersprobleem oploste. Bovendien, kun je van een mevrouw van 94 verwachten dat ze naast het telefoonnummer van de thuiszorgorganisatie ook nog dat van de klachtenlijn weet? De gemeente lijkt haar verantwoordelijkheid te ontwijken. Boelhouwer: "Amsterdam centreert haar WMO-beleid niet rond de zwakste groep van zorgvragers. Niet de klant en de vraag staat centraal, maar het aanbod. Amsterdam heeft geen antwoord op wat te doen bij een crisis. De nota moet uitgebreid met een paragraaf crisisbeleid: met daarin de activiteiten die de gemeente achter de hand heeft als door omstandigheden geen thuiszorg geleverd kan worden. Alleen dan is de klant koning."