Raad voor de Journalistiek

Raad voor de Journalistiek zittingen

Uitspraken vastgesteld d.d. 14 augustus 2008
door mr. A. Herstel, voorzitter, mw. F.W. Dresselhuys, prof. dr. mr. B. de Gaay Fortman, mw. drs. M.G.N. Mathot, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mw. mr. L. Bultman-den Haan, plaatsvervangend secretaris.

Connexxion Taxi Services B.V. / `Hart van Nederland' (SBS)

Uitspraak: gegrond
In een uitzending van `Hart van Nederland' is aandacht besteed aan een klacht van een cliënt van het Aanvullend Openbaar Vervoer Amsterdam met betrekking tot de handelwijze van een chauffeur van klager. De kern van de klacht betreft de wijze waarop verweerder wederhoor heeft toegepast.
Verweerder heeft gesteld dat telefonisch contact is opgenomen met klager, die heeft laten weten niet voor de camera te willen reageren en het voorval te zullen onderzoeken. Verweerder heeft zich op eerdere ervaringen met klager beroepen om verder af te zien van wederhoor. Vast is komen te staan dat klager in eerdere contacten met verweerder wel degelijk een inhoudelijke reactie heeft gegeven. Deze reactie heeft klager weliswaar niet altijd voor de camera gegeven, maar verweerder heeft weersproken dat dat van belang was. Niet valt in te zien waarom verweerder voor de uitzending niet nogmaals contact heeft gezocht met klager met het bericht dat het item die avond zou worden uitgezonden en om te vragen om een inhoudelijke reactie. Van zwaarwegende redenen van algemeen belang die kunnen rechtvaardigen dat verweerder dat heeft nagelaten, is niet gebleken. Door zo te handelen en na te laten heeft verweerder journalistiek onzorgvuldig gehandeld. (zie punt 2.3.1. van de Leidraad van de Raad)
Trefwoorden:

· Journalistieke werkwijze: hoor en wederhoor
· Feitenweergave: tendentieuze berichtgeving Publicatie op www.rvdj.nl/2008/40

B. van Hout / P. Vugts en Het Parool
Uitspraak: gegrond
De klacht betreft het artikel "Aanslag Brown: Bosniër verdacht" en het vervolgartikel "'Was het dan toch dat iele mannetje?'", waarin is vermeld: "Steve Brown vermoedt dat Martin Hoogland achter de aanslag zat en hij beschuldigt de misdaadjournalist Bas van Hout ervan met Hoogland te hebben samengewerkt."
Het artikel bevat een beschuldiging aan het adres van klager die hem ernstig diskwalificeert. Hoewel de beschuldiging afkomstig is van een door verweerders aangehaalde bron, is het weergeven van die beschuldiging de verantwoordelijkheid van verweerders. Zij hadden een eigen onderzoek naar de beschuldiging moeten instellen, mede gelet op een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage in een zaak tussen Brown en klager over het (laten) publiceren van uitlatingen door Brown aan het adres van klager. Niet valt in te zien waarom verweerders geen contact hebben gezocht met klager zelf. Verder is niet gebleken van zwaarwegende redenen van algemeen belang die kunnen rechtvaardigen dat verweerders dat hebben nagelaten. (zie punt 2.3.1. van de Leidraad van de Raad)
Verweerders hebben derhalve de grenzen overschreden van hetgeen, gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid, maatschappelijk toelaatbaar is.
Trefwoorden:

· Journalistieke werkwijze: bronnen, hoor en wederhoor
· Feitenweergave: tendentieuze berichtgeving Publicatie op www.rvdj.nl/2008/41

C. van Tricht / M. Pam en HP/De Tijd
Uitspraak: ongegrond
Klager maakt bezwaar tegen het artikel "Warhoofd" met de onderkop "Coen van Tricht schreef een beroerd pamflet over Willem Frederik Hermans", waarin klagers boek "Het schimmenrijk van W.F. Hermans" is besproken.
Aan columnisten, cartoonisten en recensenten komt een grote mate van vrijheid toe om hun mening te geven over gebeurtenissen en personen. Daarbij zijn stijlmiddelen als overdrijven en bewust eenzijdig belichten geoorloofd. De grenzen van het toelaatbare worden overschreden wanneer cartoons en (passages in) columns en recensies in redelijkheid geen ruimte laten voor een andere karakterisering dan dat zij kwetsend en beledigend zijn voor personen of bevolkingsgroepen. Voor recensies geldt bovendien dat zij geen wezenlijke onjuistheden mogen bevatten. (zie punt 3.1. van de Leidraad van de Raad) De recensie bevat een persoonlijk oordeel van de journalist, hetgeen ook voor de gemiddelde lezer voldoende duidelijk is. Het stond Pam vrij zijn mening te uiten op de wijze als hij heeft gedaan. Trefwoorden:

· Aard van de publicatie: recensie
Publicatie op www.rvdj.nl/2008/42

R.P. Ostrowski / S. Brown
Uitspraak: onbevoegd
De klacht heeft betrekking op het boek "Steve Brown in Gangsta's Paradise", waarin klager is genoemd.
Naar het oordeel van de Raad zijn er noch in de Statuten van de Stichting Raad voor de Journalistiek noch in het verweerschrift voldoende aanknopingspunten te vinden voor het oordeel dat verweerder is aan te merken als een journalist in de zin van de Statuten. Van een boek dat verweerder heeft geschreven in de uitoefening van zijn beroep als journalist is dus geen sprake. Nu niet aannemelijk is geworden dat het hier gaat om gedragingen van een journalist acht de Raad zich onbevoegd de klacht te beoordelen. (vgl. RvdJ 2007/68 en RvdJ 2006/77) Trefwoorden:

· Procedure: bevoegdheid

· Aard van het medium: boek
Publicatie op www.rvdj.nl/2008/43