5 s
ep 2008
Onderdeel: Wageningen Universiteit
Nummer: N
In de bodem van de uiterwaarden van de Waal zit behoorlijk wat
cadmium, zink, chroom en andere zware metalen, maar de aaltjes die in
de bodem leven hebben er geen last van. âJe kunt je afvragen of de
methoden waarmee we berekenen hoe gevaarlijk zware metalen in de bodem
zijn wel kloppenâ, zegt dr. Ron de Goede van de sectie Bodemkwaliteit
van Wageningen Universiteit.
âIn dit onderzoek hebben we de gemeenschap van aaltjes in de bodem van
de Afferdensche and Deestsche Waarden in kaart gebrachtâ, zegt De
Goede. âAan de hand daarvan probeerden we de impact van zware metalen
te meten. We hadden eigenlijk verwacht dat we die impact zouden
vinden, want de concentratie zware metalen is aanzienlijk. Hij ligt
ruim boven de concentratie waarnaar de Nederlandse overheid streeft,
maar is nog niet zo hoog dat de overheid moet ingrijpen.â
In uiterwaarden die geregeld onderlopen zijn zware metalen een
regelmatig terugkerend probleem. De rivier heeft de metalen, afkomstig
van industrieën die zich stroomopwaarts bevinden, afgezet. In mensen,
dieren en planten kunnen de metalen zich ophopen tot ze concentraties
bereiken waarin ze giftig worden en dan bijvoorbeeld de
hormoonhuishouding en de vruchtbaarheid ontregelen, of leiden tot de
dood.
âZware metalen binden zich in de bodem aan kleideeltjes en organisch
materiaalâ, zegt De Goede. âDie gebonden metalen leveren minder risico
op omdat organismen ze niet meer goed kunnen opnemen. Er zijn
rekenmethoden die je vertellen hoeveel zware metalen in een bodem
beschikbaar zijn, en volgens die methoden zou er in de Waalse
uiterwaarden een aanzienlijke toxicologische stress zijn. Maar toen we
de genera van de aaltjes in de bodem bepaalden, vonden we geen
aanwijzingen voor toxicologische stress. Er waren bijvoorbeeld geen
aaltjesgeslachten in de verdrukking gekomen.â
Wageningse onderzoekers ontdekten nog niet zo lang geleden dat sommige
aaltjes beter kunnen overleven in bodems die verontreinigd zijn met
zware metalen dan andere aaltjes. Een hogere concentratie aan
bijvoorbeeld koper ging gepaard met een groter aandeel van die genera.
âToen we in de uiterwaardebodems naar die positieve indicatoren keken
vonden we geen verbandâ, zegt De Goede.
De eerste auteur van de publicatie die binnenkort verschijnt in The
Science of the Total Environment is dr. Petra van Vliet. In een eerder
onderzoek toonde Van Vliet aan dat regenwormen in de Waalse
uiterwaarden verhoogde concentraties zware metalen in zich hebben.
âWormen eten dood organisch materiaal, en nemen ook kleideeltjes opâ,
zegt Van Vliet. âNematoden eten alleen levend materiaal, zoals
bacteriën, schimmels en plantenwortels. Misschien dat wormen daarom
kwetsbaarder zijn voor zware metalen dan aaltjes.â Of de wormen ook
last hebben van de zware metalen hebben deze Wageningers niet
onderzocht.Â
Foto: De kop van een carnivore nematode die een plantenetende nematode
naar binnen heeft geslurpt. De carnivore nematode heeft een grote
stevige tonvormige mondholte met rechtsboven een tand. De
plantenetende nematode heeft een holle stekel, die als rietje werkt,
met aan de basis een paar stekelknoppen. De planteneter gebruikt de
stekel om cellen in plantenwortels aan te prikken en leeg te zuigen.
Aan de stekelknoppen zijn spieren bevestigd die het mogelijk maken de
stekel in de plantencel te prikken.