Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording vragen van de leden Van der Staaij, Voordewind, Van Baalen en Haverkamp over de arrestatie van bijna honderd christenen door de autoriteiten in Laos

29-08-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van der Staaij, Voordewind, Van Baalen en Haverkamp over de arrestatie van bijna honderd christenen door de autoriteiten in Laos. Deze vragen werden ingezonden op 14 augustus 2008 met kenmerk 2070827360.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Van der Staaij, Voordewind, Van Baalen en Haverkamp (SGP, ChristenUnie, VVD en CDA) over de arrestatie van bijna honderd christenen door de autoriteiten in Laos.

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het bericht dat in Laos door de autoriteiten bijna honderd christenen zijn opgepakt, omdat zij een medechristen volgens christelijke traditie zouden hebben begraven?1 Zijn er in de afgelopen periode nog meer arrestaties van christenen geweest in Laos?

Antwoord

Ja. De exacte achtergrond van deze arrestaties is vooralsnog onduidelijk. De Nederlandse ambassade in Bangkok, die Laos in haar ressort heeft, staat in contact met ambassades in de Laotiaanse hoofdstad Vientiane die momenteel nader onderzoek doen naar deze incidenten.

Vraag 2
Welke mate van godsdienstvrijheid bestaat er thans voor religieuze minderheden in Laos?

Antwoord

Terwijl de religieuze vrijheid de laatste paar jaar enigszins zou zijn toegenomen lijkt in delen van Laos sprake van verslechtering van met name de positie van Protestanten die geen lid zijn van de door de overheid erkende Lao Evangelical Church. Zo zijn gevallen gemeld van lokale gezagsdragers die dergelijke Protestanten onder druk zetten om hun geloof af te zweren op straffe van arrestatie of verwijdering uit hun dorp, van Protestanten die geen kerkdiensten mochten houden en van Protestanten die na bekeringswerk aan `heropvoeding' werden onderworpen. In delen van Laos zijn naar verluidt ook Protestanten gearresteerd of onder huisarrest geplaatst omdat zij weigerden afstand te nemen van hun geloofsovertuiging. Problematisch is het multi-interpretabele karakter van de wetgeving op het gebied van de godsdienstvrijheid. Daarnaast vormt de implementatie van de wetgeving op lokaal niveau een probleem.

Vraag 3
In 2002 is in Laos een wettelijke regeling aanvaard waardoor meer ruimte zou ontstaan voor bepaalde religieuze activiteiten. Kunt u uiteenzetten welke gevolgen deze `godsdienstwet' heeft gehad voor religieuze minderheden als het gaat om het verspreiden van religieuze lectuur, onderwijs, hulpverlening en andere activiteiten met een godsdienstig karakter? Is er sprake van een bepaalde ontwikkeling sinds 2002?

Antwoord

Deze wetgeving, de zogeheten Prime Minister's Decree on Religious Practice - Decree 92, heeft op zichzelf wel bijgedragen aan een grotere religieuze tolerantie in Laos. De autoriteiten hebben echter tegelijkertijd specifieke bepalingen van de wet gebruikt om de godsdienstvrijheid in te perken. Zo is bijvoorbeeld voor het verspreiden van religieuze literatuur en voor bekeringsactiviteiten te allen tijde vooraf toestemming vereist van het Lao Front for National Construction, het overheidsorgaan belast met het toezicht op religieuze activiteiten. In de praktijk wordt deze goedkeuring niet verleend.

Vraag 4
Op welke wijze hebt u in de afgelopen periode, eventueel middels internationale gremia, de positie van religieuze minderheden in Laos aan de orde gesteld? Welke resultaten heeft dit opgeleverd? Betoont Laos zich gevoelig voor internationale kritiek hieromtrent? In hoeverre heeft de positie van godsdienstige minderheden in Laos de aandacht van de EU? Kan deze aandacht verder geĂŻntensiveerd worden? Wilt u dit in Europees verband bevorderen?

Vraag 5

Bent u bereid - zo mogelijk ook in internationaal verband - om de nu aangeduide arrestaties te benutten als handvat om opnieuw de godsdienstvrijheid van religieuze minderheden aan de orde te stellen bij de desbetreffende autoriteiten in Laos? Zo ja, op welke wijze?

Antwoord

De Nederlandse ambassade in Bangkok stelt in haar contacten met de Laotiaanse autoriteiten de mensenrechten regelmatig aan de orde. De afgelopen jaren betrof het hierbij vooral de positie van de Lao Hmong. Specifiek de positie van religieuze minderheden is recent niet bilateraal opgebracht. Deze positie is de afgelopen jaren wel regelmatig aangekaart door de ambassades van de VS en een aantal Europese landen in Vientiane. Deze Gelijkgezinden Groep zal naar aanleiding van de actuele berichten over de arrestaties van christenen zijn zorg overbrengen aan de autoriteiten. Wij zullen ons hierbij aansluiten. In EU-verband worden de mensenrechten regelmatig bij de Laotiaanse autoriteiten aan de orde gesteld. Indien op het gebied van de godsdienstvrijheid in Laos sprake zou blijken van verslechterd beleid zullen zeker in breed verband gezamenlijke stappen worden overwogen.


1: Reformatorisch Dagblad, 12 augustus 2008
* Ministerie van Buitenlandse Zaken

* Bezuidenhoutseweg 67

* Postbus 20061

* 2500 EB Den Haag

* Tel.: 070-3 486 486

* Fax: 070-3 484 848

* Internet: www.minbuza.nl